Zeepkruid is een tot 70 cm hoge, kaarsrechte, meestal kale plant.
Hij heeft flinke stengels die aan de knopen nog wat verdikt zijn.
Hij komt vrij algemeen voor en is in Nederland
bij uitstek een rivierbegeleider.
Daarnaast is hij ook te vinden in lichte bossen,
bermen en op braakgrond.
De ongesteelde bladeren zijn lancetvormig
en staan tegenover elkaar aan de stengel.
De nerven zijn wat gebogen.
De bladrand is ongekarteld.
Van juli tot september staat de plant in bloei.
De bloemen groeien eindstandig in een bosje.
Vanuit de buisvormige kelk komen de 5 kroonbladen tevoorschijn.
Deze zijn wit tot bleekroze gekleurd.
De bloemen bevatten veel nectar, dat diep in de bloem
ligt opgeborgen en daardoor alleen door vlinders met hun lange tong
kan worden opgezogen.
Met name tegen de avond geuren de bloemen sterk
waardoor er nachtvlinders aangetrokken worden.
De zaden ontwikkelen zich in doosvruchten.
Zeepkruid vermeerdert zich ook vegatief
met behulp van wortelstokken.
Deze wortelstokken bevatten sterk schuimende saponinen
(sapo = zeep) en werden vroeger wel gebruikt voor het maken van zeep.
Terug naar: