Zoals de Nederlandse naam al aangeeft is Kleverige ogentroost kleverig.
Zowel haar stengel als haar bladeren zijn bezet met klierharen
die bij aanraking een kleverige substantie uitscheiden.
De stengel is stomp vierkantig en hierlangs
staan de bladeren kruisgewijs tegenover elkaar.
Deze laatste zijn langwerpig met een gezaagde rand.
De gele lipbloemen, die samen een aarvormige tros vormen,
zijn te zien van mei tot september.
De lipbloemen bestaan uit 4 of 5 vergroeide kroonbladen,
4 meeldraden en 1 stamper.
Na de bloei worden de doosvruchten gevormd
waarin de zaden rijpen.
De lichte zaden kunnen door de wind over een grote afstand verspreid worden.
Kleverige ogentroost is een halfparasiet die te vinden is
in de Wieringermeerpolder, rond Amsterdam en in het Deltagebied.
Echter op alle groeiplaatsen komt ze zeldzaam voor.
Ze groeit op open, vochtige en kalkhoudende zandgrond.
Vaak staat ze op plaatsen die vroeger zout waren
maar inmiddels zijn verzoet, zoals zandplaten
in afgesloten zeearmen of opgespoten zandvlakten.
Terug naar:
