Deze overblijvende, onbehaarde plant wordt tot 70 cm hoog
waarbij de geribde stengel aan de basis verhout
en zich vanaf het midden wijd vertakt.
De grondstandige bladeren vormen rozetten.
Ze zijn leerachtig, tot 15 cm lang en staan meestal
rechtop aan een lange steel.
Het is door de vorm van de bladeren
waaraan de plant zijn Nederlandse naam dankt.
In augustus en september zijn de eindstandige bloeiwijzen te zien.
Deze worden gevormd door kleine, zittende bloempjes
die roodviolet van kleur zijn.
Ze bestaan uit 5 kroonbladen die vergroeid zijn
en evenzovele meeldraden en stampers.
Lamsoor komt in Nederlan plaatselijk algemeen voor
in het deltagebied en op de Waddeneilanden.
Ook aan de Friese-, Groningse- en Noord-Hollandse kust
is hij te vinden.
Hij groeit op schorren en langs zeedijken op klei en slibrijk zand.
Dat het een echte zoutplant is, is te zien aan de bladeren
die vaak zoutkristallen uitscheiden.
Terug naar:
