Verspreid langs de rechtopstaande en ronde stengel
staan de enkelvoudige bladeren die veervormig zijn ingesneden.
Ze hebben een spitse top en een gezaagde rand.
Het bladoppervlak is ruw behaard.
In de stengel bevindt zich een oranjegeel melksap.
Gele hoornpapaver dankt haar naam aan haar licht dooiergele bloemen.
Deze zijn klokvormig en staan alleen.
De rand van de 4 kroonbladen is gegolfd.
In het midden van de bloem vormen meer dan 20 meeldraden
een trosje rondom de ene stamper.
Gele hoornpapaver is voor het eerst gevonden rond 1850 op Rottumeroog
en heeft zich sindsdien verspreid lange de Nederlandse kust.
Ze houdt echter nergens stand maar wel zie je haar
de laatste jaren steeds meer.
De plant groeit op zonnige plaatsen die zeer open zijn.
De grond waarop ze staat houdt veel kalk vast en is rijk aan voedsel.
Afgebroken delen van de plant kunnen steppenrollers worden.
Deze steppenrollers worden meestal over de eerste duinenrij heengeblazen.
Hier blijven ze liggen en in het volgende jaar
vormen ze een nieuw rozet.
Deze rozetten echter groeien meestal niet uit.
Er is namelijk te weinig voedsel aanwezig
en er zijn te veel andere planten die van dat voedsel gebruik maken.
Terug naar: