<< Terug naar overzichtspagina

 

Carolus Franciscus Billiet               X Gent St-Salvator 19/06/1787         Joanna Maria Grenier

(fs Carolus Emmanuelis  X  Francisca Van Wontergem)                                           (fa Franciscus Hubertus  X  Joanne Eleonore Ally)

° Poeke 23/05/1755                                                                                       ° Gent St-Salvator 19/09/1758

+ Gent 11/04/1802: 46 jr

 

Huwelijksgetuigen: Marcus Antonius Billiet & Petronilla Bernarda Grenier.

 

Kinderen Billiet:

1. Carolus Franciscus

° Gent St-Michiels-Noord 03/04/1788
+ Gent 25/02/1830: 41 jr
X Gent 07/11/1821  Maria Amelia Philippina Meurant

2. Ludovicus Bernardus

° Gent St-Michiels-Noord 29/04/1790
+ Merendree 24/12/1859: 69 jr

3. Maria Josepha

° Gent St-Michiels-Noord 20/10/1791

4. Joannes Baptiste

° Gent St-Michiels-Noord 25/09/1792
+ Gent
01/01/1853: 60 jr
X Gent 27/01/1831  
Francisca Philippine Kerres

5. Sophia

° Gent St-Michiels-Noord 02/06/1794

6. Constantinus

° Gent St-Michiels-Noord 29/10/1795
+ Vinderhoute 16/08/1844: 48 jr

7. Marie Josephe

° Gent 15/01/1797 (26 Nivose jaar 5)

 

 

Doopgetuigen:

Kind

Dooppeter & doopmeter

Carolus Franciscus

Domini Josephus Livinus Grenier notaire; Domini Francisci Huberti Grenier nati in habitante Sti Salvatoris Ganda & Dlla Catharina Jacoba Billiet nata in Poucques et ibdem habitans

Ludovicus Bernardus

Dominius Antonius Josephus Facon & Domicella Petronilla Bernarda Grenier

Maria Josepha

Josephus Livinus Grenier & Maria Theresia Craymeersch

Joannes Baptiste

Dominus Joannes Baptista Grenier vicepastor in Meyghem baptizans & Domicella Camilla Antonia Billiet

Sophia

Dominus Augustinus Florentius Billiet medicine licenciatus & Domicella Isabella van Crombrugghe

Constantinus

Dominus Joannes Baptista Amelot in Concilio flandria procurator & Domicella Anna Maria Faute uxor (=echtgenote) Philippi van Langermeersch

Marie Josephe

Getuigen op het stadhuis: Phillippe van Langemeersch 35 jr charpentier (timmerman) & Jean Baptiste Amelot 33 jr, wonende respectievelijk Rue de Keyserdreve en Burghstraete

 

 

Rond 1773 werd Karel-Frans Billiet, filius Karel-Emmanuel van Poeke, eigenaar van de heerlijkheid Zwijnhage in Ruiselede. Hij was toen slechts 18 jaar en zijn beide ouders waren al 4 jaar dood. Hoe hij daar op die jonge leeftijd eigenaar van werd, is nog niet teruggevonden.

De eigendom had een oppervlakte van negen oude bunders (ca 12,75 ha) en lag nabij de Poekestraat aan de grens met Poeke, palende met de oost- en zuidkant aan de Reigersbeek die de grens vormt tussen de gemeenten Ruiselede en Poeke. Op dat domein stonden slechts een paar huizen, de rest was landbouwland, hooiland, weide en enkele percelen bos.

De heerlijkheden van Ruiselede. Op de grens met de parochie Poeke lag de heerlijkheid Zwijnhage, hier in rood omkringd.

 

 

In 1787 trouwde Carolus Franciscus Billiet in Gent met Joanna Maria Grenier die vanaf haar geboorte in de Sint-Salvator parochie van Gent woonde. In de Latijnse doopaktes van hun kinderen werd de naam van Joanna Maria Grenier soms voorafgegaan met het eerbiedwaardige: “domicella” (dame, jonkvrouw). Haar familie was van hoge stand, want ze had onder andere een broer die notaris was en een andere broer was in 1792 onderpastoor in Meigem.

 

Het gezin Billiet-Grenier vestigde zich in Gent in de parochie Sint-Michiels-Noord.

Carolus Franciscus Billiet had de titel “procureur in de Raad van Vlaanderen”. Alle Latijnse doopaktes in dit gezin omschreven hem als: “domini Caroli Francisci Billiet in concilio flandria procuratoris“ (heer Carolus Franciscus Billiet procureur in de Raad van Vlaanderen).

De Raad van Vlaanderen was de hoogste rechtbank van het graafschap en was gevestigd in Gent.

Een procureur is een ambtenaar verbonden aan een rechtbank en heeft als taak een partij te vertegenwoordigen als gevolmachtigde. Zo staat hij in voor de kennisgevingen aan de gedaagde. Hij is geen advocaat.

De Franstalige geboorteakte van de Burgerlijke Stand uit 1797 vermeldt dat het gezin woonde in: “section de la fraternité Rue de Cour de prince” (de straat Prinsenhof, gelegen tussen het Gravensteen en Rabot).

 

De Franstalige overlijdensakte van Charles Francois Billiet in 1802 vermeldt dat hij overleed “d un Rhume Catheralis“ (verkoudheid). Zijn beroep werd genoemd “particulier” (privaat persoon) en hij woonde toen in de Veerdamstraete (=tegenwoordig Drongenhof) in Gent.

 

 

De kinderen van dit gezin waren allen hoog geschoold:

-          De oudste zoon Carolus Franciscus werd notaris vanaf 1815 tot zijn dood in 1830.

-          De tweede zoon, Ludovicus Bernardus, werd priester. Hij deed zijn intrede in het seminarie op 30/09/1811. In 1813 weigerde hij als seminarist de benoeming door Napoleon van bisschop De la Brue te aanvaarden en werd in september 1813 opgesloten te Parijs en daarna te Cambrai. Na de nederlaag van Napoleon kwam hij weer vrij. Zijn priesterwijding was op 20/05/1815, waarna hij op 29/07/1815 onderpastoor te Beervelde werd. Vanaf 17/06/1829 werd hij pastoor te Nederhasselt en vanaf 27/06/1843 pastoor te Ronsele. Op 04/02/1857 gaf hij zijn ontslag op 67-jarige leeftijd. Hij overleed in 1859 in Merendree.

-          Zonen Joannes Baptiste en Constantinus werden beiden in Franstalige aktes genoemd: “avoué” (procureur, pleitbezorger bij het gerecht). Beiden woonden in Gent in “het Groot Gewat”.

Constantinus bleef ongehuwd. Hij overleed op tragische wijze in Vinderhoute. Zijn overlijdensakte vermeldt dat hij overleed in een huis op de wijk “Den Bierstal”, een wijk aan de Brugse vaart. Maar verschillende kranten publiceerden artikelen die de juiste toedracht vermeldden.

De krant Le Messager De Gand publiceerde op 18-08-1844 pg 1 volgend Franstalig artikel:

Originele Franse tekst

Vertaling naar Nederlands

Hier matin on a retiré du canal de Bruges, à Vinderhoute, le cadavre d’un monsieur vêtu de noir et portant une chaîne de sûreté en or. On l’a trouvé en outre nanti d’un portefeuille contenant un certain nombre de billets de banque.

Plus tard dans la journée le cadavre a été reconnu pour être celui de M. Constant Billiet, avoué près le tribunal de première instance de cette ville.

On ignore si la mort de ce citoyen doit être attribuée à un malheur ou si elle est le résultat d’un suicide.

Gisterenmorgen werd uit het Brugse kanaal te Vinderhoute een lijk opgehaald van een man gekleed in het zwart, dragend een gouden veiligheidsketting. Hij werd bovendien welstellend bevonden met een portefeuille met een aantal bankbiljetten.

Later op de dag werd het lijk herkend als M. Constant Billiet, avoué bij het tribunaal van eerste aanleg in deze stad.

Men weet niet of de dood van deze stadsgenoot toe te schrijven is aan een ongeluk of het resultaat is van een zelfmoord.

Een paar maanden na zijn overlijden werd in de krant Le Messager De Gand van 17/10/1844 een publieke verkoop aangekondigd die zijn hobby duidelijk maakt (vertaling uit het Frans): “in de tuin van wijlen M. C. Billiet, Theresianenstraat, een mooie collectie planten voor volle grond; botanisch register en andere botanische werktuigen.” Enkele jaren voor zijn dood was zijn naam ook al geregeld te vinden in krantenartikelen als lid van een jury die de mooiste collecties planten en bloemen moest beoordelen en medailles uitdelen. Constantinus Billiet was daarbij lid van “La société d’agriculture et de botanique de Gand ».

 

 

Toelichting over de situatie van priester Ludovicus Bernardus Billiet: De Franse Keizer Napoleon I benoemde tijdens zijn bewind in onze gewesten de bisschoppen zelf, hiermee ingaand tegen alle katholieke wetten en gewoonten. Bisschop de Broglie van Gent (toen was West- en Oost-Vlaanderen één bisdom) verzette zich tegen deze keizerlijke bemoeienis, maar hij werd in 1811 door Napoleon afgezet en in Frankrijk opgesloten. In 1813 zond Napoleon een nieuwe bisschop naar Gent, Mgr. de la Brue, zonder pauselijke aanstelling. Deze werd door de geestelijkheid niet erkend. De Gentse seminaristen (75 man) verlieten het seminarie en keerden naar huis terug. Aanstonds werden zij opgeroepen voor de militaire dienst en velen werden naar het fort Wezel aan de Rijn gestuurd waar zij dienden als kanonniers; anderen werden opgesloten. Van hen zijn er 49 tijdens de verbanning overleden door ziekte, ontbering en pesterijen van hun bewakers.

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen:

-          Parochieregisters Poeke (gemeentearchief Aalter) en Gent

-          Aktes Burgerlijke Stand Gent

-          ODIS-vermeldingen van priester Ludovicus Bernardus Billiet, via: http://www.odis.be/lnk/PS_20929

-          Heerlijkheden van Ruiselede uit Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek van het heemkundig genootschap van het Meetjesland, Nr 16, 1965, via https://www.appeltjes-meetjesland.org/pdf/Appeltjes-van-het-Meetjesland-16-1965.pdf.

-          Krantenartikel in Le Messager De Gand op 18-08-1844 pg 1 (opvraagbaar via www.belgicapress.be/ ): overlijden Constant Billiet

-          Krantenartikel in Le Messager De Gand op 17-10-1844 pg 4 (opvraagbaar via www.belgicapress.be/ ): openbare verkoop botanische zaken van wijlen Constant Billiet

-          Krantenartikel in Le Messager De Gand op 01-07-1835: bijeenkomst (séance) van La société d’agriculture et de botanique de cette ville. Bij de jury die collecties planten en bloemen moet beoordelen en medailles uitdeelt zit ook C. Billiet

 

 

<< Terug naar overzichtspagina