Zelfopgelegde aidstaboes

Terwijl aids evident verspreid wordt door een van iedere moraal losgekoppelde seksualiteit, zetten homobelangenorganisaties en internationale instanties politiekcorrecte oogkleppen op. “Kennelijk is iedere oplossing bespreekbaar, behalve de meest voor de hand liggende.”

 

Lucas Hartong

 

Aids is een verschrikkelijke ziekte, die je lichaam helemaal sloopt. De strijd tegen aids die door vele vooraanstaande organisaties wordt gevoerd is te prijzen, maar tegelijkertijd is het – letterlijk – van levensbelang dat potentiële risicogroepen er alles aan doen besmetting met de ziekte te voorkomen. Juist daar blijkt een groot hiaat te zitten en dat is toevallig aan het licht gekomen door een tweetal voorvallen in de afgelopen weken.

 

Het eerste voorval deed zich voor toen het weerzinwekkende nieuwsfeit naar buiten kwam dat met hiv besmette homo’s anderen bewust met hun besmette bloed hadden geďnjecteerd. Lobbygroep COC was er als de kippen bij om te verklaren dat dit niets te maken had met homofilie, maar dat het een uitzonderlijk geval betrof. De HIV-vereniging, die in ons land gesubsidieerd strijd levert tegen besmetting met het virus, blijkt echter een werkgroep te hebben die onveilige seks stimuleert. De minister laat dit nu onderzoeken en zal de subsidie onmiddellijk stopzetten als blijkt dat de organisatie die ‘veilige seks’ moet propageren juist ook onveilige seks promoot en daartoe ‘feesten’ wil organiseren.

 

Mythe


Het tweede voorval is nog opmerkelijker en raakt de essentie van de aidsproblematiek. Twee vooraanstaande onderzoekers, te weten James Chin (Berkeley) en Helen Epstein (Princeton) hebben aangetoond dat de Verenigde Naties om culturele en politieke redenen weigeren de belangrijkste oorzaak – promiscuďteit – aan te pakken.

 

Epidemioloog Chin betoogt in The Aids Pandemic dat de feiten rondom aids door organisaties als UNAIDS en haar activisten worden verdraaid om de mythe in stand te houden dat aids de normale bevolking zou bedreigen. Dat is namelijk niet waar. Het is slechts een zeer beperkte groep die het risico loopt hiv op te doen, namelijk zij die veelvuldig onveilige seksuele contacten onderhouden en patiënten die de pech hebben besmet bloed toegediend te krijgen. Die laatste groep is uitzonderlijk klein, hoewel elk geval uiteraard zeer te betreuren valt.

 

Aids heeft alles te maken met een – bijna letterlijk – losbandige levensstijl. Chin schrijft daarover in zijn boek: “Gedurende mijn publieke carričre in de gezondheidszorg ben ik altijd beschouwd als normaal lid van de conventionele medische wereld. Langzaam maar zeker kwam ik erachter dat de aidsprogramma’s zoals opgezet door internationale organisaties veel meer te maken hadden met sociaal-politieke en morele correctheid dan met epidemiologisch correcte behandelwijzen.”

 

Zelfopgelegde taboes


Ook moleculair bioloog Helen Epstein komt tot een gelijkluidende conclusie. De strijd tegen aids wordt gehinderd door “zelfopgelegde politieke en culturele taboes”, zo luidt haar onverbloemde commentaar. Die strijd heeft alles te maken met de Afrikaanse seksuele moraal, waarin meer sekspartners geen enkel probleem vormen. Epstein concludeert dat UNAIDS zou moeten propageren dat het aantal sekspartners drastisch wordt teruggebracht als beste remedie tegen verspreiding van het hiv-virus, maar dat die boodschap “niet correct” wordt geacht door de organisatie. De angst beschuldigd te worden van betutteling slaat wederom toe.

 

UNAIDS besteedt jaarlijks wereldwijd 15 miljard dollar aan de behandeling van en zorg voor mensen met aids, maar slechts 1 miljard daarvan is bestemd voor hiv-preventie door een programma dat Abstinence only until marriage heet. Het programma beoogt voorlichting te geven waarbij huwelijkstrouw aan één vaste partner vooropstaat als middel om verspreiding van het hiv-virus te voorkomen. Het programma werd in de jaren negentig geďntroduceerd in het Afrikaanse land Oeganda en bleek een succes. Gedurende die jaren daalde het percentage hiv-besmettingen van 15 tot zo’n 6; een unieke prestatie voor Afrika. USAID onderzocht vanaf 2000 hoe het kon dat in Oeganda de cijfers wel daalden en in omringende landen niet. De conclusie, die opnieuw niet erg correct bleek te zijn, was dat bijna alle landen te veel nadruk legden op het gebruik van condooms, terwijl Oeganda als enige land ook onthouding en huwelijkstrouw aan één partner propageerde. Die strategie werd bekend als ABC: Abstinentie, Betrouwbaarheid en Condoomgebruik.

 

Doodswens


In ons land komen wisselende seksuele contacten en overspel voor. Beide geven een uitermate verhogend risico voor besmetting met hiv, maar de onderzoekers geven aan dat die boodschap niet wordt geaccepteerd. Kennelijk is iedere oplossing die de kans op aids vermindert bespreekbaar, behalve de meest voor de hand liggende. De werkgroep ‘Poz & Proud’ binnen de HIV-vereniging Nederland zegt het dan ook onomwonden: er mag geen enkel moreel oordeel uitgesproken worden over het doorgeven van het hiv-virus door middel van onveilige seks. Een sterkere doodswens kom je zelden tegen. Hoeveel dieper kan een mens nog zinken na Nero’s Rome?

 

(artikel oorspronkelijk verschenen in Katholiek Nieuwsblad, 8 juni 2007)