Deze éénjarige plant heeft stomp vierkantige,
behaarde stengels en wordt tot 50 cm hoog.
Ze heeft lancetvormige pladeren die tegenover
elkaar staan en een getande rand hebben.
De bloemen groeien vanuit de bladoksels van de bovenste bladeren.
Ze bestaan uit een dicht behaarde kelk
en een kroon die wit, roze of rood gekleurd is.
De bovenlip is langer dan de onderlip
en de meeldraden steken buiten de bovenlip uit.
Rode ogentroost is vrij algemeen in het Deltagebied
en op de waddeneilanden.
Op andere plaatsen in het kustgebied en langs de grote rivieren
is ze zeldzaam, net als in Zuid-Limburg, Twente en de Noordoostpolder.
Je vindt haar op plaatsen die nat, eventueel ziltig,
grazig en voedselrijk zijn.
Het is een halfparasiet en haalt een deel van haar voedsel
uit de planten waarop ze groeit.
Terug naar: