Bostulp heeft rechtopstaande, onbehaarde stengels
met verspreid hierlangs de ongesteelde, lancetvormige bladeren.
Deze laatste hebben een spitse top en een gave rand.
De bloeiperiode valt in april en mei.
Het bloemdek, bestaande uit 6 gele bladen, is wat klokvormig.
In het midden staat 1 stamper met daaromheen 6 meeldraden.
In tegenstelling tot wat haar naam doet vermoeden
komt Bostulp niet in het bos maar in graslanden voor.
In Nederland is ze plaatselijk vrij algemeen in Noordwest-Friesland.
Veel minder wordt ze ook aangetroffen in het rivierengebied
langs de kust en in Drenthe.
Het liefst groeit ze op voedsel- en humusrijke kleigronden.
Terug naar: