Ruw walstro heeft opstijgende stengels die scherp vierkantig
van vorm zijn en eventueel bezet zijn met haren.
De bladeren staan met 6 – 8 exemplaren in een krans.
Ze zijn lancetvormig met een spitse top en hebben een getande rand.
Het oppervlak is ruw behaard.
Aan haar stengels en aan de onderkant van de bladeren
bevinden zich stekelhartjes waardoor Ruw walstro
bijvoorbeeld aan kleding kan blijven haken.
Van juni tot september bloeit de plant in witte bijschermen.
De stervormige bloemen hebben 4 vergroeide kroonbladen
met in hun midden 4 meeldraden en een stamper.
De splitvrucht die zich na de bloei ontwikkelt
heeft een wrattig oppervlak.
In Nederland is Ruw walstro vrij zeldzaam
maar in beekdalen en in de duinen komt ze meer voor.
Ze groeit in vochtige, onbemeste graslanden,
natte duinvalleien en in trilveenmoerassen.
De bodem waarop de plant groeit is in de winter drassig
en blijft ook in de zomer vochtig.
Vergelijkbaar met:
Moeraswalstro
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten