De rechtopstaande op opstijgende stengels
zijn behaard of met klierharen bezet.
Verspreid langs de stengel bevinden zich
de lancetvormige bladeren die een getande rand hebben.
Ook het bladoppervlak is zacht behaard.
De gesteelde bloemen vormen samen een eindelingse tros.
Ze zijn te zien van juni tot september.
Ze hebben 4 kroonbladen die stervormig uiteenstaan,
maar de bloem bloeit alleen ’s nachts.
Meestal is dit ook niet vaker dan 1 nacht.
Het openvouwen gaat zeer snel en binnen een minuut
heeft de bloem de kroonbladen uitgestrekt.
Ze verspreiden een sterke, eigenaardige geur.
Vinkachtige vogels, zoals vink, putter en sijs, zijn gek op de zaden.
In Nederland is Kleine teunisbloem vrij zeldzaam.
Je kunt haar vinden in het kustgebied en op de Waddeneilanden
waar ze groeit op open zandgronden in duinen en langs spoorwegen.
Terug naar:
