My Travels in South East Asia
China Vietnam Cambodia Laos Thailand
From Beijing to Ho Chi Minh City
Some Chinese Music?
Beijing
Harvest
Luo Wen Yong,
Bei Hai China
en
Erik Wienese,Utrecht, Nederland
Ik vertrok uit
Utrecht het centrum van Nederland.
Samen met Luo die ik op een vroegere reis in Bei Hai Guangxi Zuid China, ontmoette, reis ik
van Beijing tot aan de Vietnamese grens Dong Xing Mong Cai en verder zonder Luo naar Ho Chi Minh City.
Spoorwegen kaart Railway Map
China
Chinese Kranten
China Daily
China Times
Shanghai Daily
The Shanghai Star
South China Morning Post
Inside China
De reisbijbels
Lonely Planet
China
Vietnam
Subway Map Beijing
Destination Beijing
had ik natuurlijk bij me.
Reistips
Nog meer Reistips
Wat tips om de reis wat plezieriger te maken:
Vooral als je van plan bent om zelf, dus zonder reisorganisatie te reizen, dan is het zeker verstandig om de eerste week, misschien zelfs de eerste 2 weken van mei, zoveel mogelijk te proberen te vermijden. Dit i.v.m. de nationale vakantie die vrijwel iedereen overal in China heeft. Die vakantie valt meestal in de eerste week van mei. Alle Chinezen gaan dan massaal door het land reizen, voornamelijk naar de toeristische trekpleisters. En dan is het overal zo ontzettend druk dat het niet meer echt plezierig is.
Als je in wat minder luxe hotels moet of wilt verblijven en er is een kamer vrij, vraag dan altijd eerst of je de kamer eerst mag zien voordat je ermee instemt. Het kan ook zijn dat je de meest luxe en duurste kamer wordt toegewezen, terwijl er ook redelijke tot goede kamers kunnen zijn voor een lagere prijsklasse.
Als je van plan bent om in het voorjaar in het noorden van China te reizen (vooral rondom Beijing en/of Binnen-Mongolie of andere noordelijke provincies), dan moet er rekening gehouden worden met eventuele zandstormen, die kunnen de reis aardig verzieken (kunnen soms wel een week duren). In 2006 zijn de zandstormen in een aantal provincieen uitgebleven. In Beijing was er niets van te merken.
Wanneer je de weg vraagt is het vaak verstandig om het aan meerdere personen te vragen. Want soms weten de mensen het zelf niet en wijzen maar in het wilde weg om toch behulpzaam over te komen.
Probeer zoveel mogelijk te genieten van de lokale keuken. Vaak kom je de lekkerste gerechten en lekkernijen tegen. Het is dus geen Chinees eten zoals we dat in Nederland kennen. En probeer ook veel witte rijst en bananen (als dat mogelijk is) te eten. Veel water te drinken (alleen uit flesjes, dat is het veiligste. Let wel op dat ze nog niet eerder zijn opengemaakt wanneer je ze koopt). En gooi zo nu en dan wat extra zout op je eitje of in je soep, tegen eventuele uitdroging.
Zoals in andere reistips aangegeven is het zeker verstandig om al een paar woordjes en zinnetjes basic Chinees te kunnen spreken. Mandarijn wordt vrijwel overal in China gesproken, behalve in Guangdong (Kanton) en Hong Kong. Een aanrader is het woordenboekje van de Lonely Planet Mandarijn - Nederlands of Mandarijn - Engels. Erg handig! Ik probeer elke dag vijf nieuwe Chinese woorden te leren maar ik vergeet er elke dag weer zes..zo moeilijk.
Ook erg handig is een boekje met de titel: Leer mij kennen, de Chinezen, geschreven door Yvonne Oudshoorn. Dit boekje vertelt over de cultuurverschillen en kan er voor zorgen dat sommige mogelijke irritaties worden omgezet naar meer begrip voor de situatie.
Een aantal plaatsen die de moeite waard zijn te bezoeken:
Beijing. Grote stad, met ontzettend veel bezienswaardigheden, markten, shopping centers, restaurants (ook heerlijk westers eten en gerechten uit andere provincieen en landen). Verder heeft de stad veel te bieden op het gebied van entertainment en cultuur, zoals theehuizen met acrobatiekshows, Beijing Opera, musea, cafe's, bars, discotheken en clubs;
Huang Shan en omgeving (in de provincie Anhui)Werkelijk betoverende landschappen en flink wandelen en klimmen;
Het Shaolin Klooster (in de provincie Henan);
Binnen-Mongolie,uitgestrekte grasvlakten;
De panda's en natuur in Sichuan provincie;
De hele provincie Yunnan is een echte aanrader! Zeer divers qua landschappen en volkeren en ontzettend prachtig!
Xian (in de provicie Shaanxi) Bezienswaardigheden als het Terracottaleger en de stadsmuur;
Hainan. Dit is een tropisch eiland in het zuiden van het land. Hier is het heerlijk vertoeven aan het strand, maar ook de binnenlanden en visserdorpen zijn de moeite waard. In de maanden juni en juli is het er wel behoorlijk warm, maar ook zeer rustig. Chinezen komen pas wanneer de zon onder gaat of als het bewolkt is (willen geen donkere huid krijgen vandaar);
Tibet (zelf nog steeds niet geweest )
'Zhongguo', Rijk van het Midden
Zo noemden de Chinezen hun land, de oude Chinezen dachten dat China precies tussen de zon en de maan in lag. Ondanks de enorme veranderingen en de toenadering naar het westen is China nog altijd een bijzonder land met een aparte cultuur. Het is tevens een land met een enorme veelzijdigheid.
Een hoogtepunt van mijn bezoek aan China is uiteraard het beklimmen van de Chinese Muur, die als een enorme draak door het heuvelachtige landschap kronkelt. De muur beschermde China tegen invallen van de barbaren uit het noorden.
China is echter meer dan de Chinese Muur. In Beijing bevindt zich, vlak achter het Plein van de Hemelse Vrede, de Verboden Stad. Binnen de hoge, rode muren bevinden zich talloze paleizen en paviljoenen.
Het graf van Qin Shi Huang met het opmerkelijke terracotta-leger in Xi An, is een absolute 'must' op reis door China. Nog dagelijks wordt gewerkt aan nieuwe opgravingen in dit historisch rijke gebied.
De Yangtze rivier is met ca. 6300 km een van de langste rivieren van de wereld. Deze rivier stroomt door diepe kloven en langs steile rotsen. Op de oevers staan fraaie tempels en pagodes.
Aankomst Beijing
Na anderhalve dag vliegen vanuit Holland, via de overstap in Singapore, bereik ik Peking. In de Chinese hoofdstad is het broeierig warm, benauwd en dat
zal de komende dagen niet veranderen. Met een airport busje word ik naar het International hotel gebracht,
daarbij enkele toeristische trekpleisters passerend. Wat het meest opvalt is de enorme chaos in het verkeer.De chauffeur manoeuvreert zich handig een weg
door de onvoorstelbare hoeveelheid auto's, taxi's en fietsers.
De taxi chauffeuse die me oppikt van af het International Hotel kent drie woorden Engels, Taxi, pay en money. Dat schiet aardig op vooral omdat mijn Chinees ook nog al tamelijk gebrekkig is.
Verdere informatie krijg ik niet. De meter van de taxi kan wel verder tellen dan drie Yuan, 225 ongeveer 45 gulden voor ca 60 km. Vrij duur. De airport bus naar Beijing stopt in het centrum voor 16 Yuan.
Het is dat ik een visite kaartje met de naam van mijn hotel in het Chinees heb. Anders was ik er nog steeds niet gekomen. De Chinese regering zegt dat 80% van de taxichauffeurs in Beijing Engels spreekt. Volgens mijn reisgids spreekt 80% Chinees en 20% een Chinees dialect.Een Engels sprekende taxi chauffeur moet ik dan ook echter nog ontmoeten.
Verkeersregels lijken niet te bestaan.
Richting aangeven gebeurt niet, fietsers en riksja's rijden midden op de weg en voorrang geef je niet maar neem je. Wanneer je een kruispunt met hogere snelheid nadert dan een ander die van rechts komt ga je gewoon door, ook al heeft die ander groen licht. Dit alles gaat vergezeld van een kakofonie van claxonnerende automobilisten.
De taxi zet me af bij mijn hotel.
Het is nog maar een klein eindje lopen naar mijn Fengyuan Hotel. Eerst even mijn bagage op het rolwagentje plaatsen. Ik heb een soort steekwagentje waarmee ik mijn spullen lekker rollend achter me aan kan slepen en dat scheelt aardig wat zweetdruppels in de hitte.
Zoals verwacht spreekt niemand bij de hotelreceptie Engels. Niemand komt op het idee dat ik een kamer wil. Lekker is dat als je van de jetlag loopt te genieten en bijna al aan het slaapwandelen bent.
Ik mis Luo nu al.
Met veel moeite krijg ik een kamer en neem eerst een douche.
Het hotel ligt redelijk centraal. Dicht bij het grote Tiananmen Plein en de Verboden Stad waar de magnolia’s en de perzik -en appelbloesem met witte en rose kleuren tegen de muren staan te bloeien.
Mijn kamer is een standaard kamer. Rechts de badkamer links de kast met schuifdeuren en recht doorlopend het bureau en de spiegel en de T.V., daar tegen over het bed met twee bedlampjes en naast het bed bij het raam 2 stoelen een rond tafeltje en een schemerlamp. Op de tafel een thermosfles warm water en diverse zakjes jasmijn thee. Het uitzicht is adem benemend. Een soort flatgebouw van 4 verdiepingen. De straat is rustig en s`avonds na 10 uur is er niemand meer te zien. De T.V. heeft 18 netten inclusief een Engels sportnet en een Engelstalige nieuwszender. Ik hoef me dus niet te vervelen en zal nog tijd te kort komen.
De hoofdstad van China is Beijing, en 'noordelijke hoofdstad betekent'. Het is een grote metropool met als middelpunt de Verboden Stad en daarom heen de hutongs, de oude woonwijken met de kleine gezellige winkeltjes. Zoals heel China is ook Beijing zich in sneltreinvaart aan het moderniseren met ringwegen en grote kantoorgebouwen. De bewoners laten zien aan de vaart der volkeren mee te willen doen zoals te zien is aan zaktelefoons, moderne kleding en de populairiteit van disco's en karaokebars.
Vanuit Beijing kan je een bezoek brengen aan: de Grote Muur, de Ming graven, Chengde (oud keizerlijk paleis in de bergen) etc.
In Beijing kun je een bezoek brengen aan resten van de Ming en Qingdynastie. Verder mag een bezoek aan de Verboden Stad, Tiananmen plein, de Hemeltempel de lama tempel en de
Chinese Muur niet ontbreken.
Tian An Men Plein
Het plein dat al sinds 1651 bestaat werd in 1958 door de communistische leiders vergroot tot 40 ha. Het is
500 meter breed en 800 lang. Het is het grootste plein ter wereld.
Het biedt plaats aan 1 miljoen mensen.
Op dit plein riep Mao Zedong op 1 oktober 1949 vanaf het platform boven de Poort van de Hemelse Vrede de stichting van de Volksrepubliek China uit. Hij gebruikte hetzelfde platform dat vroeger de keizers gebruikten voor hun proclamaties.
Op en rond dit plein staan verschillende grote gebouwen en monumenten.Aan de westzijde staat de Hal van het Volk, Renmin Da Hui'Tang dat in 1959 werd voltooid. Hier komt het Chinese parlement bijeen. Dit enorme gebouw is 310 meter breed. In de belangrijkste vergaderzaal is plaats voor 10.000 mensen.
Aan de oostzijde staan het Museum van de Chinese geschiedenis en het Museum van de Revolutie.
Aan het begin van het plein de oudste, de Poort van de Middagzon.
Deze poort stamt uit 1421 en was onderdeel van de binnenstadsmuur en mocht alleen door de Keizer worden gebruikt. Hij ging altijd door deze poort als hij op de dag van de winter zonnewende naar de Tempel van de Hemel ging om te bidden.
Het is het enige deel dat goed bewaard is gebleven
Er op volgt het Mausoleum van Mao Zedong. Het was precies 1 jaar na zijn dood klaar en werd op 9 september 1977 geopend. Het is een 30 meter hoog vierkant gebouw dat uit 2 verdiepingen bestaat.
Het dak wordt gesteund door 44 granieten pilaren. Er staat de hele dag een honderden meters lange rij mensen voor het gebouw om een blik te kunnen werpen op het opgebaarde gebalsemde lichaam van Mao.
Het levensgrote gebouw staat pontificaal midden op het plein, waarbij je je afvraagt of dat formaat nou nodig is voor één persoon. Dit kun je maar beter niet op straat tijdens een gesprek vragen, want kom niet aan
Mao.
Mao is niet vergeten of verguisd. De file voor zijn mausoleum (Mao Zhuxi Jiniantang) groeit elke dag snel aan en wie dus een laatste blik wil gunnen
aan het rode fenomeen kan enkele uren aanschuiven tussen Chinezen, die nog uit verre streken afzakken om als toerist 'deze must' niet te missen.
Hoewel de Grote Roerganger de nodige miljoenen doden op zijn geweten heeft wordt hij nog steeds gezien als de man die China op de kaart zette en waaronder het leven mits je je politiek aan de goede kant bevond goed was.
Ik ben er precies tegen het bezoektijd en kan deze kans natuurlijk niet laten lopen en ga ook in de rij staan. Aan de gezichten en aan de kleren te zien komen de bezoekers uit alle delen van het land. Ik hoop dat ik er redelijk netjes uitzie anders word je niet toegelaten. Bagage mag niet mee. Fotograferen verboden. Petten en hoeden af. Geen handen in de zakken. Je ordelijk en netjes gedragen.
Niet spreken. Dat is de instructie, voor mij de enige buitenlander, in gebaren. Daarna volgt een korte opleiding marcheren in rijen van vier.
Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld de grote roerganger voorzitter Mao te eren met gratis ter beschikking gestelde plastic bloemen. Dan is
het eindelijk zo ver. In rijen van 4 marcheren we nauwlettend door militairen in de gaten gehouden het terrein van het mausoleum op de muffig ruikende marmeren hal in. In de voorhal zit Mao in steen op
een stoel. Dan splitsen de rijen zich en in een grote hal verder ligt hij in een glazen ronde toren, waar links en rechts een rij langs mag, met een muur van plastic bloemen eromheen. Voor hij of ik met mijn ogen kan knipperen zijn we al weer verder gejaagd. Blijven staan mag niet en opzij kijken ook al niet van uit mijn ooghoek zie ik dat Mao’s hoofd verdacht veel op plastic lijkt. Nog een batterij in het lijf en hij staat zo weer op. Na Mao moet ik nog de galerij van de heldendaden van Mao doorworstelen en dan begint de souvenir verkoop. Zakdoeken met Mao er op, eetstokjes, horloges, petjes, tassen, aanstekers.
Al vroeg in de ochtend is het druk op het Plein van de Hemelse Vrede, dat faam verwierf in juni 1989 toen een wekenlang durend jongerenprotest hier in de kiem gesmoord werd door de rodestrijdkrachten. Bloedsporen moet je hier niet zoeken. In de nabij gelegen straten vielen de vele slachtoffers, ook veel militairen die bestookt werden met molotov-cocktails. Nu
wordt het plein met camera's bewaakt. Lichte verfsporen daarentegen kunnen op het Tien An-men nog wel worden ontdekt. Alle tegels van het plein waren
twintig jaar geleden genummerd. Zo werden de plaatsen aangegeven die vooraf aan zogeheten spontane militairen waren toegekend. De rode gardisten van Mao's
Culturele Revolutie konden aldus noteren, wie er niet was, om nadien de nodige maatregelen te nemen..
Het volgende bouwwerk op het plein is het Monument voor de Helden van het Volk.
De 36 meter hoge en 60 ton zware obelisk is op 1 mei 1958 voltooid ter nagedachtenis aan de helden van de Chinese Revolutie.
Op de obelisk staat in Mao's eigen handschrift "Eeuwige roem aan de volkshelden"
Er worden dagelijks bloemen gelegd door jongeren die er met vaandels ook de wacht houden.
Als je tot aan het einde van het plein loopt krijg je een goed beeld van de 30 meter hoge Poort van de
Hemelse Vrede.De poort stamt uit het jaar 1417 en werd in 1651 gerestaureerd. Het is een poort met 5 bogen. Boven de middelste boog,waar vroeger alleen de
Keizer door mocht hangt nu het beroemde portret van Mao. Van af het plein gezien zijn er links en recht van de poort tribunes die bij grote parades plaats bieden aan een paar duizend genodigden.
Via een ondergronds oversteekplaats loop je van het plein naar de ingang van de
Verboden Stad
Bij de Zuidpoort van de Verboden Stad hangt nog altijd Mao's grote portret.
Van hieruit begint een bezoek aan het grootste paleis ter wereld.
Drie uren is een minimale tijd voor een bezoek van het bijna een kilometer
lange complex met keizerlijke vertrekken, audientiezalen, voorraadkamers en
musea. Als je voordien snel even 'The Last Emperor' gaat huren in de videotheek
ben je goed voorbereid. De film werd hier ook opgenomen en ook voor dit bezoek
werden enkele politieke grenzen verlegd: je kan een walkman huren en kies je de
Engelstalige versie dan hoor je de stem van Roger Moore. Mister James Bond himself is hier nu kind aan huis!
In de Verboden Stad geniet je niet alleen van de klokkenverzameling van
keizer Qianlong, de mini-bedjes van de geurende keizerlijke concubines en de
prachtig gedecoreerde muren en daken, maar ook van de Chinezen zelf.
Fotograferen hebben ze duidelijk afgekeken van de Japanse toeristen. Ze zijn
net zozeer maniak geworden en doen het op dezelfde manier: niet het decor heeft
belang, maar wel de stokstijf poserende bezoeker. Zo kun je overal bij de
historische plaatsen van de stad ook bruidsparen ontmoeten. Ze worden de stad
rondgereden, per rickshaw of per limousine, naargelang de financiele
draagkracht, om voor elk monument of gebouw een (dure) huwelijksfoto te laten
maken.
Nadat je de Poort van de Hemelse Vrede bent gepasseerd volgen nog de Rechtopstaande Poort en de Meridiaan Poort. Hierna volgen de gebouwen van het Keizerlijke Paleis. Vanuit dit Paleis regeerden 24 keizers van de Ming- en Qing dynastieën van 1368 tot 1911 over China.
Het complex dat 950 meter lang en 750 meter breed is wordt door een brede gracht en een 10 meter hoge muur beschermd. Het complex bestaat eigenlijk uit 2 delen, waarvan het 1e deel 3 openbare gebouwen bevat en het 2e deel de 3 hoofd paleizen een paar kleinere paleizen en de tuinen.
In het 1e deel kom je binnen door de Poort van de Opperste Harmonie, waar 2 reusachtige bronzen leeuwen voorstaan. De mannelijke leeuw heeft een aardbol onder zijn rechter poot als teken van macht en de leeuwin heeft een welpje onder haar linker poot. Van hieruit kun je goed zien hoe groot het geheel eigenlijk is.
Je komt nu bij de eerste hal, de Hal van de Opperste Harmonie.
Het is het grootste gebouw van het Paleis complex. Het is 30 meter hoog, 70 meter lang en 40 meter breed. Ook voor dit gebouw weer marmeren trappen.
Op deze binnenhof is ook een groep militairen gelegerd die bezig zijn met een oefening exercitie van de beroemde paradepas om de Chinese vlag op het plein met veel militaire ceremonie te halen en te brengen.
Na deze hal, de Hal van de Bereikte Harmonie. Deze hal werd gebruikt als kleedkamer voor de keizer waar hij zich verkleedde voor officiële gelegenheden in de Hal van de Opperste Harmonie.
Na de volgende binnenhof volgt nu de Hal van de Behouden Harmonie.
In deze hal werden de hoge gasten uit de buurlanden ontvangen die geschenken kwamen brengen. Ook werden hier de kandidaten van de paleisexamens door de keizer ontvangen.
Nu volgt het 2e deel van het complex.
Hier woonden de keizer en zijn hoofdvrouw, bijvrouwen, eunuchen en de ambtenaren en bedienden..
De keizer had 81 (9x9) concubines. Het cijfer 9 was een
geluksgetal en symbool van de hemel en de keizer.
Samen met alle kleinere gebouwen bevat het complex 9999
vertrekken
Als eerste zien we Het Paleis van de Hemelse Zuiverheid, waar de keizers woonden en er achter volgt het 2e paleis De Hal van de Vereniging. Dit was de troonzaal van de keizerin, wat te zien is aan de symbolen van feniks en de volle maan.
Het 3e paleis is Paleis van de Aardse Rust genaamd. Hier woonden tijdens de Ming dynastie de keizerinnen.
In het oostelijk en westelijk deel zijn nog een 12-tal paleizen waarvan een aantal mooie namen hebben zoals: Hal van de Geestelijke Ontwikkeling en Paleis van de Rustige Oude Dag.
Sinds 1949 is het Paleis voor het publiek opengesteld.
De Verboden Stad heeft een eigen website.
Meer over de Verboden Stad is te vinden in het Volksdagblad
Een virtuele rondleiding langs de belangrijkste gebouwen
Foto's uit De Verboden Stad
Plattegrond van de Verboden Stad
Tempel van de Hemel
Deze tempel ligt in het Tiantanpark, het grootste park van Beijing en stamt uit de 15e eeuw. Het is een typisch voorbeeld van de architectuur uit de Ming dynastie en is net als het keizerlijk paleis gebouwd tussen 1406 en 1420.
Het park bestaat uit 3 delen , de Gebedshal voor Goede Oogsten, in het midden het keizerlijk Hemelgewelf en het Ronde Altaar van de Hemel.
De gebouwen zitten allemaal vol symbolieken, zoals bij de Gebedshal voor Goede oogsten zijn voor dit 38 meter hoge houten gebouw geen spijkers gebruikt. Het houten bouwwerk wordt ondersteund door 28 pilaren. In het midden 4 pilaren,de seizoenen) daaromheen 12 pilaren de maanden en tenslotte een cirkel van 12 pilaren de dag, verdeeld in 12 x 2 uur zoals de Chinezen vroeger deden. Boven op het uit 3 delen bestaande dak, dat met 50.000 blauw geglazuurde dakpannen is gedekt en dat de
hemel voorstelt staat een vergulde hemelglobe.
Al de trappen in het complex hebben steeds 9 treden
In het Keizerlijk Hemelgewelf, dat lijkt op de Gebedshal maar kleiner en eenvoudiger is, zit een prachtige koepel met een vergulde draak.
Rond dit gebouw loopt een ronde muur, de echomuur,
omdat als men tegen deze muur fluistert dit een eind verder te horen is, maar met al die toeristen is er niets van te ervaren.
De keizer, die zich Zoon van de Hemel noemde, kwam
hier 2 maal per jaar om offers te brengen en te bidden voor een goede oogst. Dit laatste tijdens de winterzonnewende.
Daarna bracht hij offers op het Ronde Altaar van de Hemel.
Dit altaar dat is 1530 is gebouwd, bestaat uit 3 marmeren terrassen, die de aarde, de sterfelijke wereld en de hemel
voorstellen. Ook hier komt het cijfer 9 weer terug. Rond de offersteen, de Navel van het Heelal, ligt een cirkel 9 tegels, de tweede cirkel heeft er 18 enzovoort tot er in de 27 buitencirkel 243 tegels liggen. Rond het altaar liggen in iedere windrichting
trappen bestaande uit steeds 3 maal 9 treden. Op de leuningen
zijn per trap 3 versieringen aangebracht dus 3 x 3 is ook weer 9.
Hotels en Hutongs
A hutong is an ancient city alley or lane typical in Beijing, where hutongs run into the several thousand. Surrounding the Forbidden City, many were built during the Yuan (1206-1341), Ming(1368-1628) and Qing(1644-1908) dynasties. In the prime of these dynasties the emperors, in order to establish supreme power for themselves, planned the city and arranged the residential areas according to the etiquette systems of the Zhou Dynasty. The center of the city of Beijing was the royal palace -- the Forbidden City.
One kind of hutongs, usually referred to as the regular hutong, was near the palace to the east and west and arranged in orderly fashion along the streets. Most of the residents of these hutongs were imperial kinsmen and aristocrats. Another kind, the simple and crude hutong, was mostly located far to the north and south of the palace. The residents were merchants and other ordinary people.
The main buildings in the hutong were almost all quadrangles--a building complex formed by four houses around a quadrangular courtyard . The quadrangles varied in size and design according to the social status of the residents. The big quadrangles of high- ranking officials and wealthy merchants were specially built with roof beams and pillars all beautifully carved and painted, each with a front yard and back yard. However, the ordinary people's quadrangles were simply built with small gates and low houses. hutongs, in fact, are passageways formed by many closely arranged quadrangles of different sizes. The specially built quadrangles all face the south for better lighting; as a result, a lot of hutongs run from east to west. Between the big hutongs many small ones went north and south for convenient passage.
At the end of the Qing Dynasty unified and closed China came under influence from abroad, having experienced change of dynasties and the vicissitudes of life. The stereotyped arrangement of the hutong was also affected. Many newly formed hutongs with irregular houses appeared outside the city, while many old ones lost their former neat arrangement. The social status of the residents also changed, reflecting the collapse of the feudal system. During the period of the Republic of China (1911-1948), Chinese society was unstable, with frequent civil wars and repeated foreign invasions.
The city of Beijing deteriorated, and the conditions of the hutong worsened. Quadrangles previously owned by one family became a compound occupied by many households
After the founding of the people's Republic of China in 1949, hutong conditions improved. In recent years, the houses in many hutongs have been pulled down and replaced by modern buildings. Many hutong dwellers have moved to new housing.
The hutong today is fading into the shade for both tourists and inhabitants. However, in the urban district of Beijing houses along hutongs still occupy one third of the total area, providing housing for half the population, so many hutongs have survived. In this respect, we see the old in the new in Beijing as an ancient yet modern city.
Na een paar dagen vertrek ik uit het hotel. Ik wilde wel langer blijven maar kreeg niet dezelfde prijs als ik vanuit Nederland had laten regelen. Ik moest nu ca. Yuan 600 betalen. Dat is dus f.120,--. Daar heb ik geen zin in. Er was nog een kamer van Yuan 300 zonder ramen. Een kamer van f.60,-- vind ik ook nog te veel. Een oud reisgenoot had een keer in het Yuandong hotel gelogeerd en dat was goed bevallen. Ik dus met de taxi naar het Yuandong hotel. Op de kaart lijkt het erg dichtbij. Maar er is veel eenrichtings verkeer in Beijing. Het afslaande verkeer moet een volle zijstraat in om een weg te kruisen. Dat kost veel tijd vooral als de taxichauffeur niet weet waar het hotel is en ik de kaart moet lezen en de weg wijzen. Het Yuandong ligt in een zeer klein smal straatje, achter een van de grotere boulevards met grote flatgebouwen. Aan het begin van het straatje staan kleine tonnen met vuilnis. In de zomer zal dat lekker ruiken. Nu is het koel en s`avonds vriest het zelfs een beetje dus je ruikt nu niets. In de straat zijn tientallen leuke eethuisjes en het buurtje ziet er zeer gezellig uit met oude huisjes en vele andere kleine straatjes waar het wel makkelijk verdwalen zal zijn. Dit zijn nog de oude gedeelten, de ¨hutongs¨ van Beijing die nog niet zijn platgewalst en nog niet hoefden plaats te maken voor beton kolossen. Hier lopen de oude Chinezen nog met Mao pakken en petten rond. Ik zie overal Deng en Mao hoofden. Als ik me niet vergis zag ik ook nog een oud vrouwtje met ingebonden voeten strompelen. Miss Li van de receptie showt me de prijzen. Standaard room Yuan 395. Dat is ook bijna f.80,-- Dat ga ik dus mooi niet voor een kamer betalen. Er zijn ook kamers van Yuan 168. Die zijn zonder badkamer zegt Miss Li. Dat kan niks zijn denk ik. Een mens kan zich vergissen. De kamer is weliswaar in de kelder , 4 bedden, kraakhelder, heeft T.V. en telefoon. Wat wil ik nog meer voor f.35,--. Tot mijn genoegen bevindt zich het Karaoke spook ook in de kelder.
Het hotel ligt vlakbij de Tempel of Heaven..........
In de hutongs loopt een weg langs een ziekenhuis. Dokters geven hier uitleg over de Chinese kruiden en
- geneeskunde. Je krijgt kosteloze adviezen en meteen een voorschrift van een mengeling aan pillen die je er bovenop zullen helpen. Iets mankeren zul je
alleszins tijdens zo’n doktersbezoek. Pillen verkopen is belangrijk en je yin
en yang zullen er wel bij varen, lichaam en energie zullen hun evenwicht (qi)
hervinden. Voor een doosje pillen ( je moet ze bovendien maanden blijven
slikken) koop je net zo goed een flink aantal meter mooie zijde. Geen nood. In
de buurt van de Friendship Store is het zijdestraatje waar alles wat een westerling aan kleding nodig heeft tegen af te dingen prijzen is te kopen.
China ontdekte sedert de liberalisering duidelijk dat slogans niet volstaan om welvaart te brengen. En die is er nu en neemt toe, terwijl de kloof tussen
arm en rijk toch groeit.Amper twintig jaar geleden liep elke Beijinger nog rond in grauwe Mao-pakjes. De meisjes ontdekten sedertdien de make-up, de minirokjes en hoge hakken. Met de gsm is men alvast in alle Chinese steden bereikbaar. De consumptiemaatschappij
veroverde 1,2 miljard mensen en mede hierdoor is Beijing een leuke stad aan het worden, een metropool met een ontwakend nachtleven, hoewel Chinezen vroege
slapers zijn. 's Avonds is het leuk flaneren langs de vele kleine restaurants, bars, artiestenkroegen
en zelfs terrasjes langs San Li Tun in het stadsdistrict Chao Yang, waar ook de diplomatenwijk en de Vietnamese ambassade gelegen is. Langzaam maar zeker
groeit hier een swingende stad, terwijl elk hotel dat zijn naam eer wil aandoen 'KTV' biedt, of een karaoke-bar.
Overleven, eten en drinken
's Avonds ga ik lopend door het centrum op zoek
naar een restaurantje. Na een half uurtje dolen door het enorme drukke hart van de stad weet ik alweer precies in wat voor gekkenhuis ik ben terechtgekomen.
Op de stoep zitten Chinezen te kaarten, praten, biljarten en liggen anderen te slapen. Verder valt de gigantische hoeveelheid volk zo laat op de avond op.
Maar het kan erger, het Plein van Hemelse Vrede biedt bij het eerste bezoek een bijzonder drukke aanblik. Niks verlaten, gewoon de puinhoop zoals die er ook de
volgende dagen zal zijn.
Een symbool van het westers kapitalisme, in de ogen van de Chinezen,moest de plaats ruimen voor het
kapitalisme uit China. Het slachtoffer is McDonalds! Amper vijftien jaar geleden, toen de Mao-pakjes nog maar net naar de motteballen waren verwezen,
opende de fastfood-keten een eerste vestiging op Jianguomennei.
Het hele blok is nu afgebroken door een Hongkongse projektontwikkelaar. In de plaats van McDonalds en vele andere bedrijven staat nu een zoveelste mastodont-plaza de grootste winkelstraat van China Wangfujing in China is alles groot, groter, grootst.
Elke keer geniet ik van Beijing. Een stad met een duizenden jaren oude geschiedenis, die sneller als geen andere naar de 21ste eeuw evolueert. Toren
hoge gebouwen rijzen uit de grond, maar hoogbouw is gelukkig alleen buiten het historische centrum
toegelaten. Kleine prive-restaurantjes, boetieks en vele parken verhogen de aantrekkelijkheid.
Het drukke verkeer, de luchtverontreiniging,helaas, iets minder. Maar daaraan wen je wel.
Wie alleen op stap wil in Beijing kan al snel de stadsplattegrond lezen als hij zes begrippen uit het hoofd leert:
bei is noord,
nan is zuid,
dong is oost en
xi is west.
Een straatnaam die eindigt op nei, betekent dat dit deel binnen de (verdwenen) stadsmuren ligt en is het wai dan ligt dat stuk daarbuiten.
Voorbeeld, de grote laan Jiangomenwai of jianguomennei. Het centrum is makkelijk te vinden: dat is de Verboden Stad (Gu Gong) die noordelijk van Tien
An-men begint, het (alweer) grootste plein ter wereld. Centraal Station is Beijing Zahn. Het Weststation is Xi Zahn.
Mao Zedong, Zhou Enlai, Deng Xiaoping. Ze werden allemaal stokoud. Dat kwam denk ik niet alleen door een gezonde voeding. Ginseng en kruiden worden in China al bereid en gebruikt toen Europa nog leerde te overleven met de toverkunst van de alchemisten.
Met Parijs of Amsterdam valt Beijing als winkelstad nog niet te vergelijken, maar China-shoppers vinden hier alles van hun gading. Antiek,
kalligrafie, boeken en juwelen in de kleine boetiekjes van Liulichang, een
autovrij straatje ten zuidwesten van Tien An-men. Daarboven in Qianmen en Xidan
liggen de typisch Chinese winkelstraten, terwijl de betere klant in de
langgerekte Wangfujing en Dongsi, parallel ten oosten van de Verboden Stad, ook
merkkleding vindt. Op Jianguomenwai is de grote Friendship Store. Honderd meter
verder wandel je het "zijdestraatje' in en wie echt het sjiekste wil kan ten noordoosten van het stadscentrum, op de weg naar Beijing Airport, zijn
keuze doen in het grote en aangename Lufthansa Shopping Center. Echte Franse
champagne, de beste Bordeaux wijnen, pronkstukken in jade? Hier kun je werkelijk alles vinden.
Bij de uitgang van de Verboden Stad, net onder de Jingshanpoort waar de
laatste Ming-keizer zich verhing, maak ik na opdringerige postkaartenverkopers
weer kennis met de bedelaars. Ze vormen al enkele jaren een nieuw fenomeen in
de volksrepubliek. Sedert de liberaliseringspolitiek van Deng Xiaoping, die
iedereen toeliet om op zijn manier geld te verdienen. En die ook leidde tot een
groeiende werkloosheid na de sluiting van niet-rendabele staatsondernemingen.
Het toilet is in China altijd makkelijk te vinden. Je ruikt ze tijdig. Er
komt wel verbetering sinds er betaaltoiletten zijn ingevoerd, die meestal bij
de toeristen attrakties zijn gevestigd. Een nog echt Chinees toilet bezoeken,
gewoon voor de lol, met de knijper op de neus, loont de moeite. Een prachtexemplaar
vond ik bij de Vogelmarkt. Langs deze markt kwam ik bij toeval. Naast enkele
miezerige katjes en zeldzame honden biedt deze rommelmarkt een rijke keuze aan
zangvogels. Alle Chinezen blijken expert te zijn in het keuren van deze dieren
en hun stem en het uitlaten van de vogeltjes op de markt en de gevuld kooitjes, vastgebonden
achteraan op de fiets zijn erg leuk om te zien.
Bij de vlakbij gelegen azuurblauwe Tempel van de Hemel (Tian Tan) kun je
geluk hebben. In dit park, waar de keizers tweemaal per jaar kwamen bidden voor
een goede oogst, vormen de meestal oude mannetjes een prachtig schouwspel als
ze hun huisdieren, uitlaten. Die
huisdieren bestaan alleen uit (zang)vogels in een kooi waar ze statig mee rondwandelen.
Chinezen kennen katten en honden niet als huisdieren. Het mag niet in de stad
en dikwijls zijn ze alleen voorbestemd voor de
menukaart, in Guangzhou (Kanton) zelfs samen met slangen, kakkerlakken, schorpioenen, bamboewormen en andere smakelijke diersoorten.
Als je bij de rotonde plots luidkeels geroep hoort, moet je niet schrikken.
Chinezen proberen hier graag de echo uit.
Drommen schoolkinderen ontmoet je vrijwel altijd in de parken en natuurlijk ook in het
Zomerpaleis (Yihe Yuan)
. Het zijn dan ook geen venters, maar kinderen die hier de toeristen bestoken met een vriendelijke hello, het enige Engelse woord dat elke Chinees lijkt te kennen. Ze verwachten een antwoord, een even vriendelijk handgebaar en natuurlijk een foto. Soms willen ze met die lange neuzen samen op de foto en giechelen ze zich dood.
Het Zomerpaleis met zijn 108 treden hoge boeddhistische tempels, ligt net buiten de stad bij het enorme Kunming Lake. Hier bevindt zich ook de marmeren praalboot van Tzu Hsi, de keizerin-weduwe uit de Qin-dynastie, die als Dragon Lady achter de schermen regeerde als laatste keizerin.
>
De boot, een vreselijke copie van een Mississippi-steamer,
kwam er als geschenk toen de militairen extra subsidies kregen van Tzu Hsi voor de uitbouw van de vloot. Het was ook op dit meer dat ze kwamen oefenen. Niet te verwonderen dat de Chinese keizerlijke marine alle zeeslagen met het westen heeft verloren!
Het Zomerpaleis ligt in een 280 ha. groot park. Het wordt omzoomd door de Heuvel van het Lange Leven en aan de zuidkant door het Kunmingmeer Dit park werd door
de keizerinweduwe in 1888 uitgekozen om een nieuw paleis in te bouwen nadat het oude paleis in 1860 was verwoest. Zij besteedde veel stats geld, dat bestemd was voor vernieuwing van de Marinevloot,aan dit paleis.
Zij liet een 728 meter lange open galerij bouwen langs de oever van het meer. Het meer werd al in de 18e eeuw door keizer Qianlong veranderd om het te doen gelijken op het Westmeer bij Hangzhou. In het meer ligt een eiland met het Paleis van de Drakenkoning. Het eiland is met de vaste wal verbonden door de Brug met Zeventien Bogen.
Natuurlijke schoonheid en elegante tempelgebouwen zijn er ook in het
Beihai Park
Vlakbij de Verboden Stad, is het - buiten seizoen - rustig slenteren en genieten van een prachtige omgeving. Als ze een vrije dag hebben, komen de Beijingers hier in gezinsverband. Een picnic, eerst eten en dan roeien
op het meer, dat kabbelt onder de witte pagoda die de Yuan-keizers, de
Mongoolse dynastie van Kublai Khan, nazaat van de Djingiz Khan, liet oprichten en waar Ineke leerde
kalligraferen....
Met die Khan's maakte ook Marco Polo kennis, de Venetiaanse koopman, die zijde en specerijen naar Europa bracht. Hij was een mandarijn, een hoge
ambtenaar van de keizer. Net als Ferdinand Verbiest nadien in de Ming-periode.
Verbiest was een Vlaams jezuietenpater die het keizerlijk vertrouwen won en
zijn sporen naliet in het centrum van Beijing. Het Observatoirum Verbiest (Gu Guan Xiang Tai) ligt vlak naast het parkje waar s’ochtends druk wordt getaichi’d. De oorspronkelijke instrumenten staan er nog en vanaf het dak heb je een mooi
uitzicht op de Verboden Stad..
Een must voor Beijing-bezoekers vormt uiteraard de opera. Een spektakel, een belevenis wie geen hartkloppingen krijgt van schrille stemgeluiden. Een genot als je de Beijing Opera kan ondergaan in zijn authentieke omgeving, in een oude zaal waar ook de Chinezen ervan genieten door acteurs toe te juichen of uit te jouwen. Gelukkig weet Luo zo’n adres. Toeristen worden naar het moderne theater gebracht waar
alleen westerlingen de zaal bevolken. Buitenlandse gasten zijn het in hoofdzaak ook die naar de kinderacrobatie komen kijken. Een opvoering met en door
kinderen van 2 tot 10 jaar die niet bij iedereen in goede aarde valt. Kinderarbeid, kindermishandeling zelfs.
Wat de acteurs presteren, grenst aan het ongelooflijke. Zeker als je weet dat
dezelfde nummers, uitgevoerd door volwassenen, duizenden toeschouwers lokken.
Het is in Beijing dat de kinderen voor de latere carriere worden klaargestoomd.
En trots dat ze zijn als het applaus losbarst!
Als westerling hoef je geen moeite te doen om
ergens een etablissement naar keuze te vinden, besluit je er niet binnen te
gaan, dan trekken zij je wel naar binnen.
Altijd leuk is de eerste keer met de bekende
eetstokjes, chopsticks eten terwijl je thuis niet hebt geoefend. Dat levert het
eerste kwartiertje dus een aardig schouwspel op, waarbij de Chinese gasten in
het restaurant met een ongelovige blik het gestuntel aanschouwen. Na die vijftien minuten gaat het
trouwens al een stuk beter, het is ook niet zo moeilijk. Grappig is trouwens de inrichting van de restaurants. Eetzalen zouden wij het noemen. Tegels, Tl-buizen en eventueel een aquarium om de vissen uit te halen. Gezelligheid maak je met je vrienden en lekker eten. Ook kleding is niet zo belangrijk. Kom je in driedelig dan kijken ze je aan, kom je in je blote bast dan val je nauwelijks op. Een menukaart in het Engels is niet altijd voorhanden en dus dien je
regelmatig een rondje langs de tafels te maken om bij andere eters aan te geven welk gerecht je wel aanstaat. Het prijsniveau is overigens een prettige
bijkomstigheid, voor 5 gulden eet ik mijn buikje rond.
Leuk is ook een bezoekje aan de plaatselijke
McDonalds. Eenmaal binnen in het filiaal aan de zuidkant van het Plein van de
Hemelse Vrede, lees ik louter Chinese tekens op de lichtbakken. Als ik weer op
het punt sta naar buiten te gaan, komt een serveerster een placemat brengen
waarop afbeeldingen staan van de cheeseburgers, milkshakes en kipnuggets.
Ik wijs aan wat ik willen hebben, zij
noteert en met het briefje kan ik zelf bestellen aan de toonbank. Een simpele
manier, maar het werkt wel. Met Luo erbij is het toch makkelijker.
Opvallend: iedereen kent die gesprekken op
verjaardagen, zo net na de zomer, waarop een aantal mensen vertelt in een of
ander ver oord een bekende te zijn tegengekomen. Mij overkomt het ook weer;
Miriam de gids van Kras van de reis met Ine Dido en Louise, loopt met een groep op het plein en zwaait me vrolijk toe.
Om de drukte enigszins te ontvluchten ga ik de
volgende dag naar het Sun Yat Senpark, genoemd naar de voorganger van Chang
Kaishek als hoofd van de republiek en oprichter van de Kwomintang. Vergeleken
bij de hectiek van de stad heerst hier, hoewel vlak naast de Verboden Stad,
welhaast een serene rust. De grote hoeveelheid paviljoenen, aquaria en parkjes
zorgen ervoor dat je op een gegeven moment alles maar normaal gaat vinden,
terwijl je stuk voor stuk kleine kunstwerkjes voorbijloopt. Een verademing.
Om de drukte te ontlopen ga ik af en toe van de
grote avenues af en de smalle straatjes in, de Hutongs.
Op het eerste gezicht lopen deze 'hutongs' parallel
aan de grote straten die de stad hoofdzakelijk in noord-zuid en
oost-westrichting doorkruisen. Niets is minder waar; de steegjes vol
winkeltjes, langsrazende riksja's en brutale verkopers, blijken een waar
doolhof. Je komt altijd ergens anders uit dan je denkt.
Het is leuk wandelen langs de hutongs, de oudere woonerven die de Verboden
Stad omgeven tot op Tien An-men. Je leert je aanpassen aan het verkeer waarin
auto's geen voorrang verlenen aan fietsers en omgekeerd en fietsers geen
voorrang verlenen aan voetgangers en omgekeerd. Soms denk je dat
verkeerslichten dezelfde bedoeling hebben als de rode lampions. Oudere mannen
of vrouwen met veekleurige wimpels proberen op de straathoeken de af en toe
aanwezige agent te helpen, maar Beijing geeft grif toe dat het - ondanks brede
lanen en kilometerlange nieuwe viaducten in volle stadscentrum - met
verkeersproblemen worstelt. Niet alleen ingevolge de toename van het aantal
auto's, maar vooral vanwege de mentaliteit van elke weggebruiker.
Vooral een tocht met een rickshaw is een leuke ervaring, vooral als je van
te voren de prijs duidelijk afspreekt.. De oude kerels trappen dat het een lust
is, nemen scherpe bochten met de driewieler, en storen zich evenmin aan het
autoverkeer. In de hutong zelf rekenen ze dan wel af met de schaarse voetganger
want in deze oude woonerven, die tot het historisch erfgoed uit de Qing-periode
(1644 - 1911) behoren, en waarvan er al vele de plaats moesten ruimen voor
torengebouwen, wonen vooral oudere mensen.
Tijdens één van de wandelingen word ik aangesproken
door twee jonge meisjes die een eindje met me meelopen. Ze spreken opvallend
goed Engels en willen weten wat ik van Peking vind, of ik hier voor het eerst
ben en tot wanneer ik blijf. Mijn vermoeden dat ik langzaam een donker bordeel
binnengeloodst wordt, blijkt ongegrond; de dames werven klanten voor een
achteraf gelegen galerie waar schilderijen te koop zijn. Helaas is de prijs er
ook naar. Met de belofte dat ik later in de week nog eens terugkom als er nog
geld over is neem ik afscheid.
Toch is het zeker de moeite waard om links en
rechts wat aan te schaffen. Cd's, software, kleding
aanzienlijk goedkoper dan in Nederland en wie goed afdingt, kan zelfs nog voordeliger uit zijn. Maar het opvallendst in Peking zijn toch de mensen,
sowieso het belangrijkst wat een reis interessant maakt.
De ene keer word je nagekeken op straat, de andere
keer wil iemand een woordje Engels, hello, met je wisselen en een derde keer
moet je met hen op de foto. Chinezen zijn druk, spreken geen Engels, zijn
beleefd maar tegelijkertijd ook nieuwsgierig naar de wereld buiten
communistisch China. Eén keer staat een groepje van tien man te kijken hoe ik
een ansichtkaart naar huis schrijf en Nederland op de kaart aanwijs. Ze weten
het niet te liggen, misschien hebben ze er wel nooit van gehoord. Op dat moment
een beetje vreemd, als je er later aan terugdenkt grappig en veelzeggend.
Ik begin er aan te wennen dat ik de enige sufferd in China ben die geen Chinees spreekt. Als ik honger krijg heb ik een probleem. Alle huizen lijken op de Chinese restaurants in Nederland. Voorzien van erg
fraaie uitnodigende wapperende karakters in rood en geel. Maar hier zijn het meestal officiële gebouwen die met van die wapperende reclameteksten zijn voorzien. Dus goed opletten of er binnen aan tafeltjes ook mensen aan het eten zijn en dan maar hopen dat het niet de een of andere bedrijfskantine is. Het blijft een probleem welke je nu in moet gaan. In de eethuisjes moet ik aanwijzen wat ik hebben wil.
Dan krijg je een bonnetje. Daarmee word je naar de kassa gestuurd. Met twee bonnetjes kun je dan het eten ophalen. De eerste keer bestelde ik op goed geluk door op de Chinese Menu kaart iets aan te wijzen.
Na 10 minuten kwam er een schoteltje met warme pinda's met eetstokjes moest ik die opeten. De restaurants hebben kosten nog moeite gespaard om de kale ruimtes met een enkel neon buisje op te fleuren. Maar meestal is het eten heel erg lekker en smaakt uitstekend. Alle toebehoren zoals gestoofde groenten en lekkere vleesjes die normaal met rijst worden gegeten zijn zo lekker dat ik nog best
zonder rijst kan. Alles is erg licht verteerbaar en kort tijd later heb ik weer honger. Gelukkig is er ook MacDonalds" voor de nodige vette hap.
Voor ik naar Nanning vertrek ga ik eerst nog met de trein naar Chengde het fantastische zomerverblijfje van de Chinese keizers in de bergen ten noorden van Beijing.
Na een paar dagen frisse lucht in Chengde kom ik terug in Beijing en ga een treinkaartje voor Nanning proberen te krijgen.
Ttttrein Kkkkaartjes.....
In het hotel liet ik me de busnummers opschrijven om bij het West Trein Station te komen waar de treinen naar het Zuiden vertrekken. Ook Treinen naar Nanning vertrekken van af dat station. Ik ga direct door naar Nanning en niet naar andere plaatsen omdat dat toch
wel erg veel problemen zal gaan opleveren met de taal en daar heb ik geen zin in. In Nanning ben ik in het lekkere warme zuiden en misschien zijn de mensen daar ook vriendelijker.
De eerste bus naar het station kan ik al niet vinden. Dan maar de taxi. Die is er vrij snel. Het Westelijk stations gebouw, een van de vijf stations in Beijing, is bijna groter dan onze nationale luchthaven
Schiphol. Het lijkt niet op enig station in Europa. Gelukkig is er een speciale afdeling voor buitenlanders waar de treinkaartjes te koop zijn.
Ik ben de enige klant, de juffrouw achter het loket geeft me een formulier waar ik op moet schrijven waar ik heen wil. Die gegevens tikt ze in de computer en binnen een minuut weet ik wat de prijs is en dat
ik te weinig geld bij me heb dus naar een bank moet. Volgens de juffrouw achter het loket is de bank de kant waarheen ze wijst, naar boven. Ik loop het hele station door van voor naar achter en van beneden naar boven. Geen bank. Weet ik misschien het Chinese woord
voor bank, nee. Weet ik de Chinese karakters voor bank, nee dus. Ik zie in het station een bord ‘information’, daar zullen ze het weten. Ik
vraag in het Engels of ze weten waar een bank is. Om geld te wisselen, probeer ik nog.
Meiyou
Ik krijg ‘meiyou’ te horen. Het eerste woord Chinees waarvan ik snel de betekenis leer kennen.. -weet niks, -kan niks, -zeg niks, -doe niks. Maar ik krijg wel te horen dat ik goed Chinees praat. "You are speaking Chinese very well", zegt het meisje. Nou breekt mijn klomp. Denk ik dat ik Engels spreek blijkt het Chinees te zijn. Maar het woord voor bank begrijpen ze niet. Als ik het opschrijf komt de grote roerganger Mao persoonlijk uit zijn hok en loopt met mij naar buiten.
Bank of China
Drie kilometer verderop is de Bank of China. De enige bank waar je buitenlands geld kunt wisslen. We komen daar aan om half 12. Tot 1 uur gesloten voor de lunch. Mao drukt op een bel en smoest wat met de bewaker en dan mogen we binnen wachten tot de dames van de centen weer terug zijn. Links van me op de bank een bewaker met geweer rechts ook een en daarnaast Mao. Tegen Mao zeg ik dat ik het verder wel redt. Mao niks begrijpen en blijft lekker zitten kletsen.
Als de bankdames weer terug zijn rent Mao direct op ze af en zegt dat er gewisseld moet worden. We wisselen niet, krijg ik te horen. Zijn jullie een bank of een postkantoor vraag ik nog. Een bank moet geld
wisselen. Gelukkig is Mao er nog en die zorgt er na enig gebrom voor dat er wel degelijk geld gewisseld kan worden. Persoonlijk telt hij alles netjes na en overhandigd mij de centen na zijn controle. Dan lopen we terug en kan ik na Mao bedankt te hebben mijn treinkaartje kopen en betalen.
Beijing
De hoofdstad van China is zo onderhevig aan veranderingen dat iedere kenner aanraadt pas een plattegrond van de stad te kopen wanneer je daadwerkelijk de stadsgrens passeert. Veel van de veranderingen hebben te maken met de economische hervormingen van de afgelopen twintig jaar. Een ander aspect vormen de Olympische Spelen van 2008 die er voor zorgen dat de stad nog eens extra onder handen genomen wordt. Beijing moet tijdens de Spelen het visitekaartje worden van het 'Nieuwe China'.
Beijing kent een geschiedenis die teruggaat tot 1100 vChr. Toen vestigden de eerste inwoners zich op een plek die een belangrijke handelsplaats zou worden
voor de Mongolen, Koreanen en stammen uit Centraal China en Shandong (het gebied ten Zuidoosten van Beijing). De stad werd voor het eerst het politieke centrum van China in de dertiende eeuw toen de Mongolen uit de Yan-dynastie het tot hun hoofdstad maakten. In de 17e eeuw, toen de Manchu-Chinezen het land veroverden en de Qing-dynastie stichtten, groeide de stad uit tot een van de grootste van de wereld. Honderden paleizen, tuinen en tempels werden er gebouwd en gerenoveerd.
De laatste 120 jaar van de Qing-dynastie werden gekenmerkt door een grote onrust. Zo vielen Engels-Franse troepen de stad in 1860 binnen. Zij vernietigden de keizerlijke tuinen het zetten het Zomerpaleis in brand. Tijdens de Boxeropstand in 1900 werd de imperialistische Qing regering uit de stad verdreven. In 1911 werd Beijing de hoofdstad van de Chinese Republiek die werd uitgeroepen door Sun Yat Sen. Nadat de stad in 1937 in Japanse handen was gevallen is het roer nog een keer overgenomen. In 1949 viel het Volksbevrijdingsleger van Mao Zedong de stad binnen om voor een half miljoen mensen op het Tiananmenplein de Volksrepubliek uit te roepen.
Trein naar Nanning, Guanxi, Zuid China
De trein vertrekt elke avond om 23.20u uit Beijing en komt twee dagen later s'middags om half twee in het Zuiden van China in Nanning aan.
Ik heb een kaartje voor de softbedden gekocht en mijn trein vertrek vrijdagavond. De wachtkamer voor de softseats en bedden is super de luxe. Een computerstem zegt een half uur voor vertrek dat er kan worden ingecheckt. Mijn bagage is dan al door de doorlichtsluis gegaan. Vanuit de wachtkamer loop je door een kraakhelder pas geboende gang naar het perron. Voor elke deur van de trein staat een Chinees uniform. Het uniform bij de deur van mijn wagon zegt zeer vriendelijk goedendag vraagt het kaartje, neemt dat in, en daar krijg je dan het nummer van je stoel of bed voor. Het kaartje krijg je aan het eindpunt van de reis terug. Zonder kaartje krijg je problemen en kun je het station niet af. Het is een goede controle om iedereen naar de geplande eindbestemming te krijgen. Je kunt onderweg niet uitstappen en dan ‘verdwalen’. De meisjes in de trein zijn ook uitermate vriendelijk. Mijn coupe is voorzien van vitrage en gordijnen. Een tafeltje met een wit kleedje en een vaas met rozen erop. Op de vier
schone bedden liggen een dekbed twee kussens een handdoek en een paar sloffen. De thermosflessen voor de thee staan al klaar met warm water. Er zijn drie restaurants in de trein. W.C’s en badkamers die
nog schoon zijn en mijn drie reisgenoten spreken geen Engels maar hebben wel alle drie hun mobile telefoon bij zich zodat het toch nog gezellig wordt. Ze hebben ook grote tassen met lekkers bij zich. Dat wordt smullen. De trein vertrekt precies op tijd. Het is buiten al pikdonker dus zodra de lichten van Beijing weg zijn ga ik te bed en slaap heerlijk. Er zijn maar weinig stops onderweg en de afstanden tussen de plaatsen zijn gigantisch. Op de velden waar in het seizoen rijst staat is nu koolzaad geplant. De heuvelen zijn fraai geel van het koolzaad en de amandelboompjes en prunussen kleuren daar leuk bij.
De temperatuur stijgt gelukkig, maar al te warm is het nog niet.
De trein is een
Internationale trein Beijing - Hanoi een directe verbinding per trein van Beijing naar Hanoi in drie dagen. Twee buitenlanders, een Duitser
met zijn Taiwanese vriendin, zijn van af Japan dwars door China op weg naar Hanoi. Drie buitenlanders in de internationale trein. Voor in de trein, ca 30 wagons, zit de levende have voor de restaurants. Er zitten honden, kippen, eenden. Op het menu in de restaurants staat kip eend en nog wat. Een meisje in het restaurant spreekt een beetje Engels en neemt mij onder haar hoede. Elke keer komt ze vragen of de
smaak goed is en als ik vertrek vraagt ze of ik weer om kom.
Nanning, Guangxi
Zuid China,met een bevolking van 50 miljoen inwoners is de provincie waarvan Nanning de hoofdstad is. Ten tijde van de Vietnamese oorlog werd Nanning belangrijk door zijn spoorwegverbinding met Vietnam dat 100 km zuidelijk van Nanning ligt.
De helft van de provincie is bedekt met leisteen. Door
aardverschuivingen ontstonden de prachtig gevormde bergen. Hierdoor is het een van de grootste karstberg gebieden ter wereld. Vooral in de omgeving van Guilin kun je de beroemde bergen en rotsen zien die overal op Chinese prenten worden afgebeeld.In Nanning zelf is nauwelijks iets schokkends aan schoonheid te ontdekken. De enige reden van buitenlands bezoekers aan Nanning is de pas heropende grensverbinding met Vietnam en de doorreis mogelijkheid naar het eiland Hainan. Als het dit jaar hier nog droog wordt wil ik proberen naar Hainan Island te gaan.
"This large tropical island is often overlooked for one fairly good reason - there's not much to see. Historically, Hainan has always been a backwater of the
Chinese empire, a miserable place of exile and one of the poorest regions in the country. But now that it's been declared a Special Economic Zone (SEZ), the island is revelling in a little free-market bedlam. It's even started to fancy itself as a tourist destination. The capital, Haikou, is an expensive
port town devoid of charm and its sister town, Sanya, at the other end of the island is a sadly deluded beach resort. Nearby Monkey Island is home to the
Guangxi monkey and could be worth the ferry ride if you're in the area. Other attractions might include the Institute of Tropical Plants near Danxian and the Nature Reserve for the Protection of the Hainan Deer at Datian."
Dat lijkt me wel wat. Ik kan ook al "Yi ping Piyao" bestellen. Een fles bier, graag..Met deze kennis van de Chinese taal moet ik de rest van het land toch ook kunnen bereizen!
Met behulp van Luo, mijn vriend in Beihai, moet het dus lukken om Hainan te bezoeken. Tenzij Luo andere reisplannen voor mij in petto heeft.
Taal Problemen
Om mijn verhaaltjes op papier afgedrukt te krijgen ging ik naar het buisiness centrum van het Ming Yuan International hotel. De juffrouw daar spreekt geen Engels. Ik geen Chinees.
Er staat een computer waar ik de dag ervoor het programma op heb gezien om mijn verhaaltje te kunnen afdrukken. Ik laat haar mijn diskje zien. "Ik wil graag uw computer gebruiken om hetgeen op deze disk staat af te drukken", zeg ik tegen het meisje. Het arme kind verslikt zich in haar kopje Jasmijn thee en zegt meiyou.
Meiyou is, dat weet ik inmiddels. Nee, in alle
vormen. Ik denk, de boom in met je meyou en zeg haar dat ze de computer aan moet zetten. Meiyou.. zegt ze. Yes, zeg ik. No speak English,zegt ze.
Ik ga achter de computer zitten en zet hem aan. Helaas verschijnt er een vraag om een wachtwoord. Ik sleur de juffrouw erbij en zeg dat ze verder moet gaan.
Inmiddels is het woordenboek erbij gekomen Er wordt driftig in het boek gebladerd. Dan wordt het boek onder mijn neus geduwd.
Virus.Ik ben overal tegen ingeent dus ik schud heftig van.."Meyou".
Ze is bang voor een computer virus via mijn schijfje.
Ik zoek ik haar woordenboek het woord ‘geen’ op.
"Meiyou", het klinkt me al bekend in de oren. Ik had het kunnen weten.
Meiyou. Nee. Virus meiyou zeg ik. Geen virus, controleer het maar.
Er komt een juffrouw bij. Hoger in rang. Als die ziet dat ik niet weg wens te gaan zonder afdrukken op papier begint ze te smoezen met haar collega en geeft denk ik toestemming om die buitenlander maar zo spoedig mogelijk aan zijn papiertjes te helpen. Het programma wordt gestart en met mijn aanwijzingen erbij zie ik even later mijn Nederlandse tekst tussen de Chinese letters staan. Nu is het nog de kunst om de computer te laten weten dat hij het dient af te drukken op papier en wel in de Nederlandse taal. Bij printer nummer een lukt dat niet. Bij printer nummer twee gaat dat beter. Alleen steekt de juf het papier er te ver in zodat er aan het eind van het vel een regel ontbreekt. Maar het grootste deel van mijn verhaaltje staat nu op papier en daar ging het me om. Het is me een raadsel waarom er zo moeilijk om moet worden gedaan. Op alle computers is een viruscontrole programma geïnstalleerd om te checken of er virussen op computer dan wel het schijfje zitten. Als ik Chinees zou praten zou ik misschien achter dit soort weigerachtig gedrag komen. Nu blijft het een raadsel.
Tegenwoordig zijn er overal e mail shops en in veel hotels kun je lekker e mailen. Welliswaar met Chinese snelheden maar toch lukt het goed.
S’avonds roept de cassiere me. Ze heeft een vergissing met geld wisselen gemaakt. De wisselkoers was hoger. Ze vraagt het oude wisselformulier terug en geeft een nieuw, plus nog 10 Yuan en 50 fen.
Oud Nanning?
Volgens mijn reisgids uit 1989 is Nanning nog een echt oud origineel
Chinees plaatsje.
‘Langs de mooie rivier wandelend staan er fraaie houten huizen. Bamboe meubilair en overal blazen de plafond ventilatoren. Het stadje ademt de trage atmosfeer van weleer.’
Nog geen tien jaar later is de hete adem van de draak ook over Nanning neergedaald. Wandelend langs de rivier, een open chemisch gekleurd riool, staan er inmiddels de kolossale lelijke moderne grote betonblokken die je in bijna alle andere Chinese steden ziet. Waar je ook om je heen kijkt er wordt gebouwd. Niet van die pietluttige gebouwtjes zoals Hoog Chatharijne in Utrecht maar gelijk 10 keer groter. De schoonheid van weleer is voorgoed verdwenen. De Chinezen houden niet van oud.Alles moet nieuw en het oude moet weg. Mooie huizen die er kennelijk in 1989 nog stonden zijn inmiddels ook
met de grond gelijk gemaakt.
De meeste Chinezen in de stad zien er super gezond uit en lopen in keurige kleding rond. De winkels zijn vol geladen met alles wat je maar nodig hebt.
Op het platte land is het leven behoorlijk anders. Riet gedekte hutjes, plaggenhutten, en grotwoningen en zo te zien slapen de mensen gewoon op de lemen vloeren. Soms is er hooguit een stoel of tafel in de huizen te zien. Modderpaden. Geen winkels waar je alles kunt krijgen.
De boer loopt met korte broek en blootsvoets achter zijn waterbuffel voort te ploegen door de modder en verbouwd veel wat hij zelf nodig heeft. De heuvels en valleien lijken wit van de sneeuw. Overal is de grond bedekt met witte plastic lappen waaronder de nieuwe jonge plantjes zonder onkruid beter kunnen gedijen en minder last hebben van de avond koude of stortbuien. Tegen het onkruid wordt driftig gespoten. Veel boeren lopen met een spuittank op hun rug en sproeien vrolijk onvriendelijke middelen op moeder aarde. Millieu verontreiniging moet hier nog ontdekt worden. Wat er aan troep de grond en lucht in gaat is gigantisch. Dat zal de komende jaren dankzij de industriële revolutie niet snel veranderen. Het schoonmaken van grond en omgeving zal dan wel een behoorlijke booming business worden waar meer goud mee is te verdienen dan met de computerhandel van heden.
Click here for my China Photo Album
Digging my way to Vietnam!
Continue Next To Bei Hai