Index bronstijd in Nederland
Index eerste boeren in Nederland
Datering Nederlandse geschiedenis volgens het R.O.B.
Iedereen die toevallig vondsten doet met een blijkbaar historische waarde moet deze
melden bij
de
Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten (RACM),
voorheen Rijksinstituut Oudheidkundig
Bodemonderzoek in Amersfoort (R.O.B.) .
(Wettelijke regelingen en straffen m.b.t. bodemverstoringen en vondsten)
De onderstaande afkortingen kunnen daarbij worden gebruikt.
Jaartallen voor 8800 v.C. zijn C14 gecallibrateerd. (meer informatie over callibratie)
De uitdrukking "B.P." wordt ook geregeld gebruikt, en betekent "Before Present". Maar let wel op dat dit een relatieve verwijzing is, waarbij het jaar van uitgave van de publicatie van belang is!
De "Optische gestimuleerde luminescentie (OSL)"
PALEO |
Paleolithicum / oude steentijd |
tot 8800 v.C. |
PALEOV |
Paleolithicum vroeg |
tot 300.000 v.C. |
PALEOM |
Paleolithicum midden |
300.000 - 35.000 v.C. |
PALEOL |
Paleolithicum laat |
35.000 - 8800 v.C. |
PALEOLA |
Paleolithicum laat A |
35.000 - 18.000 v.C. |
PALEOLB |
Paleolithicum laat B |
18.000 - 8800 v.C. |
|
|
|
MESO |
Mesolithicum / midden-steentijd |
8800 - 4900 v.C. |
MESOV |
Mesolithicum vroeg |
8800 - 7100 v.C. |
MESOM |
Mesolithicum midden |
7100 - 6450 v.C. |
MESOL |
Mesolithicum laat |
6450 - 4900 v.C. |
|
|
|
NEO |
Neolithicum / jonge steentijd |
5300 - 2000 v.C. |
NEOV |
Neolithicum vroeg |
5300 - 4200 v.C. |
NEOVA |
Neolithicum vroeg A |
5300 - 4900 v.C. |
NEOVB |
Neolithicum vroeg B |
4900 - 4200 v.C. |
NEOM |
Neolithicum midden |
4200 - 2850 v.C. |
NEOMA |
Neolithicum midden A |
4200 - 3400 v.C. |
NEOMB |
Neolithicum midden 8 |
3400 - 2850 v.C. |
NEOL |
Neolithicum laat |
2850 - 2000 v.C. |
NEOLA |
Neolithicum laat A |
2850 - 2450 v.C. |
NEOLB |
Neolithicum laat B |
2450 - 2000 v.C. |
|
|
|
BRONS |
Bronstijd |
2000 - 800 v.C. |
BRONSV |
Bronstijd vroeg |
2000 - 1800 v.C. |
BRONSM |
Bronstijd midden |
1800 - 1100 v.C. |
BRONSMA |
Bronstijd midden A |
1800 - 1500 v.C. |
BRONSMB |
Bronstijd midden B |
1500 - 1100 v.C. |
BRONSL |
Bronstijd laat |
1100 - 800 v.C. |
|
|
|
IJz |
IJzertijd |
800 - 12 v.C. |
IJZV |
IJzertijd vroeg |
800 - 500 v.C. |
IJZM |
IJzertijd midden |
500 - 250 v.C. |
IJZL |
IJzertijd laat |
250 - 12 v.C. |
|
|
|
ROM |
Romeinse tijd |
12 v.C. - 450 A.D. |
ROMY |
Romeinse tijd vroeg |
12 v.C. - 70 A.D. |
ROMVA |
Romeinse tijd vroeg A |
12 v.C. - 25 A.D. |
ROMVB |
Romeinse tijd vroeg B |
25 - 70 A.D. |
ROMM |
Romeinse tijd midden |
70 - 270 A.D. |
ROMMA |
Romeinse tijd midden A |
70 - 150 A.D. |
ROMMB |
Romeinse tijd midden B |
150 - 270 A.D. |
ROML |
Romeinse tijd laat |
270 - 450 A.D. |
ROMLA |
Romeinse tijd laat A |
270 - 350 A.D. |
ROMLB |
Romeinse tijd laat B |
350 - 450 A.D. |
|
|
|
ME |
Middeleeuwen |
450 - 1500 A.D. |
VME |
Middeleeuwen vroeg |
450 - 1050 A.D. |
VMEA |
Middeleeuwen vroeg A |
450 - 525 A.D. |
VMEB |
Middeleeuwen vroeg B |
525 - 725 A.D. |
VMEC |
Middeleeuwen vroeg C |
725 - 900 A.D. |
VMED |
Middeleeuwen vroeg D |
900 - 1050 A.D. |
LME |
Middeleeuwen laat |
1050 - 1500 A.D. |
LMEA |
Middeleeuwen laat A |
1050 - 1250 A.D. |
LMEB |
Middeleeuwen laat B |
1250 - 1500 A.D. |
|
|
|
NT |
Nieuwe tijd |
1500 - heden |
NTA |
Nieuwe tijd A |
1500 - 1650 A.D. |
NTB |
Nieuwe tijd B |
1650 -1850 A.D. |
NTC |
Nieuwe tijd C |
1850 - heden |
"gecallibrateerd"/"gecallibreerd":
De C14 methode is een manier van datering van archeologische resten. Hierbij wordt er uitgegaan van de opname van radioactief koolstof door elk levend wezen en plant tijdens zijn / haar levensduur.
Tot 1970 ging men er altijd van uit dat die opname door de tijd heen constant was.
Door vergelijking met dendrochronologie (ouderdomsbepaling d.m.v. jaarringen, wat in N-W Europa tot ongeveer 5000 v.C. kan geschieden) kwamen archeologen erachter dat die bepaling niet altijd klopte.
Daarna ontdekte men dat die opname van radioactief koolstof erg kon wisselen en de ouderdomsbepalingen dus bijgesteld -of "gecallibr(at)eerd"- moest worden. Voorbeeld van de nieuwe Notatie: C14 cal: 5000 v.C. +/- 300. Dit betekent dus: "via de gecallibreerde C14 methode wordt de ouderdom vastgesteld op 5000 v.C. met een foutmarge van 300 jaar meer of minder."
Bij de ontdekking van meerdere objecten op dezelfde lokatie kan een "groepscallibratie" worden uitgevoerd.
De uitkomst van deze methodes kan een grafiek zijn waarin de waarschijnlijkheid van een mogelijke datering wordt aangegeven, zie bv het figuur hieronder:
Verder zijn er 4 verschillende methodes van callibratie, waarover ik niet verder zal schrijven. (More information ).
Nieuwe dateringsmethode en verbetering van C14
Jakob Wallinga (Nederlands Centrum voor Luminescentiedatering (NCL), TU
Delft) heeft meer informatie over dateren met licht
Abstract van een lezing van Jakob Wallinga, mei 2005:
Optische gestimuleerde luminescentie (OSL) datering is een relatief nieuwe
dateringstechniek die is ontwikkeld uit de meer bekende thermoluminescentie (TL) methode.
Ontwikkelingen in de laatste jaren hebben de methode betrouwbaarder en breder toepasbaar gemaakt.
Faciliteiten voor optische datering bij de TUDelft maken de methode toegankelijk. Door
onbekendheid met de nieuwe mogelijkheden wordt optische datering nog weinig gebruikt voor
archeologisch onderzoek in Nederland. In de presentatie wordt besproken welke
toepassingsmogelijkheden er zijn (b.v. datering van sediment, potscherven en gebouwen). Daarnaast wordt de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en het ouderdomsbereik (~ 0 * 150.000 jaar) belicht. In
de discussie wil ik graag bespreken welke toepassingen het meest interessant zijn voor de
archeologie en hoe de methode nog breder toepasbaar gemaakt kan worden.
Hans van der Plicht (Centrum voor Isotopen Onderzoek, RU Groningen &
Faculteit Archeologie, Univ. Leiden) heeft meer informatie over recente ontwikkelingen in de 14C-dateringsmethode.
Abstract van een lezing van Hans van der Plicht:
De 14C dateringsmethode is een van de weinige methoden waarmee op een directe
natuurwetenschappelijke manier "verleden tijd" kan worden gemeten aan organische materialen. De
methode speelt als zodanig een cruciale rol in diverse vakgebieden zoals de archeologie, al
enkele decennia lang. Dat neemt niet weg dat er nog steeds nieuwe ontwikkelingen
plaatsvinden, waarvan sommige spectaculair.
Enkele hiervan passeren in deze lezing de revue: de steeds uitbreidende ijkgrafiek voor
de 14C tijdschaal, nieuwe dateerbare materialen zoals crematieresten en veenlijken, wiggle
matching en het uiterst nauwkeurig dateren van goed gedefinieerde strata.
Informatie over de schrijver / editor
|