De verrijzenis van Christus : waarheid of mythe ? 

Met Pasen 1999 verscheen in De Standaard een artikel van de dominicaan Ignace D'Herdt waarin deze koudweg verkondigde dat de verrijzenis van Christus een louter symbolische betekenis had. Naast I.D'Herdt kregen ook Mark Cornelis, gewezen legeraalmoezenier die zijn priesterambt neerlegde toen hij het legerpensioen verworven had, en een zekere Van Lierde, van de Standaardredactie carte blanche om het "fabeltje" van de verrijzenis uit de wereld te helpen. Hun stellingname hangt nauw samen met het verwerpen van de Godheid van Christus waarin zij werden voorafgegaan door Edward Schillebeeckx.

Aangezien hierdoor het fundament van het christelijk geloof wordt aangetast is het goed eens kennis te nemen van het hiernavolgend artikel van Pater P. Van de Kerckhove, verschenen in het tijdschrift "Katholieke Stemmen" jaargang 29 nr.III - mei-juni 2000.

De apologetica is de wetenschap die zich bezighoudt met "geloofsverdediging". Het is geen deel van de theologie maar een deel van de philosofie. Het doel ervan is om met redelijke argumenten aan te tonen dat ons geloof redelijk is gefundeerd, zo bijvoorbeeld dat het niet onredelijk is om te geloven in de verrijzenis.

De verrijzenis is het grootste mirakel, fundament van ons geloof zegt ons de Kerk in navolging van de H. Paulus. Immers, zonder de verrijzenis is ons geloof ijdel. Het is dus niet alleen niet onredelijk maar ook noodzakelijk te geloven in de verrijzenis van Christus.

We bespreken hierna achtereenvolgens:

a. HET FEIT van de Verrijzenis

b. GOD IS DE AUTEUR; we sluiten alle andere hypothesen uit

c. DE APOLOGETISCHE WAARDE


  1. HET FEIT:

Verrijzenis is iets onmogelijks zegt de rationalistische kritiek, het valt buiten de wetten van de natuur.

Maar in de definitie van wat een mirakel is zeggen we dat het mirakel juist een doorbreken is van de wetten van de natuur door God en door God alleen. Het is niet natuurlijk dat een dode verrijst, inderdaad: Het gaat de krachten van de natuur te boven!

Maar laten we systematisch te werk gaan.

Om te weten of een FEIT echt heeft plaats gehad, wat doen we dan? We ondervragen de GETUIGEN van dat feit. Dat doen we ook in het dagelijks leven. Welnu, dat doen we ook in de apologetische wetenschap.

  1. Er is eerst en vooral het feit van Jezus' dood:
  2. Wanneer we zeggen dat Jezus Christus verrezen is, dan moet Hij ook eerst gestorven zijn. We bedoelen immers met Verrijzenis in de Rooms-Katholieke leer ondubbelzinnig: de terugkeer van de dode tot het leven: - of tot het aardse leven (vb. de jongeling van Naim) - of tot een ander, niet-aards leven, een leven van een heel andere aard, het verheerlijkte leven, nl. dat van de Verrezen Christus, Hij is de enige tot dusver.

    Ons geloof leert ons dat wij op het einde der tijden ook zullen verrijzen in heerlijkheid door Hem.

     Jezus' dood, laat ons daarmee beginnen, is een natuurlijk feit dat echt gebeurd is. Waarop baseer ik mij om dat te zeggen? Op de Evangeliën die ik in dit artikel behandel als historische bronnen, met de historisch kritische methode. De Evangeliën zijn authentiek: zij vertellen echt gebeurde verhalen en geen legenden!

    Bv.: Jezus' dood. Jezus is gestorven. Hij is niet flauwgevallen of in zwijm aan het kruis en dan weer wakker geworden in het koele graf. De soldaat die Zijn Zijde doorboorde heeft hem vast en zeker de genadesteek gegeven met de lansstoot.

    Maar ik mag mij in dit betoog ook baseren op de Lijkwade van Turijn waarvan de authenticiteit vaststaat.

    Het is wetenschappelijk aantoonbaar dat de Lijkwade van Turijn ECHT is en geen vervalsing uit de Middeleeuwen! Alle wetenschappelijke disciplines zijn het erover eens, behalve die van de C 14.

    Maar de test met de C 14 in 1988 is een frauduleuze test geweest. (Dat is voldoende aangetoond door Frère Bruno Eymard).- De Lijkwade van Turijn bevat duidelijke bloedvlekken, o.a. van bloed dat gevloeid heeft uit de doorboorde zijde.

    Klinisch pathologisch onderzoek van de Lijkwade heeft de volgende beschrijving opgeleverd door Prof. BUCKLIN, verbonden aan de rechtbank van Los Angeles (U.S.A.) en Prof. CAMBESCIA, patholoog in Pennsylvania (U.S.A.):

    "... wat ook de oorsprong is van de afbeelding, men kan zonder problemen een diagnose stellen van de mishandelingen die de afgebeelde persoon heeft ondergaan".

    Pathologie en physiologie blijven onbetwistbare argumenten en veronderstellen thans een kennis die 500 jaar geleden onbestaanbaar was.

    - De persoon die afgebeeld is heeft een lengte van ongeveer 1,80 m en een gewicht van ongeveer 80 kilo.

    - de wonden: - bloedvlekken op hoofd, voorhoofd en achterhoofd.

    - de man is geslagen op het gezicht (ecchymose op één oog is zichtbaar).

    - de neus is geschaafd als door een val en staat scheef t.o.v. het kraakbeen.

    - wonde aan de pols: het gaat om een typische wonde door de kruisiging. De artistieke voorstelling beantwoordt niet aan de realiteit.

    - bloedsporen langs de armen in overeenstemming met het centrum van de zwaartekracht (lichaam aan het kruis) en overeenkomstig met twee posities die de gekruisigde kon hebben ingenomen op het kruis.

    - op de rug en vooraan: sporen van geseling. Het geseltuig was een romeinse flagrum (zweep).

    - op de schouder een tumefactie (gezwollen toestand) door een zwaar voorwerp

    - op de rechterzijde: een soort lemmet (scherp deel van mes of zwaard) heeft de zijde doorboord, dan de longen en de hartkamer. De lanssteek is post mortem gegeven zegt de criminologie met precisie, omdat uit de wonde bloed en helder serum is gevloeid. Toen het lichaam platgelegd werd in de lijkwade, is dat bloed naar achteren gevloeid in de nierstreek.

    - de benen werden niet gebroken; op een knie stelt men schaafwonden vast evenals op de neus, mogelijk veroorzaakt door een val.

    Het gaat om een man die gegeseld en gekruisigd is geworden en gestorven door CARDIO - PULMONAIRE STILSTAND (door verstikking.... betrekking hebbend op hart en longen) - (tot zover het enquêterapport).

    Dat Jezus niet dood was toen Hij begraven werd is een stelling die in de vorige eeuw vooral is verdedigd door Gunther Paulus en nog onlangs door twee Duitsers die zich daarbij ook baseren op de Lijkwade die ze als authentiek erkennen. In hun boek "Het Kruis en de Lijkwade" (Munchen, 1998) zeggen Elmar Gruber en Holger Kersten, dat de Lijkwade sporen toont dat Jezus nog leefde toen Hij erin gelegd werd; vanaf p. 40... de rigor mortis, of verstijving van de musculatuur na de dood, treedt op na 30 minuten en 3 tot 6 uren is ze totaal.

    Wel, volgens die twee Duitsers, is er geen rigor mortis en was Jezus bewusteloos maar nog in leven toen Hij van het kruis in de lijkwade gelegd is . Zijn bloedsomloop werkte nog! Maar daarvoor moet Zijn hart dan nog gepompt hebben en dat is totaal uitgesloten na de lanssteek.

  3. Als we dan het FEIT van Jezus' Dood aanvaard hebben, dan is er het FEIT VAN DE VERRIJZENIS.

Hoe bewijzen we dat feit? Welnu, we ondervragen weer de getuigen. Welke getuigen hebben we van de Verrijzenis en komen deze wel overeen in hun getuigenis? Ik wil hierbij weer gebruik maken van de Lijkwade van Turijn:

Een hypothese over de vorming van de afbeelding zegt dat de Lijkwade twee aanduidingen bevat i.v.m. de Verrijzenis:

a. de vorming van de afbeelding zelf : deze is gebeurd toen het lichaam a.h.w. in gewichtloze toestand was.

b. de afwezigheid van elk spoor van afgerukt weefsel. De scheiding van lichaam - linnen blijft tot op heden een raadsel!

Maar over de Lijkwade i.v.m. de Verrijzenis wil ik in dit artikel niet verder uitweiden. Wij zijn ook niet verplicht te geloven in de Lijkwade van Turijn. Het is een relikwie en een wetenschappelijk bewijs van Jezus' Lijden en Dood. Voor zijn Verrijzenis zijn er enkele sterke aanwijzingen.

Een woordje uitleg over de vorming van de afbeelding is hier op zijn plaats: Die afbeelding is nl. ontstaan door orthogonale (d.i. verticale) projectie vanuit het lichaam op het linnen. (cfr. foto in positiefbeeld).

Op het positiefbeeld zien we dat er bepaalde delen bleker zijn van kleur (vb. de neus en andere uitstekende delen) en bepaalde delen donkerder gekleurd (vb. de oogkassen). Op de lijkwade zoals we ze met het blote oog zien is dat dus het omgekeerde (de afbeelding op de lijkwade is immers, om met foto- grafische termen te spreken, een fotografisch negatief).

Welnu dat kleurverschil tussen licht/donker heeft te maken met de afstand van elk punt op het lichaam t.o.v. de Lijkwade. De afbeelding is donkerder op die plaatsen van het lichaam die verder verwijderd zijn van de Lijkwade en lichter van kleur op die plaatsen van het lichaam die directer in contact waren met de Lijkwade (vb. de neus).

De intensiteit van de lichtsterkte van de afbeelding heeft te maken met de afstand van elk punt van het lichaam t.o.v. het doek.

Geen enkele wet van de fysica kan het ontstaan van de afbeelding ten volle verklaren, zegt de Amerikaanse specialist Jackson. Volgens de mirakelhypothese kan alleen de Verrijzenis zulks verklaren. Alle andere hypothesen om een natuurlijke verklaring te vinden voor de natuurlijke vorming van de afbeelding hebben tot nu toe geen afdoende resultaat opgeleverd.

Veel belangrijker echter zijn de GETUIGENISSEN in de EVANGELIËN en de BRIEVEN van de Apostelen.

Een moderne kritiek die men vaak hoort bij protestanten en katholieken is dat de Verrijzenis de vrucht is geweest van de afbeelding van de vroege Christen-gemeenschap die zodanig Christus heeft voorgesteld als "verrezen" dat ze het ook werkelijk zijn gaan geloven.

Een andere kritiek wil dat men Jezus heeft weggenomen uit het graf. Zijn leerlingen hebben daarna het 'gerucht' verspreid: "Hij is verrezen zoals Hij voorzegd heeft."

3. Daarom is het nodig dat we de getuigenissen ondervragen.

De H. Paulus. Volgens de Evangeliën heeft Jezus, onze Heer, zijn Verrijzenis voorspeld: "Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen." (alles te samen heeft Jezus zijn Verrijzenis een viertal keren voorspeld).

Maar wat bewijst het FEIT van de Verrijzenis beter dan de getuigen aan wie Hij verschenen is:

De H. Maria Magdalena, de 11 apostelen, de leerlingen van Emmaüs, meer dan 500 leerlingen tegelijk ("waarvan velen nog in leven zijn" schrijft de H. Paulus), de H. Petrus - Kephas -, de H. Jacobus Broeder des Heren en de H. Paulus.

De getuigen van de verrezen Christus zijn een belangrijk gegeven. Op de vraag of het betrouwbare getuigen zijn moeten we bevestigend antwoorden. Men hoort de tegenwerpingen dat Jezus in het algemeen slechts aan leerlingen is verschenen, alleen aan 'vrienden' nooit aan vijanden. Dus zeggen onze critici, diegenen die de verrezen Christus gezien hebben waren op zijn minst bevooroordeeld.

Is Christus inderdaad nooit aan vijanden verschenen? Toch wel! Hij verscheen met name aan Saulus... (hij werd toén Paulus!) en het getuigenis van de H. Paulus is kapitaal, want hij was niet bevooroordeeld. Hij was een fervent Pharizeër, had brieven van de joodse overheid in Jeruzalem om Christenen te gaan vervolgen (gevangen te nemen) in Damascus waar ze naartoe gevlucht waren om te ontsnappen aan het Sanhedrin. Paulus was eerst vijand van Christus, vervolger van de Kerk. Hij zal dit later in één van zijn brieven ook met schaamte schrijven.

Aan hem is Jezus verschenen: 1 Kor. XV geeft een beschrijving daarvan. Die verschijning is voor hem ook zijn bekering geweest (men viert de bekering van de H. Paulus in de Liturgie op 30 juni). Hij is dan inderdaad naar Damascus doorgereisd en heeft zich daar laten dopen en is daarna de grootste apostel aller tijden geworden.

Men kan zich voorstellen, dat die man enorm gehaat was bij de Joden en vooral bij de Joodse leiders. Men kon nu niet meer zeggen: "Hij is verrezen en verschenen alleen maar aan zijn vrienden. Waarom verschijnt Hij niet eens aan een vijand?" Hij is verschenen aan Paulus.

De H. Paulus heeft in zijn apostolaat getuigd vol moed en zonder vrees, vol vuur en ijver... hij heeft in zijn apostolaat zoveel haat en tegenkanting en vervolging moeten doorstaan dat, het louter menselijk bekeken, voor Paulus onhoudbaar moet zijn geweest. Hij schrijft: "ik ben driemaal gegeseld geworden door de Joden, ik heb te strijden tegen valse broeders."

En hij schrijft dat hij gekruisigd geworden is, niet in letterlijke zin natuurlijk: "ik draag in mij de merktekens (stigmata) van Christus Lijden." Wij kunnen heel goed begrijpen dat hij dat schrijft.

De verrader, de grote verrader Saulus!, zo sprak men over hem in Joodse en pharizeïsche kringen en dat doet men tot op de dag van vandaag !

Men verwijt zelfs Paulus (ook modernistische katholieke theologen zeggen dit) dat hij de katholieke theologie van de Verrijzenis heeft uitgewerkt.

Dit getuigenis van de H. Paulus is dus, zoals we reeds opmerkten, van kapitaal belang voor diegenen die ons 'partijdigheid' verwijten en zeggen: "oh, maar Jezus is alleen maar verschenen aan zijn vrienden." Anderen zeggen dan weer: "Paulus heeft een hallucinatie gehad." en dat zeggen de critici dan ook voor alle andere verschijningen: het zijn hallucinaties!

Maar daarvoor is geen enkele aanwijzing in de teksten zelf. Zijn het dan allemaal hallucinaties in alle gevallen? Zeggen dat alle getuigen aan hallucinaties leden is geen redelijk argument meer!

b. GOD IS DE AUTEUR:

In de Evangeliën staat verschillende malen dat bij een verschijning de apostelen meenden een 'geest' te zien. Ze konden het dus eigenlijk zelf eerst niet goed geloven dat Hij verrezen was! Dit sluit de hallucinatie zo goed als zeker uit.

Bovendien laat Jezus hen Zijn wonden aanraken e.d. De Evangeliën beschrijven:

- het lege graf;

- de getuigen van de verrezen Heer;

We tellen 9 getuigenissen in de Evangeliën, waarvan 7 in Galilea en 2 in Judea (Jeruzalem).

c. De APOLOGETISCHE WAARDE:

Tot slot wil ik iets zeggen over de "APOLOGETISCHE WAARDE" van de Verrijzenis.

De Verrijzenis van Christus bevestigt zijn zending en zijn Godheid. Het is omdat onze vijanden weten, dat als het FEIT van de Verrijzenis ECHT is, dat dan Jezus' Godheid bewezen is, dat zij allerlei pogingen ondernemen om de Lijkwade van Turijn als VALS te bestempelen, of erger nog deze te vernietigen (in 1999 heeft de Lijkwade in een brand verkeerd). Het parket van Turijn sluit brandstichting niet uit en Vittorio Messori, biograaf van paus J.P.II denkt aan een complot van de Internationale Vrijmetselarij!

Christus' zending is GODDELIJK! Hij is GODS ZOON die in de wereld gekomen is om ons te bevrijden en te verlossen van de zonde en de dood. De zonde heeft Hij overwonnen door Zijn dood, de dood echter heeft Hij overwonnen door Zijn Verrijzenis.

ALLELUIA!!