Kleine bergsteentijm heeft rechtopstaande of opstijgende stengels
die scherp vierkantig van vorm zijn en een behaard oppervlak hebben.
De bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar.
Ze zijn eivormig met een gekartelde of gezaagde rand
en hebben ook een zacht behaard oppervlak.
Van juli tot september wordt er door de bloemen
een aarachtige tros gevormd.
De bloemen hebben elk 4 of 5 vergroeide kroonbladen
die paars tot lila van kleur zijn.
Binnen elke lipbloem bevinden zich 4 meeldraden en een stamper.
Kleine bergsteentijm is zeer zeldzaam en komt enkel voor
op een paar plaatsen in Zuid-Limburg en rond Amsterdam.
Ze groeit in lichte schaduw op een ondergrond die droog is
en bestaat uit een mengsel van brokken steen en bladeren.
Het meest wordt ze overigens aangetroffen
bij de Sint-Pietersberg waar ze waarschijnlijk terechtgekomen is
nadat ze uit een kruidentuin is verwilderd.
Terug naar: