De onbehaarde, rechtopstande stengels hebben een geribd oppervlak.
De bladeren staan verspreid.
Ze zijn langwerpig met een gave of gelobde rand.
Het oppervlak is vaak paars tot bont gevlekt.
Ze vallen echter vooral op door de paars gekleurde nerven.
De bloeitijd valt in de maanden juni en juli.
Dan worden er pluimen gevormd door kleine bloemen
met een meestal groen bloemdek.
de bloemdekbladen kunnen echter ook bloedrood aangelopen zijn
wat de plant haar naam gegeven heeft.
Na de bloei worden er nootjes gevormd.
Bloedzuring is in Nederland vrij algemeen in Limburg,
het rivierengebied, langs de kust en in de Achterhoek en Twente.
In het laagveengebied en in Noord-Brabant is ze zeldzaam te noemen.
Met name staat ze langs waterkanten en bospaden.
Maar ook op openplekken in het bos voelt ze zich goed.
Wel verlangte ze een vochtige, tot vrij natte
en niet te voedselrijke bodem die zelden of niet uitdroogt.
Haar standplaats bevindt zich in halfschaduw.
Terug naar: