Pijlkruid is vrij algemeen in een groot deel van Nederland.
In Groningen en Friesland is ze echter zeldzaam.
Het liefst staat ze met haar voeten in ondiep,
stilstaand of langzaam stromend water.
De plant houdt er twee verschillende bladvormen op na.
Eén voor boven water, en één voor onder het wateroppervlak.
De ondergedoken bladeren zijn grasachtig, lijn- tot lintvormig
en kunnen in stromend water tot 1 meter lang worden.
Opvallend echter zijn de pijlvormige bladeren
die in de bloeitijd boven het water uitsteken
en in het bezit zijn van lange, driekantige stelen.
Hiertussen staan de bloemstengels waaraan
van juni tot september de witte bloemen bloeien.
Deze eenslachtige bloemen staan in 3-bloemige kransen.
Onderaan bevinden zich zowel vrouwelijke- als mannelijke bloemen,
bovenaan zitten alleen mannelijke.
De bloemen worden tot 2 cm groot en hebben 3 kroonbladen.
In het hart bevinden zich meer dan 20 meeldraden en stampers.
De zaden worden soms tussen de veren van watervogels meegenomen
en op die manier verspreid.
Terug naar: