Er is een verkwisting In vraag stellen wat ik heb geleerd Vermoeiend blijken mijn dagen als ik luister Naar die euforische stem binnenin Het verwijst naar kleuren en klanken, onbekend Verdrongen buiten de stadsmuren Van mijn opvoeding Luisterend, zat ik heel mijn jeugd en nog wat langer Op de stoelen, betreedt door zovele anderen in de zoektocht van een systeem om de kennis die IK dacht voor mezelf te winnen voorgekauwd, mijn mond in te proppen verlamd door een schijnbare apathie dronk ik daarna nog de zonnige hoop kritisch te zijn een gevoel delend met een mens op straat schijnbaar geen kenner van DE kennis en geen genie van DE kunst bloeit er iets open dat onbekend was barsten stenen net wijdt genoeg dat er iets groeien kan, ‘onkruid’ hoor ik bewust van mezelf breek ik de spiegel gevormd en gemaakt om minne beeld te bepalen een voorgevoel van euforische gevoelens en chaos gebrandmerkt door het verleden, toch voel ik me anders Groen, geel en pastel mengen zich met de klanken van dit zingen En ik verhef mezelf zonder neer te kijken (bewegen)