De soortaanduiding 'gigantea' (gigantisch)
heeft betrekking op de lengte van de plant.
Late guldenroede kan wel 2 meter of langer worden.
In de 18e eeuw is ze vanuit Noord-Amerika ingevoerd als sierplant
en heeft ze zich vanuit tuinen verwilderd.
Ze heeft zich gevestigd langs de grote rivieren en tegenwoordig
is ze vrij algemeen, met name in het midden en het zuiden van het land.
Naast rivieroevers is ze ook te vinden op spoordijken,
stortplaatsen en open plekken in bossen.
Late guldenroede heeft rechtopstaande, onbehaarde stengels
die rond van vorm zijn.
Verspreid hierlangs zitten de ongesteelde, lancetvormige bladeren
die een gezaagde rand hebben.
Op de nerven aan de onderzijde zijn ze eventueel kort behaard.
Van juni tot aan de eerste vorst bloeit de plant met kleine hoofdjes
die samen dichte trossen aan afstaande assen vormen.
De lintbloemen zijn iets langer dan de buisbloemen.
Vergelijkbaar met:
Canadese guldenroede
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten