‘De crisis van de man is de crisis van de vrouw’

De ‘echte man’ wordt steeds meer gemist, blijkt uit allerhande publicaties. We missen bepaalde uitingen van mannelijkheid, maar hebben geen idee waar die uit voortkomen. We vroegen psycholoog Gerard van den Aardweg waar de echte man gebleven is.

 

Jan Peeters

 

“Ook bij de jongere generaties zijn wel degelijk echte mannen. Maar alles wat met man-zijn te maken heeft staat wel steeds meer onder druk. Daardoor kunnen veel mannen hun mannelijke kanten te weinig ontwikkelen. Dat is het gevolg van de dominante ideologieën in Nederland, West-Europa en deels ook in de VS. Je ziet dit minder in Rusland of moslimlanden.”

 

Waar hebben we het precies over?

 

 “Jongens worden te veel onder druk gezet bepaalde kanten van hun jongen zijn in te tomen. Bijvoorbeeld een klas jongens en meisjes. Meisjes overheersen vaak. Dus ook de meisjessfeer. En dan heb je ook nog eens de juffrouw. De meisjesinteresses en de manier waarop meisjes en de juffrouw het doen, overheersen. Dat vormt mede de gewoonten, dus ook het karakter.

 

Dat gebeurt niet alleen op school. Ouders staan onder een enorme maatschappelijke druk jongens en meisjes in hun gedragingen zoveel mogelijk gelijk te schakelen. Dat laat vaak te weinig ruimte voor jongens om hun jongensachtige natuur te ontwikkelen.”

 

Wat zijn dat dan voor eigenschappen?

 

 “Een jongen vecht nu eenmaal meer. Hij is toch meer een kwajongen die wil veroveren en op een jongensachtige manier de baas wil spelen. Jongens worden nu soms te veel gefeminiseerd. Al zul je dat in bepaalde arbeidersmilieus misschien niet al te veel aantreffen.

 

Maar ook de meisjes staan onder druk. Die moeten nu ook presteren, carrière maken, net als jongens. Dus niet alleen ‘de echte man moet terug’, maar ook ‘de echte vrouw moet terug’. Die dingen gaan parallel.

 

Mannen hebben de neiging als er vrouwen bij zijn die wat meer ruimte te geven en te beschermen. Dat zit in hun natuur. Zolang het nog geen volledige open competitie is worden vrouwen in de watten gelegd. Ze worden positief gediscrimineerd.

 

Maar dat gaat ten koste van de mogelijkheden van de man. Als mannen gaan voelen dat zij niet langer de ruimte hebben zich te ontplooien haken zij af. Of, en dat zie je veel, krijg je mannen die zich soft gaan gedragen.

 

De druk van deze sociale en gender-ideologie is ook in de Kerk doorgedrongen. Jongens en meisjes moeten samen misdienaar zijn. Als zij zich moeten conformeren aan meisjes hebben veel jongens er geen zin meer in. Dan hou je de minder jongensachtige jongens over.

 

Naarmate die trend doorzet, krijg je te weinig mannen die op een mannelijke manier in het leven staan. Dat betekent competitie, vechten voor je brood. Als die mannelijke drang om sociaal te domineren, te knokken, van jongs af aan te weinig ontwikkeld is, zul je dat later ook niet in praktijk brengen. Dan krijg je watjes.”

 

Het lijkt mij dat het onderwijs hierin een flinke rol speelt.

 

 “Globaal gesproken wel. Maar leerkrachten zijn ook een product van een bepaalde opvoeding. Al die bladen die nu roepen dat er geen echte mannen meer zijn, hebben er zelf driftig aan meegewerkt het feminisme victorie te laten kraaien. Want uiteindelijk is dit een vrucht van de gelijkheidsideologie die zowel feministisch als neomarxistisch is. De scholen, de pabo’s, worden ook beïnvloed door de ideologieën en de trends.”

 

Mannelijke pabo-studenten klagen er inderdaad over te weinig aan de bak komen.

 

 “Ik denk terecht. Mannen zijn van nature geneigd meisjes niet te slaan. Ook niet met woorden. Wij zijn geneigd vrouwen met fluwelen handschoenen aan te pakken. Dat zijn onze natuurlijke gewoonten. Nóg wel.

 

Daardoor gaan die mannelijke pabo-studenten er minder hard tegenin dan zij tegen jongens in zouden gaan. Vrouwen zijn vaak wat feller dan mannen, wat emotioneler. Jongens zijn wat goeieger dan meisjes. Dus als meisjes beginnen over rechten en ‘dit pik ik niet’ of ‘ik eis dat’, dan zijn jongens eerder geneigd toe te geven. Dat gaat in veel huwelijken ook zo. Maar het gevolg is dat zijzelf tekort komen, zeker als positieve discriminatie beleid is. Jongens hebben meer Lebensraum nodig…”

 

Wel een foute term…

 

 “Maar wel een duidelijke. Want jongens haken gewoon af. Wat je overhoudt zijn niet degenen die hun mannelijkheid ontwikkelen. Daarmee rukt de feminisering verder op.

 

Je ziet dat ook in de Kerk vrouwen zich op de voorgrond dringen en een beetje priestertje willen spelen. Dat heeft een negatieve invloed op de kerkgangers. Jongens en mannen voelen zich daar niet bij thuis. Dat dringt niet goed door, ook niet tot de hogere regionen in de Kerk. Oók de katholieke Kerk is te veel aan het feminiseren. Daardoor trekt zij ook jonge mensen aan die in hun man-zijn niet erg ontwikkeld zijn. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen die naar het seminarie gaat, maar het is wel een percentage dat je niet kunt wegcijferen.

 

Mannen haken af als die vrouwelijke invloed te groot is. Zij gaan niet in bijbelclubjes zitten waar vrouwen het voor het zeggen hebben. Zo werkt dat nu eenmaal. Het zit in de natuur van de man dat hij in relatie tot vrouwen eigenlijk de leidende figuur wil zijn. Dat mag je bijna niet meer zeggen, maar het is zijn instinct.”

 

Het werkt dus niet?

 

 

“Het werkt inderdaad niet. Een man die zich ontplooit moet bijvoorbeeld kostwinner kunnen zijn. Dat de vrouw haar ontwikkeling ook inzet en daarin een bijdrage levert is prima, maar dat gelijkheidsstreven is funest.

 

Dat je dit ook in de Kerk ziet, is niet goed. Het is toch offeren aan de geest van de tijd. De Kerk moet niet kind van haar tijd willen zijn. Het is heel natuurlijk dat de hiërarchie uit mannen bestaat. Dat horen ook echte mannen te zijn, dus ook psychisch. Want ze moeten de vaderrol kunnen vervullen.”

 

Wat vind je dan van de ontwijkende reacties van de westerse bisschoppenconferenties op de zogenaamde ‘homo-instructie’ uit 2005, waarmee het Vaticaan homoseksuele priesterkandidaten afwijst?

 

“Die vind ik beschamend en kortzichtig. Het is een symptoom van het verval dat die instructie juist probeert te bestrijden. De instructie herhaalt wat al tweeduizend jaar bestaat. Dat er bijna overal in het Westen zo’n ontduikende reactie op is geweest, vind ik een teken van het gelijk van de instructie. Men probeert via zijpaden toch dat feminiseren vast te houden. Want minder mannelijke manieren van doen en feminisering gaan samen. Dat betekent ook dat er te veel mensen met homogevoelens, ik zeg niet direct homoseksuelen, in deze functies zijn.”

 

Dat betekent ook dat het priesterschap als geestelijk vaderschap, in feite een wassen neus is?

 

 “Dat zie je vaker, inderdaad. Een priester hoort de ‘vader’ te zijn. Padre, papa, Father. Die woorden komen niet uit de lucht vallen. Het is een leidende, beschermende en een corrigerende functie. Vaderlijk bemoedigend en steunend. Corrigeren kan ook bemoedigend zijn, maar het moet wel stevig zijn en niet soft. Een softe vader maakt softe kinderen. Dat geldt ook voor priesters.

Een van de grootste omissies van de huidige priesters, óók van orthodoxe, is dat zij nauwelijks meer opvoeden tot deugden. Ze preken wel, maar leggen bijna niet uit dat een deel van het christelijk leven bestaat uit deugdenbeoefening. Ze zouden toch met vaderlijke sterkte moeten opvoeden, juist ook weer in die deugden die helemaal vergeten zijn, denk aan de kuisheid, aan het seksuele leven in het huwelijk. Dat wordt niet meer gezien. Misschien spreken veel priesters daarom nauwelijks meer aan. Ze zijn als de afwezige vaderfiguur in een gezin.”

 

Dat geldt dan helemaal voor de biecht…

 

 “Dat klopt. Zoals het vaderschap in veel gezinnen te gammel is, geldt dat ook in de Kerk. Mensen moeten zich aangespoord voelen beter hun best te doen. Zoals de pastoor van Ars dat bijvoorbeeld deed. Dat is typisch de rol van de vader.

 

Ik wil eigenlijk twee dingen over die rol zeggen: het is de natuur van de man leiding te geven, te beschermen. Maar als die natuur niet wordt veredeld door het christendom, want de mens heeft een gevallen natuur, krijg je snel tirannie en allerlei narigheid. Wordt de sociale dominantiedrang van de man op een christelijke manier ontplooid, dan wordt het dienen, dan stelt de man zijn natuurlijke vermogens ten dienste: van het gezin, de school, de maatschappij of wat dan ook.

 

In de natuur van de vrouw zit primair het gezellin van de man en moeder willen zijn. Vrouwen willen het liefst complementair aan de man naar buiten treden, een baan hebben om wat extra’s voor het gezin te verdienen.

 

Gezellin zijn van de man en moeder zijn, dat zijn ook de twee psychische instincten die de heilige Edith Stein naar voren haalt in haar analyse van het vrouw-zijn. Krijgen die de kans, dan komt de vrouwelijke natuur het best naar voren.”

 

Dat geldt natuurlijk allereerst in het gezin…

 

 “In gezinnen waar de man en de vrouw dezelfde rollen spelen, verbleekt de vaderrol. Als de man niet meer mannelijk kan zijn, krijg je frustraties. Hij kan zich niet ontplooien, staat onder de stolp. Dat geeft verveling en ongeïnteresseerdheid. Je kunt natuurlijke dingen niet straffeloos uitschakelen of onderdrukken.

 

Ook veel vrouwen zijn gefrustreerd. Er is een crisis in het man-zijn, maar er is net zo’n grote crisis in het vrouw-zijn. Daar is het misschien mee begonnen, met het feminisme.

 

We zitten veertig jaar na ‘1968’, de linkse ideologie die helemaal inging tegen het normale, natuurlijke, tegen de bestaande maatschappelijke waarden en normen, tegen de instituties. Dat is zeer afbrekend en zeer feministisch geweest. Een wilde en destructieve ideologie.

 

In 1968 zegt paus Paulus VI in een encycliek iets dat er direct mee samenhangt: door anticonceptie kunnen vrouwen gemanipuleerd worden. Dat is ook gebeurd. Vrouwen hebben door anticonceptie zogenaamd meer vrijheid gekregen. De ‘pil’ heeft een cruciale rol gespeeld in het uitleven van de feministische ideologie. Daardoor is ook de natuur van de vrouw, haar ontwikkeling als gezellin en als moeder onder druk komen te staan. En daardoor weer het huwelijk. Er zijn een of twee kinderen, er is geld, en wat heb je dan? Waar leef je nog naartoe? Er komen meer spanningen, verveling, een soort lusteloosheid. Je kunt dat vaak zien gebeuren.

 

Want wat gebeurt er? Door het kindertal zo drastisch te beperken en zich te laten steriliseren, kan die moeder haar moederlijkheid toch niet volledig ontplooien. Ze zoekt het dan in die baan waarin ze haar geluk denkt te vinden. Haar moederlijkheid wordt dan, hoe je het wendt of keert, armzaliger en het maakt haar uiteindelijk ook niet gelukkig. Men probeert dat te compenseren met vakanties, een nieuwe dit en een nieuwe dat. Maar dat houdt een keer op.”

 

En dan wordt de oorzaak gezocht in de relatie, want die baan, waarin je jezelf kunt ontplooien, kan het toch niet zijn…

 

 “Precies. Het zit dan vaak tegelijk ook in de relatie, want man en vrouw gaan te veel hun eigen weg. En die baan is niet het paradijs op aarde en wat heb je dan verder nog?

 

Je ziet trouwens hetzelfde als onder het communisme: vrouwen krijgen gewoon een dubbele last op zich, zowel het gezin als het werk. En de man heeft niet meer de voldoening als vader voor zijn gezin te zorgen.

 

Als vrouwen niet meer worden gewaardeerd om hun moederrol, dan geeft hun dat een leegte. Veel vrouwen zullen dat beamen. We zijn aan een herwaardering toe van het man-zijn en het vrouw-zijn, van vaderschap en moederschap. Mannen worden niet mannelijker door te leren boksen of door bepaalde Amerikaanse cursussen in mannelijke assertiviteit. Het zit veel dieper.”

 

Wat zou je eraan kunnen doen?

 

 “Uitleggen, opvoeden, het voorbeeld geven. Te beginnen met uitleggen. Wat is de natuurlijke ontwikkeling van man en vrouw? Praktisch kijken: wanneer zijn mannen en vrouwen het gelukkigst, wat is hun echte ontplooiing? Dan komen de gegevens ons te hulp. Uit veel studies blijkt wel dat gezinnen waarin een natuurlijke rolverdeling is tussen vader en moeder en de vader de uiteindelijke beslisser, het gelukkigst zijn. Nu gaan sommigen misschien wel gillen, maar het probleem is dat ze niet goed weten waarom ze gillen.

 

Ik weet niet precies in welke encycliek over het huwelijk staat dat in het gezin de man het hoofd moet zijn en de vrouw het hart. Dat is geen ouderwetse romantiek, laten we die slogan maar eens ernstig nemen en zien hoeveel waarheid erin schuilt.

 

Het betekent niet dat activiteit of beroep x of y voor vrouwen verboden dient te worden, maar dat de eerste taken en aanleg van de vrouw zijn: gezellin en moeder zijn. Daaraan moet het andere ondergeschikt worden gemaakt. Dat kun je niet in precieze regels vatten, maar het gaat om de instelling, het weer begrijpen wat vrouw-zijn en moeder-zijn inhouden. In die geest moeten de kinderen worden opgevoed, eerst binnen het gezin; dus geen rolgelijkheid maar rolongelijkheid. Vaders en moeders moeten door een natuurlijke man-vrouwrelatie en rolverdeling in het gezin het goede voorbeeld geven. Het blijkt uit verschillende, vooral Amerikaanse studies dat mannen en vrouwen uit zulke gezinnen er het meest gelukkig aan toe zijn. In allerlei milieus.”

 

Hoe komt het dat dat vooral Amerikaanse studies zijn?

 

 “Het is daar ideologisch minder koekoek-één-zang dan hier en er is meer openheid. Amerikanen zijn ook eerder geneigd ideologieën te testen. In dit opzicht zijn West-Europeanen meer ideologisch geïndoctrineerd en verblind. Dat is althans één aspect. Ook zijn de media bij ons vrijwel gelijkgeschakeld. En hier is de feministische, seksuele en ‘gender’-ideologie veel meer door de staat als een soort staatsreligie ingevoerd. Daarom worden deze dingen niet meer uitgelegd en doordacht.

 

Als je bijvoorbeeld mensen spreekt die op een pabo of andere opleidingen hebben gezeten, kun je vaak merken dat ze ervan overtuigd zijn dat wat ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ inhouden puur cultureel bepaald en opgedrongen is. Dat is echt ideologische verblinding. Om dit te genezen moet je beginnen met voorlichten. Dan volgen later de praktische uitwerkingen.”

 

Terwijl zijzelf niet doorhebben hoezeer zij door de cultuur bepaald worden…

 

 “De moderne ontwikkelde mens heeft een paar grote blinde vlekken. De West-Europese mens denkt dat hij alles veel beter en scherper ziet dan alle generaties voor hem. Maar hij heeft niet in de gaten dat hij terugzakt in primitieve denkwijzen en levensvormen. Hij gelooft wat hem wordt wijsgemaakt, dat je kunt sleutelen aan de natuurlijke functies, rollen en relaties op het gebied van seksualiteit en sekse. Hij laat zich zelfs wijsmaken dat het tegennatuurlijke gelijkstaat aan het natuurlijke en dat het niet uitmaakt of een kind opgroeit met een vader en moeder of met alleen een moeder of vader, met twee moeders, of twee vaders. Logisch dat zowel de vaderrol als de moederrol wordt onderschat en ondergewaardeerd.

 

Symbolisch is dat de vaderrol bij een ‘huwelijk’ van twee lesbiennes die een kind willen is gereduceerd tot het leveren van een beetje zaad voor KI. Onderschatting van de moederrol blijkt onder meer uit het feit dat kinderen steeds langer worden gedropt in crèches. Beroepskrachten worden minstens gelijkgesteld aan de eigen moeder. Maar voorgeprogrammeerde spelletjes doen en zoet houden zijn geen opvoeden! Dat is niet het leggen van een band wat ouders met hun kinderen moeten doen. Het is dikwijls een vorm van verwaarlozing. Emotioneel en qua opvoeding. Dat is voor de komende maatschappij geen goed vooruitzicht. Daarom had ik het over een terugzakken in primitiviteit. Dat is altijd het gevolg als een maatschappelijke ideologie op de troon wordt gehesen. Alle regeringen sinds de jaren tachtig, negentig hebben inderdaad de feministische en seksuele staatsideologie ingevoerd en juridisch en fiscaal handen en voeten gegeven.

 

Maar dat is heel dom en kortzichtig. Het gevolg is uitholling van het gezin en demografische achteruitgang. Als de baby-boomers rond 2035 ten grave zijn gedaald, krijg je een bevolkingsimplosie die niet kinderachtig is. En een nog massalere instroom van culturen die hier nooit zullen aarden, hoogstwaarschijnlijk een chaotische en onbeheersbare situatie. Voor die ideologieën gaan we een enorme prijs betalen. Dat doen we eigenlijk al.”

 

(artikel oorspronkelijk verschenen in Katholiek Nieuwsblad, 4 april 2008)