Atheïsme in opmars?

door Thomas Lüken

 

Als je de boekenplanken van de boekhandels bekijkt, kan je de indruk krijgen dat het atheïsme in opmars is. Richard Dawkins bijvoorbeeld tekent met zijn „God als misvatting“ in talkshows een gewelddadig, intolerant godsbeeld van het christelijk beïnvloedde Avondland. Zou een christen met een tegengestelde titel op dezelfde manier in een atheïstisch land als Noord-Korea op deze manier reclame kunnen maken?

 

In „God is niet groot“ probeert Christopher Hitchens te bewijzen hoe schadelijk religie toch is (natuurlijk zonder de andere kant van de medaille te vermelden, bijvoorbeeld het feit dat de atheïstisch-communistische despoot Mao in gemiddeld 40 minuten even veel terdoodveroordelingen liet voltrekken als de Romeinse inquisitie in 249 jaar tijd – zoals Manfred Lütz onlangs narekende).

 

Michel Onfray slaagt erin ons al in zijn (Duitse) titel te tonen dat logica niet zijn sterkste kant is: “We hebben God niet nodig. Waarom men nu atheïst moet zijn”: waarom nu pas atheïst worden en het niet al altijd zijn?

 

In Duitsland verkondigen atheïstische verenigingen (zonder opgave van ledenaantallen, maar met grote media-aandacht) een „manifest van het evolutionaire humanisme“. Het vooruitzicht dat een paar honderd atheïsten overeenkomen om in de toekomst humanistische waarden te gaan ontwikkelen, zal voor vele mensen die vandaag nood lijden, zeker een grote troost zijn.

 

Als dit nu de speerpunt is van het internationale atheïsme – een opsomming van denkfouten, cirkelredeneringen en reeds lang weerlegde argumenten van de 19de-eeuwse godsdienstkritiek – dan moeten wij christenen echt niet bang zijn. Bovendien stoot de missionaire houding van de dogmatische atheïsten ondertussen ook reeds traditioneel niet kerks-gezinde media af.

 

De in toenemende mate hatelijke en wanhopige pogingen van het atheïsme om vast te houden aan de zinloosheid van het leven, wekken ook geenszins de indruk van een opmars, maar geven eerder de indruk van een laatste gevecht tegen de eigen onbetekenendheid.

 

Dat ongeloof troosteloos en neerslachtig maakt, kan niet alleen geleerd worden uit de schat aan wijsheid die terug te vinden is in christelijk-spirituele literatuur, maar ook steeds meer uit medisch en statistisch onderzoek. Deze onderzoeken geven een beeld van de psychische en fysische gezondheidstoestand van mensen met verschillende levensbeschouwingen. Mensen die bij de uitspraak “er bestaat geen God” een bolletje inkleuren, komen met mooie regelmaat op de laatste plaats. “Gelovige mensen zijn lichamelijk gezonder dan mensen die niet kunnen geloven. Ze neigen minder snel tot psychische neerslachtigheid, neuroses en zijn zelden afhankelijk van drugs. Zij voeden zich bewuster, bewegen meer in de vrije natuur en hebben meer sociale contacten. Sinds meer dan 30 jaar werden wereldwijd in meer dan 200 wetenschappelijke studies samenhangen tussen gezondheid, ethische opvattingen, religie en geloof aangetoond.” (bron: www.br-online.de/umwelt-gesundheit/sprechstunde/200312/st20031215.shtml)

 

De mensen van de 21ste eeuw zullen geen zin meer hebben om ideologen achterna te lopen die geen hiernamaals kennen en een ‘hiernumaals’ prediken dat gekenmerkt is door zinloosheid en steeds meer apokalyptisch wordende toekomstscenario’s. Zij zullen daarentegen steeds meer luisteren naar de stemmen van diegenen die vreugde en kalmte uitstralen en een werkelijk ernstig te nemen hoop aanbieden – en wie zouden dat anders kunnen zijn dan wij, christenen?

 

 

Boekentip:

Thomas Lüken: Lohnt sich Atheismus? Antworten auf eine so nie gestellte Frage, ISBN: 978-3-8334-8461-2; 8, 90? www.lohnt-sich-atheismus.de

 

Thomas Lüken is zelf lange jaren atheïst geweest voor hij door diepe persoonlijke ervaringen en grondige studie tot het geloof kwam. Nu werkt hij als godsdienstleraar in een gymnasium in de omgeving van Münster.