Ondanks de naam komt Engelse alant niet in Engeland voor.
Ze is in Nederland vrij zeldzaam en te vinden bij de rivieren
en op de waddeneilanden Terschelling en Schioermonnikoog.
Verspreid langs de rechtopgaande stengel zitten
de ongesteelde, lancetvormige bladeren die een spitse top hebben
en een gave tot getande rand.
Het oppervlak is zacht behaard.
De bloeitijd is in de maanden juli tot september.
De eindstandige bloemhoofdjs hebben een oranjegeel hart
bestaande uit buisbloemen.
Daaromheen vormen lichter gekleurde lintbloemen een rand.
Engelse alant houdt van een natte en zeer voedselrijke bodem
en vaak is ze te vinden aan de waterkant en op uiterwaarden.
Hierbij heeft ze de voorkeur voor zonnige plaatsen en ruigtes.
De verspreiding van de plant vindt meestal plaats
door wortelknoppen die via het water worden verspreid.
Terug naar: