DE KAT OP HET SPEK
http://www.mennenpr
“Pastoor, wij willen graag dat de uitvaart van ons vader uw kerk is, maar
wij willen ook graag dat die uitvaart gedaan wordt door een bevriende pastorale
werkster.” Met deze vraag die eigenlijk een soort eis is, kan een pastoor in
onze dagen geconfronteerd worden. Hij zal, als hij tenminste op een normale
manier in de Kerk staat, antwoorden: “Die pastorale werkster is niet bevoegd om
een uitvaartdienst te leiden. Uitvaartdiensten in de katholieke Kerk kunnen
alleen geleid worden door een priester of een diaken. Leken kunnen dat alleen
met een speciale volmacht van de bisschop als er absoluut geen priester of
diaken beschikbaar is.” Hierop zal de nabestaande waarschijnlijk repliceren:
“Ja maar ze doet dat in de parochie waarin ze is aangesteld toch ook.” En de
pastoor weer: “Waarschijnlijk doet ze dat zonder machtiging van de bisschop en
maakt daarmee de uitvaart wederrechtelijk tot haar privé-plechtigheid. En mocht
ze vanwege de nood in haar eigen parochie een bisschoppelijke volmacht hebben,
dan geldt die alleen waar en zolang als die noodsituatie bestaat.. Het wordt
nooit een eigen taak van een leek (en dat is een pastorale werkster) om een
uitvaart namens de Kerk te leiden. Hier bestaat die noodsituatie in ieder geval
niet, ik ben beschikbaar.” Dit alles zal ongetwijfeld weinig indruk maken. Men
wil en men zal zijn zin hebben. Men dreigt desnoods met de krant waar “zielige
nabestaanden” het altijd goed doen tegenover een “wettische pastoor”.
Er gaat geen gelegenheid voorbij of de bisschoppen prijzen de pastoraal werkenden
om hun inzet in de Kerk maar dat kan niet verhelen dat de feitelijke situatie
is dat zeer velen van hen een groot en duur probleem in de Kerk vormen. Hoe
komt dat?
De katholieke Kerk is wezenlijk een hiërarchisch geleide Kerk. Het woord
“hiërarchisch” komt uit het Grieks. “Hieros” betekent “heilig” en “archč”
betekent zowel “oorsprong” als “heerschappij, leiding”. Dus allereerst betekent
dit dat de Kerk een “heilig begin” heeft: de Kerk is niet democratisch tot
stand gekomen; ze is door Christus gesticht; het is Gods werk. Tegelijk
betekent het dat de Kerk hier en nu een “heilige leiding” heeft. De leiding in
de Kerk wordt principieel niet democratisch aangewezen ook al spelen soms
verkiezingen een rol. Wezenlijk komt de leiding van Christus en dat komt tot
uiting in het sacrament van de wijding. Christus leidt zijn Kerk door mensen
die door wijding op een bijzondere manier voor het leven aan Hem zijn gebonden
en van Hem hun volmachten krijgen. Daarmee zijn de leiding in de Kerk, de
ambtelijke verkondiging van Gods Woord en de bediening van de sacramenten
principieel gebonden aan het gewijde ambt.
Dat betekent dat leken (dus ook pastoraal werkenden) geen normale voorgangers
zijn in welke liturgische plechtigheid dan ook. Zonder speciale volmacht kan
een leek slechts voorgaan in het getijdengebed, wanneer geen priester aanwezig
is. Voor alle andere gevallen zijn speciale volmachten nodig en die zijn alleen
geldig als er geen gewijde ambtsdrager beschikbaar is.
Hoe komt het nu dat pastoraal werkenden in groten getale hun bevoegdheden
overschrijden? Ja zelfs voor een groot gedeelte hun identiteit willen ontlenen
aan hun liturgisch optreden. (U kent het wel: de priester mag het rustiger aan
doen want de pastorale werkster wil ook haar eigen viering hebben in het
weekend!). Mijns inziens ligt dat aan het feit dat de pastoraal in onze Kerk
ten nauwste verbonden is met en vaak uitloopt op de viering van de liturgie,
ook van de sacramenten. Wil een pastoraal werkende in de geest van de Kerk zijn
werk verrichten, dan moet hij het voorbereidende werk verrichten en dan de
viering van de liturgie en de sacramenten aan de priester of de diaken
overlaten. Dat is blijkbaar voor velen te moeilijk. Je hoort dan vaak: “ik heb
die mensen begeleid en dan zou ik er een vreemde functionaris bij moeten
halen?” Als dat zo is, dan heeft betreffende pastoraal werkende zijn werk niet
goed gedaan. Een priester of een diaken zijn in de Kerk nooit vreemde
functionarissen. Hun functie is wezenlijk en onontbeerlijk. Het is hoogmoed en
een vorm van “jalousie de metier” die pastoraal werkenden ertoe brengt zichzelf
in de plaats van de priester of de diaken te schuiven en de “pastorant” op
oneigenlijke wijze aan zich te binden. In het geval van bovengenoemde uitvaart
zijn niet de nabestaande de grote schuldigen, maar de pastorale werkster die
zich beschikbaar gesteld heeft en de zwartepiet naar de pastoor schuift.
Omdat het probleem niet alleen in Nederland voorkomt, maar op alle plaatsen in
West-Europa waar men pastoraal werkenden heeft ingevoerd, durf ik te stellen
dat bisschoppen de meeste leken in de naaste gelegenheid tot zonde brengen als
ze hen een algemene pastorale opdracht in een parochie of instituut geven. Dit
leidt bijna onontkoombaar tot grensoverschrijding
Het is beter leken duidelijk alleen maar voor pastorale deeltaken te benoemen.
Catechese is daarbij een geschikt veld.
Als men ze pastoraal ongeveer hetzelfde laat doen als de priester bindt men de
kat te zeer op het spek waarbij de kat de pastoraal werkende en het spek het
blijkbaar zo begeerlijke voorgaan in vieringen en het bedienen van sacramenten
is.