Klik voor index
foto: peter elenbaas/steen - het parool 1989

Luc Panhuysen in Het Parool van maandag 23 juli 1990:

Buurtbewoners kijken inmiddels niet meer vreemd op als de stoep van kantoorboekhandel Vlug en Zeker pelgrims knielen. De tegel die de plek van verschijning markeert, glimt van een groot plakkaat kaarsvet. Voor sommigen ongetwijfeld de heiligste plek in heel Amsterdam, voor anderen een geslaagde grap of een steen des aanstoots. Getuige de graffiti ('Maria de buurt uit!') op rolluiken zijn er ook rabiate Mariahaters.

Klik voor index

Nadat we ons hadden aangesloten bij een groep pelgrims en ook enkele kaarsen brandden lukte het met Brouwer in contact te komen. Maar niet nadat we ons eerst hadden geabonneerd op zijn MariaBode. We mogen aan zijn tafel plaatsnemen op het terras naast de verschijningplaats.

Klik voor index

HOME


powered by FreeFind

LUCAS HENRICUS MARIA
PANHUYSEN
MariaBode verschijnt
voor hardcore Maria-fan

Een tegel in de Staatsliedenbuurt. die ter gelegenheid van de verschijning van Maria in de straat werd gelegd is voor pelgrims de heiligste plek van Amsterdam. Dat inspireerde Henk Brouwer tot de uitgave van de MariaBode, het derde blad in de serie Mini-Media.

AMSTERDAM - Hij is de verkondiger van het woord van Onze Lieve Vrouwe ter Staats, de Mariaverschijning die al dertien keer zou zijn waargenomen in de Staatsliedenbuurt. Hij is Neërlands meest Arnsterdamse apostel en het tijdschrift De MariaBode is zijn woord.

Infiltratiepogingen van Vara-tv (Sonja Barend) in zijn stamcafe liepen op niets uit. Volkskrant en NRC dreef hij tot wanhoop. Is het christelijk fundamentalisme, blasfemie of is het één grote grap? Niemand weet het. Hij is ze nog altijd te slim af geweest.
Hier in 'de Staats' is hij de alom tegenwoordige en toch de grote afwezige: Henk M(aria) Brouwer.
Zelf omschrijft hij de MariaBode als 'een hardcore Mariamagazine, voor de hardrore Maria-fan.'
Het blad wordt uitgegeven door het Comité-Generaal Onze Lieve Vrouwe ter Staats.

Kaarsvet

Buurtbewoners kijken inmiddels niet meer vreemd op als de stoep van kantoorboekhandel Vlug en Zeker pelgrims knielen. De tegel die de plek van verschijning markeert, glimt van een groot plakkaat kaarsvet. Voor sommigen ongetwijfeld de heiligste plek in heel Amsterdam, voor anderen een geslaagde grap of een steen des aanstoots. Getuige de graffiti ('Maria de buurt uit!') op rolluiken zijn er ook rabiate Mariahaters.

Nadat we ons hadden aangesloten bij een groep pelgrims en ook enkele kaarsen brandden lukte het met Brouwer in contact te komen. Maar niet nadat we ons eerst hadden geabonneerd op zijn MariaBode. We mogen aan zijn tafel plaatsnemen op het terras naast de verschijningplaats.
Het voormalig katholieke ochtendblad De Volkskrant (9-10-'89) verweet Brouwer 'dat hij-Maria, een reeds lang overleden dame, alleen maar heeft gemaakt tot een romanfguur voor zijn MariaBode'.
Brouwer: "Ach, het is de Volkskrant maar. Ware gelovigen lezen dat smerige krantje allang niet meer."
Echte katholieken lezen volgens Brouwer zijn blad 'van buitenaards niveau'. Want: "Meer nieuws hebben echte katholieken niet nodig, alles staat erin."
Een greep uit de inhoud van de laatste twee afleveringen: Heiligenlevens als voorbeeld voor de jeugd hoe ze heilig kunnen worden; Maria droeg bij haar verschijning geen C&A japonnen; Waarom masturberen een zonde is; Heilige Margeritha-Maria slobberde zich heilig aan diaree en etterende wonden.
Brouwer is in levenden lijve precies zoals de lezer zich hem voorstelt. Hij briest zoals hij op papier briest. De man is chronisch verbolgen. Kom niet aan Maria, dan kom je aan Henk.
De onconventionele wijze waarop Brouwer omspringt met Heligheden, heeft bij velen het vermoeden doen rijzen dat de MariaBode één grote mop is.
"Een grap?", roept hij retorisch van zijn terraskansel. "Weet je wat een grap is? De onzin die bisschop Bomers uitkraamt over Onze Lieve Vrouwe ter Staats. Hij laat een aan hem gerichte brief van de Bisschop van Haarlem zien: "Monseigneur is kwaad omdat we hem niet eerder op de hoogte stelden van de verschijningen van de Staatsmadonna."
En dat terwijl mgr Bomers in de laatste MariaBode nog wordt geprezen om zijn durf om voor Veronique te bekennen 'volledig op de hoogte te zijn van wat er zoal leeft in het wereldje van opblaasbare lustslavinnen die wachten op keihard SM-spel, de funcondooms met carnavaleske uitsteeksels of bananesmaak'.
Tussen de bisschop en grootinquislteur Brouwer botert het niet bijzonder. De laatste MariaBodes halen met satanische spot en venijn uit naar Bomers. Tijd voor een telefoontje met het paleis aan de Nieuwe Gracht te Haarlem. "Onze Lieve Vrouwe ter Staats?", vraagt Zijne Eminentie, "nog nooit van gehoord."
Als Brouwer dit hoort, snuift hij verontwaardigd. "Wat is het toch triest dat zelfs een gezalfd man als Bomers het achtste gebod met handen en voeten treedt: Gij zult tegen uw naasten niet vals getuigen."

Bisschop

Met een theatraal gebaar haalt hij nog een bisschoppelijk schrijven uit zijn aktentas. Hij wijst aan: gedateerd 30 oktober 1989.
"Uit uw brief lees ik dat u wilt handelen in overeenstemming met de kerkelijke voorschriften. Het verhaal van de verschijningen van Maria in de Staatsliedenbuurt heb ik tot nu toe steeds moeten vernemen door middel van publikaties van kranten. Het zou voor de hand hebben gelegen als het Comité-Generaal in een veel eerder stadium hierover contact met mij had opgenomen..." Met de handtekening van Bomers eronder.
Brouwer: "De bisschop heeft gesteld dat Maria en de katholieke kerk nooit met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Zolang de kerk, en dus Bomers, Onze Lieve Vrouwe ter Staan niet heeft erkend, is er dus geen sprake van een werkelijke Mariaverschijning. Maar Bomers maakt het echt te bont. Alsof Maria met verschijnen zal wachten tot hij nog eens met erkenning komt!"

Goede afloop

Maar de voorzitter van het Comité-Generaal Onze Lieve Vrouwe ter Staats vertrouwt op een goede afloop. "Kijk, uiteindelijk kan de kerk wat dit betreft geen vergissing maken, omdat ze geleid wordt door de Heilige Geest. De kerk heeft uiteindelijk altijd gelijk, want de Heilige Geest waakt erover dat de paus en zijn bisschoppen in geloofsvragen geen vergissingen maken. Niemand hoeft dan ook bezorgd te zijn over het wel of niet kerkelijk erkennen van het wonder dat zich in de Staatsliedenbuurt heeft afgespeeld. Als de kerk dwaalt, dan zal het van zeer tijdelijke aard zijn."

Luc Panhuysen in Het Parool van maandag 23 juli 1990

HOME