<< Terug naar overzichtspagina
Jean Baptiste Billiet X Eeklo 10/08/1838 Marie De Brauwer
(fs Jacobus Franciscus X Catharina Vincentia Drijoel) (fa Joanne Marie De Brauwer)
° Eeklo 08/05/1807 ° Lembeke 20/08/1809
+ Oostakker 04/06/1870: 63 jr + Sint-Amandsberg 04/05/1888: 78 jr
Kinderen Billiet:
1. Marie Louise |
° Eeklo 28/06/1839 |
2. Julia |
° Eeklo 02/12/1840 |
° Eeklo 30/09/1842 |
|
° Eeklo 07/11/1844 |
|
° Eeklo 03/01/1847 |
|
6. Mathilde Marie |
° Eeklo 08/06/1850 |
° Gent 05/02/1854 |
Bij het huwelijk in 1838 was Jean (Joannes) Baptiste Billiet een wever en zijn vrouw Marie De Brauwer uit Lembeke was dienstmeid wonende te Eeklo.
Vanaf 1839 was Jean Baptiste winkelier in de Kerkstraat in Eeklo.
Vanaf 1850 werd hij opnieuw wever genoemd.
Hij ondertekende steeds eigenhandig alle aktes.
Tussen 1851 en 1854 verlieten ze Eeklo en verhuisden naar Gent waar ze in de Beerrestege woonden.
In die periode was er een zware economische crisis. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden, klimatologische rampen, misoogsten (mislukte aardappeloogst), epidemieën, een te kortzichtig beleid en de schandalige prijzenpolitiek van de Eeklose handelaars, waren oorzaak dat Eeklo in 1840 een macaber aanzicht bood. Door de Smet E. (tijdschrift “Ons Meetjesland”, 1985) wordt vermeld dat tijdens de rampzalige crisisjaren de mensen van honger en ontbering dood vielen in volle straat. Circa 33% van de Eeklose inwoners stonden op dat moment op de armlijsten ingeschreven.
Gent kende toen een enorme bevolkingsaangroei, voortspruitend uit de stijgende industrialisatie en rustige periode na de onafhankelijkheid (1830). Na afschaffing van het octrooirecht (1860) verdwenen overigens alle poorten. Het uitbreiden van het grondgebied van Gent werkte de immigratie van de landelijke bevolking, aangelokt door de stedelijke industrie, in de hand.
Jean Baptiste Billiet oefende in Gent nog steeds het beroep van wever uit.
In 1870 was het gezin Billiet-De Brauwer verhuisd naar Oostakker. Daar woonden ze in de Voorstraat (een stuk van de huidige Antwerpse Steenweg) waar Jean Baptiste herbergier was en Marie De Brauwer was er winkelierster.
Na het overlijden van Jean Baptiste in 1870 woonde Marie De Brauwer met haar gezin in Sint-Amandsberg waar ze winkelierster was. Mogelijks bleef ze in hetzelfde huis wonen, want de gemeente Sint-Amandsberg kwam in 1872 officieel tot stand door afsplitsing van de gemeente Oostakker.
Zoon Eugene Pieter was timmerman en herbergier, wonende in de Voorstraat in Sint-Amandsberg.
Zoon Karel Lodewijk was bakker. Zijn vrouw was “kleedermaakster”. De vrouwen van Karel Lodewijk en Aloysius Seraphinus waren zussen van elkaar.
Zoon Aloysius Seraphinus was timmerman. Zijn vrouw was “mutsemaakster”.
Zoon Marcellinus Emilius was aanvankelijk bakker, maar later “koopman in kolen”.
----------------------------------------------------------------------
Bronnen:
- Burgerlijke Stand Eeklo, Oostakker en Sint-Amandsberg via http://search.arch.be/nl/themas/tips/101-burgerlijke-stand.
- de Smet E., “Chronologie van de Eeklose gebeurtenissen vanaf de Belgische onafhankelijkheid, 1840”, verschenen in het tijdschrift “ons Meetjesland” 1985, 18e jaargang nr 1
<< Terug naar overzichtspagina