Oefening: tekstdelen van het net in een Worddocument overbrengen
Home Soorten
Pijlgifkikkers houden
Enkele soorten
Er zijn honderden verschillende soorten elk met hun specifieke groottes en kleuren. Teveel om op te noemen. Daarom hier enkele fraaie voorbeelden:
Dendrobates Tinctorius Azureus
Ook wel de blauwe pijlgifkikker genoemd (Dendrobates tinctorius var. azureus) is een bekende variatie van de soort Dendrobates tinctorius.
Het is een van de weinige soorten kikkers die in één oogopslag te herkennen is; een knalblauwe kleur met over het hele lijf kleine zwarte vlekjes die op het midden van de rug groter zijn. Vele andere soorten pijlgifkikkers hebben wel felle kleuren maar vele variaties, de blauwe pijlgifkikker is altijd helemaal blauw. Het patroon van kleine vlekjes kent wel wat variatie; sommige exemplaren hebben slechts een paar kleine vlekjes bij de oksels of zeer kleine stipjes over het hele lijf. De buik is lichtblauw en zoals alle pijlgifkikkers heeft deze soort een gedrongen, pad-achtig lijf en wordt ongeveer 4,5 centimeter lang.
Dendrobates Tinctorius (Cobalt)
De soortnaam tinctorius betekent geverfd, en slaat op de vermeende gewoonte van indianen om met de huidafscheiding veren te verven, deze zouden dan een rode kleur krijgen. Het verhaal is echter nooit bevestigd.
Daarom ook dat we in het Nederlands spreekt van de “schilderskikker”. De soort komt voor in Suriname, Guyana, Frans-Guyana en Brazilië, en leeft in warme tropische regenwouden in laaggelegen gebieden. Veel Surinaamse exemplaren leven langs de rivieren. Op het menu staan kleine insecten als vliegjes en kevertjes, en veel vijanden heeft Dendrobates tinctorius niet vanwege de giftige huidafscheiding. De kleuren van deze soort variëren sterk per leefgebied; het is daardoor dat vele ondersoorten ontstaan zijn en ze soms ook moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Op de foto de soort “Cobalt”.
Oophaga Pumilio (Bastimentos)
Ook bij deze kleine soort is de naam uitgebreid met de streek waar ze gevonden worden. Hier als voorbeeld ‘Bastimentos’, een eilandje bij Panama. De aardbeikikker, zoals hij ook wordt genoemd, is meestal makkelijk te herkennen aan de rode voorzijde die ongeveer twee derde uitmaakt en de donkerblauwe achterzijde. Ook is de lengte niet groter dan 3 centimeter en daaraan is de wetenschappelijke soortnaam te danken, want pumilus betekent dwerg. Lang niet alle exemplaren hebben echter de roodblauwe kleurencombinatie; geheel blauwe, gele, oranje en groene kleuren komen ook voor, soms in combinatie met zwarte vlekken of strepen. Ook zijn er andere soorten die sterk verward kunnen worden met de aardbeikikker, waardoor determinatie met het blote oog niet altijd mogelijk is. Over sommige ondersoorten bestaat dan ook enige discussie.
© 2010 CVO Leerstad