Echt bitterkruid heeft een rechtopstaande stengel
met een geribd oppervlak.
Aan de voet bevindt zich een bladrozet bestaande
uit lancetvormige bladeren.
Deze hebben een getande of gegolfde rand.
De verspreidzittende stengelbladeren, die ongesteeld zijn,
zien er net zo uit als de rozetbladeren.
Zowel de stengel als de bladeren zijn met ruwe
tot stekelige beharig bezet.
Aan de top vertakt de stengel zich en van juli tot september
worden de eindstandige bloemhoofdjes gevormd.
Deze bestaan uit geelgekleurde lintbloemen
die omgeven zijn door een pappus.
In Zuid-Limburg, het rivierengebied en de Hollandse duinen
komt Echt bitterkruid vrij algemeen voor.
Op andere plaatsen is ze vrij zeldzaam maar de plant
raakt steeds meer ingeburgerd.
Ze groeit op zonnige, kalkhoudends zand- en kleigrond.
De standplaatsen worden gevormd door rivierdijken, bermen,
graslanden en krijthellingen.
Wanneer ze in de duinen groeit wordt ze vaak vergezeld
door een parasiet: Bitterkruidbremraap.
Terug naar: