Notoir atheïst Antony Flew bekeert zich

 

ANTWERPEN (RKnieuws.net) - In zijn recent boek There is a God: How the World’s Most Notorious Atheist Changed His Mind legt Antony Flew uit waarom hij zich als notoir atheïst bekeerde tot het godsgeloof. Zijn redelijke argumenten lieten hem geen andere keus dan het bestaan van God te aanvaarden.

 

In 2004 bereikte ons uit de Verenigde Staten het nieuws dat een vooraanstaande voorvechter van het atheïsme, Antony Flew, overgestapte naar het kamp van de theïsten. Wat was er met hem aan de hand, vroegen zijn oude medestanders zich af. In het recente boek There is a God: How the World’s Most Notorious Atheist Changed His Mind legt hij zijn bekering uit. Flew ontkent daarin dat hij nu gelooft in een persoonlijke God. Hij gelooft wel in de god die Aristoteles beschrijft als almachtig en als de ultieme intelligentie. Geen groot geloof, zou Blaise Pascal zeggen: de god van de filosofen en niet de God die ons hart beroert. Maar zelfs dat was genoeg om zijn vroegere medestanders de gordijnen in te jagen. Was de man niet al over de tachtig en misschien een beetje seniel? Deze en andere verdachtmakingen ontkent Flew staalhard. Hij bleef altijd zijn socratische motto trouw: de redelijke argumenten volgen waarheen die ook mogen leiden. Uit de autobiografische hoofdstukken van zijn boek blijkt dat zijn ‘bekering’ inderdaad niet plotseling kwam.

Flew gaat uit van een filosofische duiding van recente natuurwetenschappelijke verworvenheden. Die ontdekten, meer dan tevoren, de redelijkheid van onze natuurlijke wereld en gaven aanleiding tot een vernieuwd kosmologisch denken. Het wereldbeeld van de Big Bang verdrong dat van het eindeloze en statische universum. Als het heelal een waarneembaar begin heeft, kan de vraag naar een verklaring van dat begin niet langer worden ontweken. Maar er is meer. Kort na dat begin zijn in ons universum constante en precieze natuurwetten ontstaan, bijvoorbeeld de zwaartekracht en het elektromagnetisme. Die natuurwetten zijn nodig voor de verdere ontwikkeling van het heelal. De waarden van de fysische constanten van die natuurwetten zijn zo precies op elkaar afgesteld dat hun combinatie onvoorstelbaar onwaarschijnlijk is. Dat ‘antropische principe’ maakt het ontstaan van het menselijke leven mogelijk en roept als vanzelf het denkbeeld van de schepping door een oneindig intelligente ontwerper op.

Niet alle kosmologen hebben die duiding van het antropische principe aanvaard. Sommigen gissen dat ons universum slechts een van eindeloos vele is, dat in die andere universa andere natuurwetten gelden en dat door een gelukkig maar niet onmogelijk toeval in een universum, het onze, de juiste, levensvriendelijke natuurwetten ontstonden. Maar dat overtuigt Flew niet. Empirische aanwijzingen voor het bestaan van andere universa zijn er niet. En ook dan zou de vraag rijzen naar de overkoepelende natuurwetten waarvan de onze slechts een variante zouden zijn. Zo wordt volgens Flew het vraagstuk van het wondere begin alleen verschoven van ons universum naar een al te hypothetisch ‘multiversum’.

Een andere kernvraag betreft de oorsprong van het leven. Hoe kan uit de dode materie van de fysici de levende materie van de biologen ontstaan zijn? Want leven betekent dat de materie doelgerichte activiteiten ontwikkelt en dat ze, om zichzelf te reproduceren, de nodige informatie opslaat in de genen. Maar komt Flew zo niet al te dicht in de buurt van intelligent design? Die kritiek op de evolutieleer tracht in de geschiedenis van het leven zo groot mogelijke gaten te ontdekken om die te laten opvullen door een intelligente ontwerper. Volgens de evolutiebiologen kunnen die gaten echter bevredigend worden opgevuld door het samenspel van genetische mutaties en natuurlijke selectie.

Wat daar ook van zij, volgens Flew wordt zo niet de fundamentele vraag gesteld. De biologen willen de continuïteit van de evolutie beschrijven. Maar een beschrijving is nog geen verklaring. Die wil begrijpen waarom de dode materie ooit levend, steeds meer levend en steeds meer bewust is geworden. Wellicht is daarvoor een andere visie op de materie nodig dan de materialistische. Die heeft veel aandacht voor de externe invloeden op de materie, voor effectieve oorzaken, maar weinig voor de eigen potentie van de materie. Die zou pas echt kunnen verklaren waarom de materie op die effectieve oorzaken soms zo creatief reageert. De materie is intelligenter dan gedacht werd en deelt in de intelligentie die ons universum doordrenkt. Daarom kunnen toevallige mutaties meer complexe vormen van leven scheppen. Alleen de harde materialist ziet in de creativiteit van die mutaties niet meer dan een blind, mechanisch toeval. Het postulaat van een intelligente god laat meer recht wedervaren aan de redelijkheid in het universum dan dat van het atheïsme. Een intelligente god is echter nog geen persoonlijke God. Daarin gelooft Flew niet. “Nog niet”, zo besluit hij.

Former Atheist Darwinian Philosopher Explains his ‘Conversion’ in a New Book

Antony Flew “followed the evidence”, "empirical evidence,” to belief in “a god”

By Hilary White
 
LONDON, November 2, 2007 (LifeSiteNews.com) – Former Darwinian atheist philosopher Antony Flew has published a new book, “There Is a God: How the World's Most Notorious Atheist Changed His Mind,” to explain his move from being one of the world’s leading exponents of the pure materialist Darwinian philosophy to belief in the existence of a personal deity who created the universe.
 
Flew, an Oxford educated philosopher described by some as “legendary”, first announced his discovery of “a god” in 2004. Flew had been one of the 20th century’s leading proponents of the pure atheistic Darwinian doctrines that categorically reject any possibility of a creative divine being. His ideas paved the way for thinkers such as Richard Dawkins, the UK’s most virulent opponent of religious belief.

The Darwinian view is embraced by most of the scientific and philosophical community and was recently declared the only acceptable viewpoint for Europeans by the European Council.
 
Flew has emphasized that his “discovery” of a god who created life was a result of relentlessly “following the evidence”. “It was empirical evidence,” he told an interviewer, “the evidence uncovered by the sciences. But it was a philosophical inference drawn from the evidence.” 
 
Flew told Dr. Benjamin Wiker that two factors in particular “were decisive”. “One was my growing empathy,” he said, “with the insight of Einstein and other noted scientists that there had to be an Intelligence behind the integrated complexity of the physical Universe. The second was my own insight that the integrated complexity of life itself – which is far more complex than the physical Universe – can only be explained in terms of an Intelligent Source.”

More akin to the “watchmaker” god of the 18th century Deist philosophy, Flew’s god is not the God of Abraham, Isaac and St. Thomas Aquinas. Flew described the deity he believes exists as “the god of Aristotle.” He has inched further towards belief in the personal God of Christianity and Judaism, however, describing his god as “a person but not the sort of person with whom you can have a talk. It is the ultimate being, the Creator of the Universe.”
 
He told Wiker, “I believe that the origin of life and reproduction simply cannot be explained from a biological standpoint despite numerous efforts to do so. With every passing year, the more that was discovered about the richness and inherent intelligence of life, the less it seemed likely that a chemical soup could magically generate the genetic code.”

Flew answered Richard Dawkins’ argument that “the origin of life can be attributed to a ‘lucky chance.’” He said, “If that's the best argument you have, then the game is over.” Flew said, “I would add that Dawkins is selective to the point of dishonesty when he cites the views of scientists on the philosophical implications of the scientific data.”
 
Emphasizing that he remains a Deist, not a Christian, he told Wiker that he does not “accept any claim of divine revelation” but is continuing to study them, particularly those of Christianity.
 
Flew’s journey into belief from pure atheism, follows a pattern set by other prominent British intellectual former atheists, C.S. Lewis and Malcolm Muggeridge whose relentless intellectual rigour also prompted them to follow the evidence.
 
Lewis, after having abandoned his childhood faith, used his considerable intellectual gifts and classical education to examine the rational proofs for the existence of God which he found inescapable. With the encouragement of his friend J. R. R. Tolkien, he converted at the age of 31, later describing himself “the most dejected and reluctant convert in all England.”

Lewis was later to use those gifts to become the most popular Christian apologist of modern times and his books, using logic and rational argument to defend Christian doctrines, have never been out of print and have sold millions of copies around the world.
 
Muggeridge took a longer route and came to Christian belief, and eventually Catholicism, equally reluctantly in later life. This was partly in response to his association with Mother Theresa, but even more through his years of consideration of the evidence which he was eventually to find irrefutable.

As a result of his conversion, the formerly dashing and sanguine journalist, the darling of Britain’s secular media establishment, found his former friends and admirers drawing away. Muggeridge later followed the evidence to become one of the world’s leading developers and proponents of a comprehensive pro-life philosophy.
 
Read the full interview:
http://www.tothesource.org/10_30_2007/10_30_2007.htm ;