Bijna alle soorten zilverschoon zijn te herkennen
aan het geveerde blad met 3 – 7 blaadjes.
Hierdoor is verwarring met andere soorten uitgesloten.
De Zilverschoon is een algemeen voorkomende pioniersplant
op zandige gronden, wegbermen, oevers, heggen en duinen.
Het is een overblijvende, sterke kruipplant
die tot 30 cm hoog wordt.
De grondbladen zijn tot 20 cm lang.
De onderkant van het blad is zilverkleurig door de fijne haartjes.
Deze vormen een bescherming tegen verdamping.
De bovenzijde is bijna kaal.
De bladranden zijn scherp ingesneden en gezaagd.
De gesteelde en alleenstaande bloemen, die te zien zijn
van mei tot augustus, zijn 2 – 3 cm groot.
Ze hebben 5 gele kroonblaadjes die elkaar
aan de zijkant overlappen.
De kelkbladen zijn behaard.
De zaden worden verspreid door transport aan hoeven
en poten van passanten.
Naast vermeerdering door vruchten vormt de plant ook
tot 1 meter lange uitlopers waaraan dochterplantjes groeien.
Terug naar:
