De ronde en rechtopstaande stengel van Bolletjesraket
heeft een behaard oppervlak.
Hierlangs staan de verspreidstaande bladeren.
Deze zijn lancetvormig en/of veervormig ingesneden
en hebben een getande rand.
Evenals de stengel is ook het blad oppervlak ruw behaard.
De bloeiperiode duurt van mei tot oktober.
Er worden dan eindelingse trossen gevormd door gele bloemen.
Elke bloem heeft 4 kroonbladen, 6 meeldraden en een stamper.
De hauwen, waarin de zaden rijpen, hebben een kenmerkende vorm.
Het smalle onderste deel loopt over
in een bolvormig middenstuk.
Dit versmalt weer vrij plotseling in een dunne snavel
die de helft van de vrucht kan vormen.
Na een rijke bloei lijkt de plant talrijke kogeltjes te dragen.
Bolletjesraket is in Nederland vrij zeldzaam
en groeit bijna altijd in steden.
Ze houdt van voedselrijke grond die verplaatst of omgewerkt is.
Meestal staat deze één- of tweejarige in bermen,
op bouwplaatsen en soms op akkers.
Terug naar: