Witte waterkers komt vrij algemeen voor in Zuid-Limburg
en in de riviergebieden van de Bommelerwaard tot aan het Haringvliet.
Je vindt haar ook rond Arnhem, aan de duinrand
tussen Bergen en Egmond en op Schouwen.
Met name groeit ze in zoet tot enigszins brak water.
De bovengronds liggende of drijvende stengels
hebben een meerkantige vorm.
Het oppervlak is onbehaard.
De oneven samengestelde bladeren staan verspreid
langs de stengel en hebben een stompe top.
Vanaf mei tot september worden de eindstandige trossen gevormd.
Deze bestaam uit kleine witte bloemen
die elk 4 kroonbladen bezitten.
In het midden bevinden zich 6 meeldraden en een stamper.
Na de bloei worden er hauwen gevormd waarin de zaden rijpen.
Terug naar: