Zeekool dankt haar naam zowel aan haar uiterlijk
als aan haar standplaats.
Haar grote, grijziggroene bladeren
staan in een rozet en hebben wel wat weg van koolbladeren.
Daarbij is de plant in Nederland alleen langs de kust te vinden.
Hier groeit ze op zeedijken of stenige strandjes rond de aanspoelgordel.
Vanuit de bladrozet groeit de bloemstengel
waaraan zich veervormig ingesneden bladeren bevinden.
Aan de top van de stengel vormen de kleine bloemen samen een tros.
De bloemen hebben 4 wittige kroonbladen die naar de voet toe wat geler kleuren.
In het midden bevinden zich 6 meeldraden en een stamper.
De zaden rijpen in een hauwtje.
Terug naar: