Reputatie 'Hitlers paus' kwam van KGB
http://www.nd.-nl/Document.-aspx?document=-nd_artikel&id=85794
van onze redactie kerk / Nederlands Dagblad 29/01/07
VATICAANSTAD - Het Kremlin heeft februari 1960 in het grootste geheim een plan
gelanceerd om de morele autoriteit van het Vaticaan in het Westen te
ondermijnen. Hun aanpak was er vooral op gericht 'oorlogspaus' Pius XII als een
vriend en hanglanger van Hitler neer te zetten.
Dat onthult Ion Mihai Pacepa, voormalig chef van de Roemeense buitenlandse
inlichtingendienst, die in 1978 uitweek naar het Westen, en tien jaar later een
bestseller schreef over de dictatuur van Ceausescu. Pacepa doet zijn
onthullingen op de website van het Amerikaanse tijdschrift National Review.
In een gedetailleerd artikel beschrijft Pacepa hoe op instigatie van
Sovjet-leider Chroetsjov werd besloten het Vaticaan in diskrediet te brengen.
Pius XII, omstreden vanwege zijn onzichtbare optreden tijdens de
Tweede-Wereldoorlog-, werd als mikpunt gekozen, vooral omdat hij zich niet meer
verdedigen kon. Hij was in 1958 overleden.
Pacepa beschrijft hoe hij als medewerker van de Roemeense buitenlandse
veiligheidsdienst bij dit project betrokken raakte. De KGB, de geheime dienst
van de Sovjet-Unie, had documenten nodig uit het Vaticaan over het
oorlogsverleden van de paus. Roemenië moest zich melden bij het Vaticaan met
het verzoek weer officiële banden aan te knopen. Als voorwaarde werd gesteld
dat Roemeense geestelijken de archieven van het Vaticaan mochten inzien, om zo
goede verantwoording te kunnen geven aan het eigen volk over de nieuwe
toenadering. Langs deze weg kwamen geheim agenten van de Roemeense buitenlandse
veiligheidsdienst het Vaticaan binnen, beschrijft Pacepa.
Diplomatiek
Overigens leverde dat volgens hem weinig op. De archieven bevatten allerlei
algemene toespraken van de paus en briefwisselingen die in de gebruikelijke
diplomatieke taal waren geschreven. Uit niets bleek enige verwantschap tussen
Hitler en de paus, aldus Pacepa. De Romeense buitenlandse veiligheidsdienst
stuurde kopieën van de documenten door naar de KGB.
Daar werden ze, zo beschrijft Pacepa, vervolgens gebruikt voor het schrijven
van een Duits toneelstuk, genaamd Der Stellvertreter (De Plaatsbekleder)-, dat
in 1963 uitkwam. Dat het stuk eraan kwam, hoorde hij van generaal Ivan
Agayants, hoofd van de KGBafdeling die zich toelegde op het verspreiden van
valse informatie in het Westen. Deze Agayants had contact met een toegewijde
communist, Erwin Piscator, die het toneelstuk van Rolf Hochhuth - ,,een
onbekende Duitser zonder diploma's'', aldus Pacepa - in Berlijn
produceerde.
Het daarna wereldberoemd geworden toneelstuk Der Stellvertreter maakte in 1963
de gemoederen los: paus Pius XII werd afgeschilderd als degene die zweeg over
de holocaust en zich er voor afsloot, terwijl hij vrij nauwkeurig wist wat er
gaande was. Sindsdien is de discussie over Pius XII niet meer geluwd. ,,Hoewel
er normaal genoeg redenen waren om dergelijke claims van de KGB met een
korreltje zout te nemen'', schrijft hij, deed hij dat ditmaal wel, vanwege de
betrokkenheid van Agayants bij het toneelstuk.
Hochhuth zelf claimde toentertijd voor het schrijven van zijn toneelstuk
uitgebreid onderzoek verricht te hebben in het Vaticaan en zich te baseren op
vertrouwelijke gesprekken met een bisschop. Pacepa weerspreekt dat, volgens
eigen zeggen vanuit zijn ervaring: volgens hem was het schier onmogelijk in die
tijd een dergelijk onderzoek in het Vaticaan te verrichten. Ofwel, Hochhuth is
op een andere wijze aan zijn informatie gekomen, suggereert Pacepa.