Ontslag Buttiglione illustreert machtsgreep Europese tegenreligie


Het krachtens de geldende Europese rechtsregels benoemde EU-commissielid Rocco Buttiglione werd tot ontslag gedwongen omdat een meerderheid van het Europees Parlement weigert nog een onderscheid te maken tussen het domein van het recht en dat van de moraal, stelt MATTHIAS STORME. Het is een frontale aanval tegen de basis van de Europese orde, met name de scheiding van kerk en staat en de fundamentele vrijheden. Het illustreert hoe een nieuwe intolerante religie de politieke instellingen heeft veroverd.

De combinatie van scheiding van kerk en staat en vrijheid van godsdienst en geweten, houdt in onze westerse samenleving een wederzijdse erkenning in. Enerzijds is er de erkenning van de burgerlijke overheid en het rechtssysteem als legitiem, óók wanneer dat afwijkt van de eigen morele opvattingen. Anderzijds is er de erkenning door de burgerlijke overheid van de fundamentele vrijheden en het overlaten van levensbeschouwelijke en morele opvattingen aan de burgerlijke samenleving, waaronder de kerken.

De katholieke kerk heeft die scheiding van kerk en staat aanvaard, zij het niet zonder horten en stoten. Het hedendaagse katholicisme en de christen-democratie zijn dan ook wezenlijk gebaseerd op tolerantie: de aanvaarding van verschillende morele en religieuze opvattingen op het domein van de samenleving. Dat houdt een duidelijk onderscheid in tussen recht en moraal: men kan van iedereen eisen dat hij de rechtsregels respecteert, maar daarvan afwijkende morele opvattingen van eenieder worden getolereerd.

Een moderne katholiek en christen-democraat aanvaardt dat de overheid regels uitvaardigt die verschillen van zijn morele opvattingen, omdat er nu eenmaal nood is aan een burgerlijke overheid die een eigen legitimiteit heeft. Zolang die op zijn domein blijft, ook wanneer die daar van de moraal afwijkende rechtsregels uitvaardigt, is het belangrijker de rechtsstaat in stand te houden dan die door burgerlijke ongehoorzaamheid te ondergraven omwille van de eigen morele opvattingen.

De moderne katholiek Rocco Buttiglione is dan ook een perfecte vertegenwoordiger van de moderne Europese waarden: onderscheiding van recht en moraal, vrijheid van godsdienst en geweten, gelijkheid van eenieder voor de wet, vrijheid in de privé-verhoudingen.

Zijn uitspraken zijn door sommige media op een groteske manier verdraaid. Hij werd gecriminaliseerd als 'homofoob' omdat hij de correcte opvatting heeft verdedigd dat op juridisch vlak iedereen gelijke rechten moet hebben en er dus géén 'aparte' rechten voor homo's mogen zijn, en dat daarnaast iedereen de vrijheid heeft op moreel en religieus vlak hun gedragingen al dan niet als een zonde te beschouwen. Hij werd uitgespuwd als seksist omdat hij stelde dat vrouwen die dat wensen recht hebben op een gezin, d.i. om kinderen te hebben en een man die haar en zijn kinderen beschermt, en dat er nood is aan een politiek die de familie beter beschermt, zodat vrouwen beroep en kinderen beter kunnen combineren. Een beter commissielid voor de rechten en vrijheden kan men zich dus niet voorstellen.

Anders dan de moderne katholieken, de meeste joodse en protestantse en sommige islamitische stromingen, de klassieke liberalen én de klassieke sociaal-democraten, hebben de links-radicalen - net zoals de orthodoxe moslims en sommige protestantse stromingen - de genoemde scheiding en onderscheiding nooit aanvaard.

Klassieke liberalen, sociaal-democraten en christen-democraten hebben wel steeds gestreden over de vraag wat er door de staat moet worden verzorgd en wat aan de civiele samenleving moet worden overgelaten. Zij hebben ook aanvaard dat er een neutrale overheid moet zijn zowel als een door fundamentele vrijheden beschermde burgerlijke samenleving, waarbinnen verschillende levensbeschouwingen aan bod kunnen komen.

De links-radicalen hebben in de 19de en 20ste eeuw gebouwd aan een nieuwe religie, een tegenreligie, die zich spiegelt aan de zwartste bladzijden van onder meer de katholieke kerk. Zij verwerpen het dualisme van recht en moraal, de scheiding van kerk en staat, het onderscheid tussen gelijkheid voor de wet en vrijheid in privé-verhoudingen. Onder het mom van tolerantie hebben zij een antitolerantie ontwikkeld, een tolerantie die enkel nog zichzelf tolereert.

Hun eerste machtsgreep in de tweede Franse Revolutie - de Terreur van Robespierre - is van korte duur geweest. Het systeem dat zij in Rusland hebben uitgebouwd, is in 1989 in elkaar gestort. Maar in West-Europa hebben de links-radicalen sinds 1968 een stille revolutie gepleegd en nu zijn ze in de meerderheid in het Europees en het Belgisch parlement.

De zaak-Buttiglione symboliseert de machtsgreep van die radicale tegenreligie, nu voldoende sterk om de fundamentele vrijheden opzij te schuiven en een einde te maken aan de scheiding van kerk en staat. De nieuwe religie werd in het Handvest van de Europese Unie ingeschreven door de Unie de macht te geven de keuzevrijheid in privé-verhoudingen af te schaffen en de fundamentele vrijheden te beperken wanneer het om 'afwijkende' meningen gaat.

Elke andere religieuze of morele overtuiging wordt als 'onaanvaardbaar' bestempeld, zodat normaal verlichte katholieken als Buttiglione, joden of moslims om hun overtuiging Berufsverbot krijgen. Het volstaat niet meer voor aanhangers van een andere religie dan de hunne om tolerant te zijn, d.i. te aanvaarden dat anderen de vrijheid hebben andere religieuze en morele opvattingen te hebben. Zij moeten zich tot de Eureligie bekeren en publiek haar dogmata aanhangen om openbare functies te mogen uitoefenen.

De inquisitie tegen Buttiglione geschiedde op basis van een door de gay lobby (IGLA) goed voorbereid dossier, aan de leden van de parlementaire commissie bezorgd. Zoals bij de kerkelijke inquisitie in duistere tijden ging het er niet om hoe de kandidaat zich zou gedragen en welk beleid hij zou voeren, maar of hij in zijn innerlijke overtuiging geen afwijkende opvattingen koesterde. Het is een nieuwe stap in de repressie door de nieuwe hogepriesters, na de afschaffing van de keuzevrijheid in privé-verhoudingen door antidiscriminatiewetten en van de vrijheid van meningsuiting door antiracismewetten.

De auteur is hoogleraar rechtsvergelijking, privaatrecht en Europees recht aan de KULeuven en de UA

Patrick Luysterman

De Tijd, 08-11-2004