Vlottende waterranonkel is een ondergedoken plant zonder drijvende bladeren.
Als enige waterranonkel is hij te vinden in snel stromende,
koele beken en rivieren met een zanderige of steenhoudende bodem.
In het laagland komt hij overigens niet zoveel voor.
In Nederland groeit hij alleen in enkele beken in Limburg
en Zuidoost-Brabant.
De ronde stengels zijn vaak verschillende meters lang (tot 5 m),
rond en slap en drijven in het water.
Hierlangs bevinden zich de meermalen gevorkte bladeren
die haarfijne, paralelle slippen hebben.
Ze worden 10 – 30 cm lang.
De bloeitijd valt in de maanden juni tot autustus.
De alleenstaande witte bloemen steken wel boven het wateroppervlak uit.
Ze bestaan uit 5 witte kroonbladen met daarbinnen
een geel hart van buisbloemen.
Na de bloei worden de kleine, eivormige vruchtjes gevormd.
Terug naar: