<< Terug naar overzichtspagina

 

Jacobus Billiet           X

(fs ???  X  ???)

° ca 1650

+ Tielt 03/04/1700: ca 50 jr

Suzanna Maria Vanden Berghe

(fa Gaspar  X  Joanna t’Felt)

° Ingelmunster 02/09/1641

+ Tielt 27/11/1694: 53 jr

 

Kinderen Billiet:

1. Maria Barbara

° Tielt ca 1673
+ Tielt 02/10/1704: 31 jr (ongehuwd)

2. Gaspar Louis

° Tielt 03/07/1675
+ Tielt 19/04/1717: 41 jaar
X Tielt 14/02/1702  Petronella Van(den) Berghe
(huwelijksgetuigen: Francisco De Smet & Elisabeth thooft)

3. Franciscus Jacobus

° Tielt 23/09/1677

4. Joannes Baptist

° Tielt 13/11/1681
+ Poeke 11/12/1735: 54 jr
X Poeke 23/08/1712  Rosa Damours

 

 

Doopgetuigen:

Kind

Dooppeter & doopmeter

Gaspar Louis

nobili domino (edele heer) Anselmo Ignatio Adorius & Van Balenberghe

Franciscus Jacobus

Jacobo Van Lande no~e (afkorting van nomine = in naam van) francisci van Luide & Juliana de Blancke no~e Marie Catharine Villers

Joannes Baptist

Egidio Vanden Berghe & Catharina De Roo

 

 

Suzanna Maria Vanden Berghe (vaak geschreven als Van Berghe), de echtgenote van Jacobus Billiet, was in Ingelmunster geboren vermoedelijk in 1641 onder de doopnaam Maria Anna Vanden Berghe, dochter van Gaspar en Joanne t’Felt.

Haar ouders waren van voorname afkomst, want in haar (Vlaamstalige) doopakte werd de naam van haar dooppeter voorafgegaan met “mr” (meester) en in een doopakte van een ander kind uit haar ouderlijk gezin werd de vader genoemd “d’heer Gaspar”, een eerbiedige aanspreektitel die in andere aktes van die parochie niet gebruikelijk was. Een document van 27 maart 1629 bevestigt dat Gaspar Vanden Berghe de baluw van de baronie van Ingelmunster was. Ook een proces voor de Raad van Vlaanderen uit 1638 vernoemde Jasper vanden Berghe als baljuw van Ingelmunster. Eén van de schepenen van Ingelmunster noemde Joos t’Felt. Beide families Billiet en ’t Felt behoorden dus tot de leidende top van de gemeente.

 

Jacobus (Jacques) Billiet was vanaf 6 september 1664 tot zijn overlijden in 1700 griffier van de stad Tielt en tegelijk ook van de dorpen Ruiselede en Wontergem die zelf geen eigen heer hadden en waar de baljuw van Tielt de wet stelde.

Jacques Billiet pachtte zijn ambt van griffier voor 200 florijnen per jaar. In 1690 werd die pacht verlengd tegen 100 florijnen per jaar.

Hij werd samen met zijn vrouw Maria Vanden Berghe en hun kinderen als poorter van Tielt aanvaard op 2 oktober 1685. Jacobus was dus geen geboren Tieltenaar, maar omdat hij er woonde en werkte vroeg hij het Tieltse poorterschap aan.

Een document uit 1692, bestemd voor een proces over een achterstallige rente, vermeldt Jacques Billiet als ontvanger van de beurzenstichting”.

Vermoedelijk heeft Jacques Billiet rond 1694 ontslag genomen als griffier van Ruiselede, want vanaf dan werd daar Charles Billiet griffier, die in 1713 zelfs burgemeester van Ruiselede werd. Deze Charles Billiet (echtgenoot van Juliana Deplancke en daarna van Joanna Theresia Vandenhende) was mogelijks een broer van Jacobus Billiet, want in 1686 was Jacobus dooppeter van een kind van Charles. Bovendien komt zowel bij Jacobus als bij Charles Billiet de naam Catharina De Roo voor onder de doopgetuigen. Deze Catharina De Roo woonde in Ruiselede en was naaste familie van beide vrouwen van Charles Billiet.

De Latijnse begrafenisakte van Jacobus Billiet in 1700 vermeldt duidelijk dat hij tot aan zijn dood griffier van de stad Tielt was: “civitatis hujus scriba” (=schrijver van deze stad).

 

Het gezin Jacques Billiet woonde, minstens op het einde van zijn leven, op de Hulst (het tegenwoordige Hulstplein in Tielt). Stadsrekeningen van 1706 tot 1711 vermeldden: “op de Hulst een huis toebehoorend aan Jan-Bapte Vaerman, te voorent d’heer Jacques Billiet”.

Na zijn overlijden werd een lijst opgesteld van het sterfhuis van griffier Jacques Billiet en die bevatte o.a. een "inventaris vande boucken ende documenten … uyt het contoir van Jacques Billiet".

Vermoedelijk waren er nog schulden te vereffenen, want de burgemeester en schepenen stelden een curator aan voor het sterfhuis Jacques Billiet. Er werden twee eigendommen verkocht:

-         1ste koop: “Alvooren eene heerelyckhede (=domein grond) haer extenderende (=zich uitstrekkende) binnen de prochie van Meulebeke genaempt het heerschip ten Ackere ghehouden van den leenhove en heerlyckhede van Bosterhout, wesende van groote extendue, daer jaerelycx inne compt (=jaarlijkse inkomsten) in penninckrente ses ponden par. (=pond parisis, Parijse ponden, Frans geld) vier cappoenen (=vetgemeste gecastreerde hanen) ende twee rasieren (een razier is een havermaat = 88 liter, in kasselrij Kortrijk) ruwe evene (=een haversoort met lange kronkelende kafnaalden), staende ten reliefve van thien ponden par. ende twyntich schelle par. van cammerlynck gelt ende in ’t verthieren den thienden pennynck.” Deze eigendom werd verkocht op 2 januari 1704 aan Sieur Guillaume De Bels voor 14 ponden grooten Vlaamsch (=Vlaams geld).

-         De 2de koop was een part uit een nog onverdeelde erfenis van de ouders van Suzanna Maria Vanden Berghe: “het deurgaende vierde part van eene behuysde hofstede wel beplant gelegen binnen de prochie van Ingelmunster west by de plaetse (=het dorpsplein) danof de drye deele der selver (=waarvan de andere 3 delen van ditzelfde goed) competeeren aen d’hoirs (=toebehoren aan de erfgenamen) Jaspardt Vanden Berghe en Sr Jaspardt-Lodewyck Biliet met consoorten, groot met de landen ende meerschen daermede gaende omtrent de neghen bunder (9 bunder = 12,75 ha, in kasselrij Kortrijk), in pachte ghebruykt by Rogier Fermyn ten advenante van twalf ponden grooten tsjaers boven het last van de poinctynghen ende settynghen (=belastingen en heffingen) mitsgaders (=alsmede; en ook) d’heerelycke rente daeruyt gaende ghehouden van de heerelyckheden van Schothoucke en Baronye van Hingelmunster, onverscheen en onverdeelt.” Dit vierde part werd verkocht op 2 januari 1704 aan Jacques de Caighy voor 20 ponden 13 schellen 4 grooten Vlaamsch.

 

De familie Vanden Berghe was rijk en had veel eigendommen in meerdere gemeenten. Na het overlijden van een broer van Suzanna Maria, priester Jan Baptist Vanden Berghe, erfde de familie Billiet daar eigendommen van. Volgende Wettelijke Passeringen van Oostkamp handelden over eigendommen uit de nalatenschap van priester Vanden Berghe, waarbij Jacques Billiet griffier van Tielt en zijn zonen als erfgenamen betrokken waren:

-         f° 62v: “Sieur Joannes Vanden Berghe en ook namens Jacques Billiet, greffier van Tielt, om te voldoen aan de wil van heer en meester Jan Bapt.Vanden Berghe, overleden pastor van Houtave, verkoopt aan de disch van Houtave: 5/6 van een huys + 3 gem. (3 gemeten =1,33 ha, in kasselrij Brugse Vrije) land, zuid van de platse van Oostcamp. Gerecht van Jacques De Smet en Pieter De Deyne in 1688 (mits recht van naerhede). Actum 6 oct. 1696.

-         f° 224: “Gaspar en Jan-Bapt. Billiet, zoon van Jacques en Susanna Vanden Berghe, hoirs (=erfgenamen) van Jan-Bapt. Vanden Berghe, verkopen aan Cornelis Van Renterghem: een huys dicht bij de Moerbrugghe, van oudts genaemt Leopoldus, voor desen geweest een herberghe, palend oost aan de Audenaersche heerweg en boomgaerd van dhofstede van weduwe Joos Everaert gebruikt door Jan De Raet, palend aan het huys bewoond door de koper. Koopsom 128 p. 10 sch gr. Actum 30 sept. 1716.(Moerbrugge is een dorp nabij Oostkamp.)

 

 

Zoon Gaspar Louis Billiet trouwde met een weduwe Petronella Vanden Berghe die mogelijks familie van zijn moeder was, want de huwelijksakte vermeldt dat er dispensatie (vrijstelling van een gebod) werd verleend. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Gaspar Louis was de waard van herberg Den Hert op de markt in Tielt. Daarnaast was hij ook procureur bij de vierschaar. Hij deed de eed op 29 juli 1700, dus kort na het overlijden van zijn vader.

In 1701 was hij ook leenman van ’t Leenhof van Tielt. In een rekening van Pieter Dejonckheere, ontvanger van Tielt-Buiten 1709-1710, leest men onder de betalingen: “Item betaelt aen Gaspart-Lodewyk Billet over de taire (=het verteer in een herberg) tsynen huyse …”

 

Zoon Joannes Baptist Billiet werd griffier van Poeke en Kanegem.

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen:

-          regest uit E. Warlop, Inventarissen van Archieven van Kerkfabrieken, deel I, Ingelmunster. Regest 43: “ 27 maart 1629. Michiel van Coille, burgemeester, en Pieter de Lare, Gerard Pauwels en Joos Tfelt, schepenen van de baronnie van Ingelmunster, oorkonden dat Gaspar vanden Berghe, baljuw van genoemde baronnie … “ enz.

-          Parochieregisters Tielt en Ingelmunster  https://search.arch.be/nl/themas/tips/98-parochieregisters. De periode 1672-1673 ontbreekt in de doopakten van Tielt.

-          Inventaris van het fonds Descantons de Montblanc (de Plotho)/ E.Warlop. Goederenbeheer > II. Goederen in België > G. Provincie West-Vlaanderen > 7. Arrondissement Roeselare > C. Ingelmunster > (21) Niet-geordende stukken > 16278. Raad van Vlaanderen: proces Geraard Caluwaert van Oostrozebeke tegen baron van Ingelmunster voor Jasper vanden Berghe, zijn baljuw van Ingelmunster. 1638.

-          Archieven van Tielt. Opvraagbaar via website www.west-vlaanderen.be/probat

-          Archief van Tielt: referentie BE SAT/OAT/2/A/P.B./2p, oud inventarisnummer: 24. Datum 1664. Akte van aanstelling van Jacques Billiet tot griffier voor een termijn van negen jaar.

-          Archief van Tielt: referentie BE SAT/OAT/2/A/P.B./2q, oud inventarisnummer: 25. Datum 1690. Verklaring voor notaris Raphaël Robijn uit Kortrijk, door Louis Raulin, directeur-generaal van de Domeinen in Vlaanderen, dat het ambt van griffier van de stad Tielt en de dorpen Ruiselede en Wontergem opnieuw verpacht wordt aan Jacques Billiet voor één jaar voor 100 florijnen. Th. Mengelingen blz 37: avoir donné et continué en ferme au Sr Jacques Biliet la greffe de la dite ville et des vilaiges de Ruysselede et Wontergem appartenants au Roy pour le terme d’une année… comme il at jouy cydevant pour et moyennant la somme de cent florins payable au bureau desdites domaines à Courtrai – 6 Decembre 1690.

-          Archief van Tielt: referentie BE SAT/OAT/2/G/P.B./20d, oud inventarisnummer: 226. Verantwoordingsdocument voor het proces voor de wet, tussen Jacques Billiet, ontvanger van de beurzenstichting, en de dismeester betreffende een achterstallige rente ten gunste van de stichting. Datum 1692.

-          Archief van Tielt: referentie BE SAT/OAT/2/A/P.B./2r, oud inventarisnummer: 26. Datum 1700. Lijsten van het sterfhuis van griffier Jacques Billiet. Bevat o.a. een "inventaris vande boucken ende documenten … uyt het contoir van Jacques Billiet."

-          Wettelijke passeringen van Oostkamp. Info via https://www.heemkringoostkamp.be/sites/default/files/media/Wettelijke%20Passeringen%20v2013a.pdf.
Register 22 vanaf 1694 tot 1701: f° 62v 
Register 25 vanaf 1711 tot 1717f° 224.

 

 

<< Terug naar overzichtspagina