Efes
Maria stierf
in Turkije
Op 15 augustus, het feest van Maria
Hemelvaart, slepen honderden pelgrims
zich in de zengende hitte de 420 meter
hoge Bülbül-Dag (Berg van de
Nachtegaal) aan de westkust van Turkije
omhoog.
Eenmaal per jaar, op Maria Hemelvaart,
houden Orthodoxen in dit islamitische
gebied een christelijke processie. Het
merendeel van de deelnemers is uiteraard
Grieks-orthodox, veelal van het
vrouwelijk geslacht en enigzins op
leeftijd. Maar het gebeuren trekt ook
niet ortodoxe christenen uit Europa en de
Verenigde Staten aan.
Medio augustus loopt het kwik hier
vaak op tot boven de 40 graden. Zwetende
Orthodoxe acolieten maken de weg vrij
voor de priesters en de indrukwekkende
metropoliet van Efes. Zij gaan met gezang
en wierookgezwaai vooraf aan de grote
groep pelgrims In het begin sleept de
stoet braaf mee, maar al snel haasten
veel gelovigen zich voorbij aan de te
traag voortschreidende orthodoxe
processie. Bergopwaarts wacht de koelte
van het huis met bron. De gezegende plek
waar de Moeder Gods de laatste jaren van
haar leven sleet en stierf.
Opvallend is het grote aantal moslims
dat hier eveneens komt om Maria eer te
bewijzen. Maria wordt in de Koran vaker
genoemd als in de Bijbel. In het heilige
boel van de moslims is zelfs een heel
hoofdstuk aan de Heilige Maagd gewijd.
Moslims aanvaarden Jezus als een uit de
maagd Maria geboren profeet. En zien het
als een goede daad deze gezegende plek te
bezoeken. Ze lopen niet mee in de
processie.
Johannes de evangelist en apostel
kreeg van Jezus zelf de zorg over Maria
toevertrouwd: "Vrouw, dit is je
zoon", sprak Hij tegen OLVrouw, en
daarna zei Hij tot de apostel: "Dit
is je Moeder" (Joh. 19, 26-27).
De oudst bekende bronnen verhalen dat
Johannes naar Efes ging, waar hij op
hoogbejaarde leeftijd stierf.
Ongetwijfeld heeft hij zich over Maria
ontfermt en deze mee naar Efes genomen.
Voor de apostel Johannes werd onder
keizer Justinianus (527-565) niet ver van
Efes een basiliek gebouwd met het graf
precies onder de centrale koepel.
De mensen uit de streek, moslims en
christenen, geloven dat uit de grafkamer
van Johannes een geneeskrachtig stof
omhoog wervelt, die alle ziekten geneest.
Het graf van Maria
De plek waar Maria gestorven en
begraven zou zijn, bleef eeuwenlang
verborgen. Het vroegste christendom kende
nog geen cultus rond de Heilige Maagd.
Het was de Duitse non Anna-Katharina
Emmerick (1774-1824), die hemelse
openbaringen over de laatste jaren van de
Heilige Maagd ontving. Deze werden na
haar dood samengevat en op schrift
gesteld in het boek Daß Leben von Mutter
Maria.
Dit boek diende als reisgids toen in
1891 enkele priesters op zoek gingen in
het toenmalige Osmaanse Rijk. De
aanwijzingen in het boek bracht hen naar
de Berg van de Nachtegaal, waar ze de
ruïne van een woonhuis uit het begin van
de christelijke jaartelling vonden,
inclusief een keuken en een slaapkamer,
geheel in overeenstemming met de
beschrijvingen van de Duitse non. Ook de
bron, waarvan het water als miraculeus
wordt beschouwd, werd snel gevonden.
Eén ding uit de openbaringen van de
Duitse religieuze bleef tot op heden
onvindbaar. Volgens de non zou de laatste
aardse rustplaats van de Maria zich in de
onmiddellijke nabijheid van het huis
Pannaya Kapulu moeten bevinden. Inmiddels
zoekt men meer dan honderd jaar zonder
resultaat.
Dogma-trouwe katholieken als de
afgesplitste orthodoxe gelovigen zien
hierin het onomstotelijke bewijs voor de
Hemelvaart van Maria.
HOME
|