Deze overblijvende en meestal in het water staande plant
heeft een rechtopstaande wortelstok die van binnen hol is
en door meerdere dwarsbanden in kamers verdeeld.
De grote bladeren bestaan uit 3 deelbladjes
die lijn-lancetvormig zijn en 4 – 5 cm lang.
Aan de rand zijn ze scherp gezaagd.
De top van de stengel, die tot 150 cm lang kan worden,
vertakt zich in enkele bloeischermen die elk weer bestaan uit 8 – 20 stralen.
De bloeitijd vindt plaats van juli tot september.
De vruchten zijn min of meer rond,
maar ze zijn iets breder dan dat ze lang zijn.
Waterscheerling bereikt in Nederland haar zuidwest-grens.
Ze groeit aan oevers van vijvers, meren en dode rivierarmen
maar wordt ook in vochtige venen en elzebroekbossen aangetroffen.
Het is vooral de wortelstok die zeer giftig is
en hevige krampen veroorzaakt.
Terug naar:
