Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Vleermuizen

Als op een mooie zomeravond de vogels tsjilpend afscheid nemen
van de dag, komen de vleermuizen in actie.
Plotseling doemen ze op uit het donker om er
enkele tellen later ook weer in te verdwijnen.
Waar ze vandaan komen fladderen is meestal een raadsel
en wat ze precies uitspoken wordt door de duisternis aan het oog onttrokken.
Het enige wat je van ze te zien krijgt is een vluchtig silouet
dat zich aftekent tegen de schemerlucht.
Dat maakt vleermuizen zo mysterieus.

Vrijwel iedereen heeft wel eens een vleermuis gezien.
's Avonds in de tuin, op straat of in het park.
In de schemering komen ze tevoorschijn om als ware luchtacrobaten achter muggen en motjes aan te jagen.
Voor sommige mensen een fascinerend tafereel, voor anderen een ware nachtmerrie.

Vleermuizen roepen immers bij veel mensen akelige gedachten op.
Zo zouden vleermuizen in je haren vliegen
en je aanvallen om bloed te zuigen ook zouden ze allerlei ziektes verspreiden.
Niets is echter minder waar.
Dat veel mensen hieraan denken is niet zo vreemd.
Het gezegde "onbekend maakt onbemind" gaat zeker voor vleermuizen op.
Dat vleermuizen heel bijzondere dieren zijn en een belangrijke plaats
in de natuur innemen, beseffen maar weinig mensen.

Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen.
Om te kunnen vliegen hebben ze vleermuis-vleugels (vlerken).
Die bestaan niet uit veren maar uit huid: de vlieghuid.
Deze zit tussen de vingers (vleermuizen hebben dan ook hele lange vingers)
en tussen de bovenarmen en de achterpoten, en tussen de achterpoten en de staart.
Alleen de duimen en de voeten steken buiten de vlieghuid uit.
De meeste vleermuizen klappen hun vleugels helemaal in als ze niet vliegen.
Andere vleermuizen vouwen hun vleugels zelfs om zich heen.

Bij vleermuizen zijn hun armen en benen helemaal aangepast om te kunnen vliegen.
Daardoor kunnen vleermuizen niet zelf een nest maken, een gat in een boom hakken of een hol graven.
Vleermuizen zijn daardoor voor hun verblijfplaatsen helemaal aangewezen op al bestaande verblijfplaatsen.

Alle Nederlandse vleermuissoorten zijn insecteneters.
Een vleermuis moet om te overleven per nacht een kwart tot een derde
van zijn lichaamsgewicht aan insecten eten.
Voor een vleermuis betekent dat per nacht wel 300 muggen, motjes en kevertjes.
Dit betekent dat bijvoorbeeld één enkele watervleermuis
in de periode van 15 mei tot 15 oktober ruim 40.000 muggen kan verorberen.
Een gemiddelde kolonie eet per zomer enkele tientallen kilo's insecten.
Er zijn geen andere dieren die zoveel nachtinsecten eten.
Het zal duidelijk zijn dat vleermuizen een heel eigen en belangrijke rol in de natuur spelen.

Bij het jagen vangen vleermuizen de insecten meestal in de vlucht
en gebruiken daarbij hun vleugels of staartvlieghuid als vangnet.
De grillige manier van vliegen van vleermuizen is een gevolg
van het achtervolgen van hun prooidieren.
Sommige soorten kunnen ook prooien op de grond,
op het water of op een blad aan een boom ontdekken en daar vanaf pakken.

Grote vleermuissoorten eten bij voorkeur grote prooien, kleine soorten kleine prooien.
Zo eet de laatvlieger graag meikevers, en de dwergvleermuis vooral muggen en kleine vlinders.
Meestal jagen ze maar een paar uur en keren dan in de loop van de nacht weer naar de verblijfplaats terug.
Alleen op warme avonden en als ze jongen hebben gaan ze in één nacht meerdere keren op jacht.
Welke plaats een vleermuis kiest om te fourageren wordt vooral bepaald door het insectenaanbod.
Waar veel insecten zijn vind je meestal ook veel vleermuizen.
 
 
 
Meer weten:

Vleermuizen het hele jaar door
Echolokatie
Hondsdolheid
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Zoogdieren