Hitchens’ God is niet groot

Atheïstische donderpreek

Geplaatst door Gerrit van Ittersum op woensdag 5 maart 2008 om 13:15u (Bron: Tertio)

 

ANTWERPEN (RKnieuws.net) - Het Vlaams christelijk weekblad ’Tertio’ recenseert deze week Christopher Hitchens boek ’God is niet groot’. ’’Zelden werden zoveel denderende uitspraken over religie gedaan met zoveel passie – om niet te zeggen ‘zoveel haat’ – en met zo’n zwakke argumentatie. Hoe moeten gelovigen met dit boek omgaan? Het zomaar negeren kan niet meer. Vol mededogen de andere wang aanbieden? Of de auteur lik op stuk geven? Voor wie de kwaliteit van het debat hoog wil houden, is dat laatste de beste optie. ’’

 

“Religie is een leugen van handige jongens die lichtgelovige ‘boerenkinkels’ willen oplichten (Hitchens is ooit nog marxist geweest…) Ze is alleen maar schadelijk, ze vergiftigt alles.” Die stelling wil Hitchens aannemelijk maken door een resem anekdotes, gekoppeld aan scheldwoorden die lijken op wat vroeger negers en joden te horen kregen. Toegegeven, Hitchens kent veel anekdotes, ook die waaraan gelovigen van nu niet graag worden herinnerd. Maar moet ik me echt betrokken voelen bij de dubieuze oorsprong van de mormonen en de oplichtingen van sektarische kwakzalvers? ’’

’’De religie vergoelijkte vaak immorele dingen (het offer van Isaak), moedigde gewelddadigheid aan (de Spaanse inquisitie), en remde soms de zoektocht naar waarheid af (de zaak-Galilei). Helaas steunen veel van Hitchens voorbeelden op foute informatie en op een partijdige selectie en interpretatie. Vreemd voor een auteur die hoog oploopt met ‘wetenschappelijkheid’. Paulus zou een epilepticus zijn geweest en Franciscus een ‘primaat’ die tot de vogels predikte. Pius XII beschuldigt hij van medeplichtigheid met het nazisme door te verwijzen naar Hitler’s Pope van John Cornwell. Hij vergeet evenwel te vermelden dat dit boek door latere professionele historici werd afgekraakt. Mijn favoriete miskleun is het citaat “Ik ben een man van één boek” waarmee Hitchens een hoofdstuk over de intellectuele bekrompenheid van de religie inleidt. De ware uitspraak van Thomas van Aquino luidt: “Timeo hominem unius libri”. Dat betekent: “In het debat vrees ik een man die slechts één boek (goed) heeft gelezen.” Even intikken op Google en Hitchens had ook dat geweten. ’’

’’Hier past een methodologische opmerking: een bewijsvoering baseer je niet op illustraties, maar op representatieve steekproeven en statistische tests. Studies over de feitelijke gevolgen van de religie bestaan, maar Hitchens doet er geen beroep op. Ofwel heeft hij geen benul van statistisch denken, ofwel zijn de resultaten van die studies hem niet welgevallig. Het ergste is dat zijn betoog lijdt onder vooronderstellingen die hij gemeen heeft met het fundamentalisme. Een ‘openbaring’, zoals die van de geboden op de Sinaï, beschouwt hij graag als het verslag van een dictee van Jahweh. Voor ontwikkelde gelovigen is dat een van die verhalen waarin mensen hun religieuze inspiratie uitdrukken. De ‘symbolische’ lezing van die teksten is voor hen geen probleem, want ze weten wat een literair genre is. ’’

’’Maar dat weet Hitchens niet, wat hem toelaat vele Bijbelse teksten te ridiculiseren. Fundamentalisten beseffen ook niet dat hun geloof een geschiedenis heeft gehad en nog heeft, dat het de vrucht is van een traditie waarin dergelijke verhalen elkaar opvolgen en corrigeren. Ook daarvan wil Hitchens niet horen. In zijn voetnoten maakt hij nooit melding van één ernstige Bijbelstudie. Hij is een autodidact die zijn intellectuele onmacht niet beseft.’’