Poelruit behoort met haar lengte tot 2 meter
tot de reuzen onder de kruidachtige planten.
De onbehaarde stengel is meerkantig waarlangs
de verspreid staande bladeren zitten.
De onderste zijn gesteeld in tegenstelling
tot de bladeren die zich bovenin bevinden.
De bladeren zijn veervormig ingesneden waarbij de vertakkingen
vaak voorzien zijn van schubachtige blaadjes.
De deelblaadjes zijn omgekeerd eirond, de bovenzijde is donkergroen
en de onderzijde lichtgroen van kleur.
De vertakte bloewijzen zijn te zien in juni en juli.
De 4 witachtige, lancetvormige kroonbladen
vallen echter al in het begin van de bloei af
waardoor pluim overblijft die bestaat uit gele meeldraden
en stampers waarvan elke bloem van beide meer dan 20 heeft.
De rondachtige vruchten zijn tot 2,5 mm lang,
hebben ronde ribben en zijn bezet met roodbruine stempelresten.
Poelruit is te vinden in het laagveengebied,
in de buurt van de grote rivieren en op sommige plaatsen in Noord-Brabant.
De pant groeit langs waterkanten en in drassig grasland waarbij ze
de voorkeur geeft voor een zonnige standplaats op humusrijke grond.
Terug naar: