Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden (uittreksel)
Preambule
Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba,
constaterende dat Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen
in 1954 uit vrije wil hebben verklaard in het Koninkrijk der
Nederlanden een nieuwe rechtsorde te aanvaarden, waarin zij de
eigen belangen zelfstandig behartigen en op voet van
gelijkwaardigheid de gemeenschappelijke belangen verzorgen en
wederkerig bijstand verlenen, en hebben besloten in gemeen
overleg het Statuut voor het Koninkrijk vast te stellen;
constaterende dat de statutaire band met Suriname is beëindigd
met ingang van 25 november 1975 door wijziging van het Statuut
bij rijkswet van 22 november 1975, Stb. 617, PbNA
233;
overwegende dat Aruba uit vrije wil heeft verklaard deze
rechtsorde als land te aanvaarden;
hebben besloten in gemeen overleg het Statuut voor het Koninkrijk
als volgt nader vast te stellen.
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
De Kroon van het Koninkrijk wordt erfelijk
gedragen door Hare Majesteit Juliana, Prinses van Oranje-Nassau
en bij opvolging door Hare wettige opvolgers.
Vergelijk artikel
24 van de
Grondwet.
Artikel 2
- De Koning voert de regering van het
Koninkrijk en van elk der landen. Hij is onschendbaar, de
ministers zijn verantwoordelijk.
- De Koning wordt in de Nederlandse
Antillen en Aruba vertegenwoordigd door de Gouverneur. De
bevoegdheden, verplichtingen en verantwoordelijkheid van
de Gouverneur als vertegenwoordiger van de regering van
het Koninkrijk worden geregeld bij rijkswet of in de
daarvoor in aanmerking komende gevallen bij algemene
maatregel van rijksbestuur.
- De rijkswet regelt hetgeen verband
houdt met de benoeming en het ontslag van de Gouverneur.
De benoeming en het ontslag geschieden door de Koning als
hoofd van het Koninkrijk.
Lid 1: vergelijk artikel
42 van de
Grondwet.
Artikel 4
- De koninklijke macht wordt in
aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de
Koning als hoofd van het Koninkrijk.
- De wetgevende macht wordt in
aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de
wetgever van het Koninkrijk. Bij voorstellen van rijkswet
vindt de behandeling plaats met inachtneming van de
artikelen 15 t/m 21.
Artikel 5
- Het koningschap met de troonopvolging,
de in het Statuut genoemde organen van het Koninkrijk, de
uitoefening van de koninklijke en de wetgevende macht in
aangelegenheden van het Koninkrijk worden voor zover het
Statuut hierin niet voorziet geregeld in de Grondwet voor het
Koninkrijk.
- De Grondwet neemt
de bepalingen van het Statuut in acht.
- Op een voorstel tot verandering in de Grondwet, houdende bepalingen betreffende
aangelegenheden van het Koninkrijk, alsmede op het
ontwerp van wet, dat er grond bestaat een zodanig
voorstel in overweging te nemen, zijn de artikelen 15 t/m
20 van toepassing.