Klik voor index
Van Limburg Stirumplein

Geert Mak in NRC Handelsblad van zaterdag 17 juni 1989:

...Werk waarbij goede contactuele eigenschappen en een uitstekende opleiding eerste vereisten zijn. En dat zijn nu net de dingen waar het bij de meeste werklozen in de Amsterdamse volksbuurten aan ontbreekt. Ze zijn, anders gezegd, niet opgeleid voor de banen van morgen, maar voor die van gisteren. Wie in die situatie toch nog aan de bak wil komen mag wel een extra kaarsje branden voor Onze Lieve Vrouw ter Staats.

Klik voor index

Ondertussen is er een comite-generaal Onze Lieve Vrouw ter Staats opgericht, worden op het terras van het buurtcafe 'Tramlijn Begeerte' regelmatig oudere dames gesignalecerd met kaarsen, bloemen en rozenkransen en hebben een aantal punkers van de weeromstuit een actiecomit‚ opgericht: 'Maria de buurt uit!'"

Klik voor index

Onderzoekers van de GG & GD hebben voor het eerst sinds de jaren dertig weer evidente gezondheidsverschillen geconstateerd tussen de verschillende buurten: de bewoners van de Apollobuurt leven gemiddeld vier a vijf jaar langer dan die van sommige andere buurten. Ter vergelijking: het verschil bij rokers en niet-rokers bedraagt gemiddeld twee jaar. De vermoedelijke oorzaken zijn niet langer vocht en kou, zoals in de steden van de vorige eeuw, maar horen bij het postindustriele tijdperk: slechte drink- en voedingsgewoonten, stress, uitzichtloosheid, heimwee. Toch is het die wereld waarbinnen de meeste gewone Amsterdammers hun leven doorbrengen: de wereld van slagerij Prins en drukkerij Vlug en Zeker, de kleine rampen en mirakels op het Van Limburg Stirumplein.

HOME


powered by FreeFind

GEERT MAK
De Amsterdamse Paradox

Fragment van het twee pagina´s metende artikel 'De Amsterdamse Paradox' van Geert Mak in het NRC Handelsblad van 17 juni 1989

De sociale ontwrichting van een 'pretstad'
De Amsterdamse Paradox

Het was in het jaar van de herbenoeming van burgemeester Van Thijn, dat door de stad het gerucht ging dat de allerheiligste Maagd Maria verschenen was op het Van Limburg Stirumplein. Om precies te zijn: tussen de glascontainer en de reclamezuil met HAK doperwijes, schuin voor de offsetdrukkerij Vlug en Zeker. De verhalen maakten melding van 'een groenig licht' dat vanaf mei 1987 tot maart 1989 een tiental malen verschenen zou zijn. 'Een lekkende gasleiding,' zo omschreef een getuige zijn eerste indruk van het mirakel, en een ander dacht aan 'een geintje, totdat zich in het licht een vrouwengedaante begon af te tekenen. 'Heel vreemd. Je ziet Maria ook niet elke dag. Maar wat moet je er verder mee?'

Ondertussen is er een comite-generaal Onze Lieve Vrouw ter Staats opgericht, worden op het terras van het buurtcafe 'Tramlijn Begeerte' regelmatig oudere dames gesignalecerd met kaarsen, bloemen en rozenkransen en hebben een aantal punkers van de weeromstuit een actiecomit‚ opgericht: 'Maria de buurt uit!'

Furore

Amsterdam, anno 1989. Het zoemt er. Het ene plan na het andere rolt van de tekentafels. De haven trekt weer aan, Fokker en Schiphol maken furore, winkels, kantoren en hotels schieten de grond uit. Amsterdam heeft het weer, maar de microkosmos achter de hoge donkerbruine gevels van de De Wittenstraat en het Van Limburg Stirumplein lijkt vergeten.
Amsterdam lijkt zich bij de paradox neer te leggen: terwijl de economische groei in de stad aanhoudt en de caf‚'s en de theaters binnen de grachtengordel volzitten, blijft de werkloosheid bestaan (24,3 procent, onder immigranten en in bepaalde buurten tot 40 a 50 procent), neemt de armoede toe, bestaat bijna de helft van de Amsterdamse lagere schooljeugd uit kinderen van immigranten - van wie, zoals de cijfers nu liggen, maar 10 procent een middelbare schoolopleiding zal afmaken -, staat een kwart van de Amsterdamse huishoudens ingeschreven bij de Sociale Dienst en moet meer dan de helft van de bevolking het met een minimuminkomen doen.
Zelfs voor de dood zijn de Amsterdammers niet meer gelijk. Onderzoekers van de GG & GD hebben voor het eerst sinds de jaren dertig weer evidente gezondheidsverschillen geconstateerd tussen de verschillende buurten: de bewoners van de Apollobuurt leven gemiddeld vier a vijf jaar langer dan die van sommige andere buurten. Ter vergelijking: het verschil bij rokers en niet-rokers bedraagt gemiddeld twee jaar. De vermoedelijke oorzaken zijn niet langer vocht en kou, zoals in de steden van de vorige eeuw, maar horen bij het postindustriele tijdperk: slechte drink- en voedingsgewoonten, stress, uitzichtloosheid, heimwee. Toch is het die wereld waarbinnen de meeste gewone Amsterdammers hun leven doorbrengen: de wereld van slagerij Prins en drukkerij Vlug en Zeker, de kleine rampen en mirakels op het Van Limburg Stirumplein.

De verschijning van een burgemeester is voor een buurt concreter dan die van een Mariafiguur, maar het effect is aardser en tijdelijker. Vier jaar, dat is vandaag de dag de normale tijdshorizon van politici die een bestuurlijke rol vervullen, wie zes jaar vooruit kijkt heet visionair, en tien jaar vooruit denken betekent meestal politieke zelfmoord. Vroeger, in de tijd van de grote ideologieen en de brede visies was dat anders. Onze grootouders geneerden zich anno 1920 niet om in hun bouwen de ideale wereld van hun kleinkinderen vorm te geven. Ze hadden ideeën, niet alleen over de economische mogelijkheden van de stad, maar ook over de sociale en culturele toekomst van de gewone Amsterdammers...

... 'Als de vloed opkomt gaan alle schepen drijven,' heeft president Kennedy ooit gezegd, en op dat adagium lijkt het Amsterdamse stadsbestuur haar beleid de afgelopen jaren te hebben gebaseerd.
Men sprak over de 'uitstraling' die de glimeconomie rond de binnenstad op de gewone buurten zou hebben en over de werkgelegenheid die daardoor zou worden geschapen. Vroeger zou dat ook gebeurd zijn. Maar het kenmerkende van projecten als de IJ-oevers is nu juist dat de bedrijven daar banen van een heel nieuw soort gaan opleveren. Niet harde en strikt gedisiplineerde fabrieksarbeid, maar het soort werk dat hoort bij de post-industriele dienstensector: flexibel, informeel. Werk waarbij goede contactuele eigenschappen en een uitstekende opleiding eerste vereisten zijn. En dat zijn nu net de dingen waar het bij de meeste werklozen in de Amsterdamse volksbuurten aan ontbreekt. Ze zijn, anders gezegd, niet opgeleid voor de banen van morgen, maar voor die van gisteren. Wie in die situatie toch nog aan de bak wil komen mag wel een extra kaarsje branden voor Onze Lieve Vrouw ter Staats. ..

GEERT MAK
NRC Handelsblad van zaterdag 17 juni 1989

Klik voor index

HOME