Er wordt ons steeds maar weer verteld dat hiv over armoede, onderontwikkeling en mensenrechten gaat. Maar hiv gaat vooral over mensen die in hun jacht naar geld of genot domme dingen doen. Maar dat mogen we niet zeggen. Elizabeth Pisani heeft tien jaar lang als wetenschapper in de opgezwollen aidsindustrie gewerkt. In Seks, drugs... en aids ontvouwt zij een wereld van bordelen en bureaucratie'n, van kibbelende junks en ruziënde liefdadigheidsorganisaties, van vrouwen die seks verkopen en mannen die seks liever zouden verbieden.

In Seks, drugs... en aids, solide wetenschap toegelicht met pikante verhalen uit de frontlinies van seks en drugs, wordt uitgelegd hoe we hiv in een groot deel van de wereld via een paar simpele stappen zouden kunnen uitbannen. En we zouden het met minder geld kunnen doen dan we er tot nu toe al in hebben gestoken. Dit boek laat zien hoe politiek, ideologie en geld - heel veel geld, tien miljard dollar per jaar en elk jaar meer - over wetenschappelijk bewijs en gezond verstand heen zijn gewalst.
Deze wereldwijde hypocrisie heeft dramatische gevolgen. Ruim 70 miljoen mensen zijn hiv-positief. We weten hoe we het virus een halt moeten toeroepen. Maar in plaats van te doen wat nodig is, blijven regeringen het geld van de belastingbetaler maar weggooien aan mooi ogende programma's die geen enkel effect hebben. Een meeslepend en geestig geschreven aanklacht.

 

Lekker sjoemelen met aids

 

In de aidsbestrijding worden de statistieken stevig gemasseerd. In feite is er erg veel onduidelijk. Een epidemiologe klapt uit de school en bevestigt – haars ondanks – menig bang vermoeden.

Henk Rijkers

 

Hoewel de Kerk wijselijk geen uitspraak doet over wat hiv/aids nu precies is, benadrukt zij indirect door haar afwijzing van condoomgebruik wel dat de ziekte een duidelijk gedragsaspect heeft. Huwelijkstrouw is er immers een afdoend wapen tegen. Sterker nog, het virus is in gewone heteroseksuele relaties nauwelijks overdraagbaar. Het krijgt pas kansen bij ruige en tegennatuurlijke seks, waarbij bloedingen optreden. Aidsactivisten beginnen dat schoorvoetend tot te geven. Kevin de Cock, het hoofd van het departement HIV/AIDS van de Wereldgezondheidsorganisatie, heeft juist deze week erkend dat een grootschalige aidsepidemie onder de heteroseksuele bevolking in Europa toch niet zo waarschijnlijk is.

 

Het ‘aidsgevaar’

 

We gaan er even aan voorbij dat er duizenden wetenschappers zijn (onder wie Nobelprijswinnaars), die eraan twijfelen of aids als gevolg van het hiv-virus überhaupt wel bestaat (zie www.rethinkingaids.com). Zij stellen dat het verband tussen hiv en aids nooit is aangetoond. Geen wonder dus, dat er ook geen vaccin tegen wordt gevonden. Wel zijn er goede argumenten dat aids een syndroom is dat hoort bij een ondermijnd immuunsysteem. Dat zou verklaren waarom het in Afrika wijdverspreid is, terwijl het in het Westen typisch de ziekte is van homo’s met een losbandige levensstijl. Áls het al om een en dezelfde ziekte gaat, want ook dat wordt door sommigen betwijfeld.

 

Hoe dan ook, waar of niet: net als de moraal van de Kerk bevinden wetenschappelijke opvattingen die zich zo ver verwijderen van wat de politiekcorrecte orthodoxie voorschrijft, zich bij voorbaat in de marge van wat ‘verstandige mensen’ nog serieus wensen te nemen. Het ‘aidsgevaar’ geniet immers de status van een religieus dogma. Geen wonder, want met een geweldige, met belastinggeld gefinancierde propagandamachine hebben we er onszelf van overtuigd dat aids ‘iedereen kan overkomen’, net als pandemische vogelgriep. En nu we eenmaal met ons eigen geld overtuigd zijn, willen we best weer opnieuw de beurs trekken. Op die cyclus drijft de aidsindustrie.

 

Natte vinger

 

Maar nu klapt opeens aidsrapporteur dr. Elizabeth Pisani uit de school. In haar net vertaalde Sex, drugs…, & aids schildert zij op een nogal stoer toontje (ze is ooit een braaf katholiek meisje geweest) de onbeschrijfelijk geperverteerde onderkant van onze samenlevingen, maar ook haar eigen vrijgevochten milieu van de aidsindustrie: het wereldje van NGO’s en gesubsidieerde internationale hulporganisaties, waar je leuk kunt leven door goedbetaalde adviezen en rapporten te schrijven en die vervolgens over heel de wereld te bespreken op congressen in viersterrenhotels. Op een gegeven moment merkt Pisani dat ze meer vlieguren maakt dan haar neef, die piloot is. Ook doet zij een boekje open hoe de aidscijfers tot stand komen. De natte vinger speelt hierin een zeer grote rol. Uiteraard weerhouden deze dubieuze praktijken dr. Pisani er niet van hevig tekeer te gaan tegen de ‘hypocrisie’ van ‘religieuze dogma’s’ die een effectieve aidsbestrijding in de weg zouden staan. Het lijkt geen moment tot haar door te dringen dat haar boek vooral kan dienen ter verdediging van de beschuldigden.

 

‘Computer in Zwitserland’

 

Het relaas van Pisani roept het gezegde van Churchill in herinnering dat je statistieken alleen mag vertrouwen als je die zelf vervalst hebt. Geloof het of niet, de officiële cijfers van aidsslachtoffers berusten niet of nauwelijks op concrete tellingen. Pisani laat zien dat het slordige schattingen zijn op basis van aanvechtbare vooronderstellingen die ingevoerd worden in computers. De scherpzinnige Phillip Johnson schreef in 2004 al sarcastisch dat hiv-wetenschappers in hun computermodellen zoveel vertrouwen hebben “dat zij er de noodzaak niet in van inzien om de cijfers ervan te onderbouwen”. Bovendien zit de geldigheid van hun statistieken vast aan de onderliggende virustheorie: “De ijzingwekkende totalen van overledenen volgen niet uit het tellen van onderzochte lichamen in ziekenhuizen en lijkenhuizen, maar uit becijferingen van een computer, die ergens in Zwitserland staat.” Die berekent niet alleen het aantal ‘aidsdoden’, maar ook de aantallen overgeschoten weduwnaars, weduwen en aidswezen. Of de cijfers kloppen, hoeven we niet te weten, aldus Johnson, en bovendien zijn ontwikkelingslanden zelden in staat daarover gegevens te verschaffen. We kunnen het dus niet eens weten. Aan een mededeling deze week van VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon dat het aantal aidsdoden sinds 2001 is gehalveerd van 4 naar 2,1 miljoen moet dus niet te veel waarde gehecht worden, evenmin als aan zijn conclusie dat “de strijd tegen aids succesvol” is.

 

‘Gedachtepolitie’

 

Inmiddels begint wereldwijd door te dringen hoezeer aids een politiekcorrect gemythologiseerde ziekte is, wat overigens niets afdoet aan het lijden van wie er werkelijk aan ten slachtoffer vallen. Getting the message, luidde afgelopen week een commentaar in The Economist, dat voorzichtig de “mandarijnen van de aidsindustrie” onder vuur neemt. Het blad haalt expert Roger England aan, die zelfs de opheffing eist van UNAIDS, het anti-hiv/aidsprogramma van de VN. “De wereldwijde hiv-industrie is te groot en op hol geslagen”, aldus England. “We hebben een monster in het leven geroepen met te veel gevestigde belangen en reputaties die op het spel staan.” Aids slorpt thans een kwart van de gezondheidszorg op, terwijl het ‘maar’ zorgt voor vijf procent van de ziektegevallen in ontwikkelingslanden. Die verspilling is bereikt door enerzijds de aantallen besmettingen waanzinnig op te kloppen – zoals Pisani toegeeft –, anderzijds door de voorlichting tegen aids te richten op mensen die nauwelijks slachtoffer kunnen worden, bijvoorbeeld gehuwde koppels en heteroseksuele tieners. Bij normaal heteroseksueel contact met een besmette partner is de kans op besmetting minder dan 0,2 procent. Hoewel The Economist nu stoer de “gedachtepolitie” rond aids aanklaagt, durft het blad toch slechts met veel omtrekkende bewegingen bij de conclusie uit te komen dat aids belangrijke gedragsoorzaken heeft. Om dan haastig de hypocriete politici in ontwikkelingslanden aan te klagen die er moeite mee zouden hebben toe te geven dat ook in hun land drugs, hoeren en homo’s voorkomen. Als het gaat om hypocriete benadering van aids zouden de westerse media, inclusief The Economist, beter eerst eens de hand in eigen boezem kunnen steken.

 

(Oorspronkelijk verschenen in Katholiek Nieuwsblad op 13 juni 2008)