Oeverkruid heeft rechtopstaande of kruipende stengels
die rond van vorm zijn.
Zij groeien vanuit een rozet dat gevormd wordt
door lijnvormige bladeren.
Ook de verspreidstaande stengelbladeren zijn lijnvormig.
Wanneer de plant niet in bloei staat
lijkt ze heel veel op een grassoort.
De gesteelde en alleenstaande bloemen echter
maken aan die twijfel een einde.
De witte, buisvormige bloemen hebben 2 tot 4 kroonbladen,
4 meeldraden en een stamper.
Van juni tot augustus zijn ze te zien.
Op de waddeneilanden is Oeverkruid zeldzaam,
op de hoge zandgronden komt ze nog minder voor
en langs de kust is ze zelfs zeer zeldzaam te noemen.
Je kunt haar vinden op droogvallende oevers
van vennen en duinmeertjes.
Ook onder water groeit ze wel maar in dat geval komt ze niet tot bloei.
Mede door verzuring is de plant de laatste jaren
sterk in aantal achteruit gegaan.
Oeverkruid leeft in een omgeving met weinig koolstof, die nodig is
voor de groei van planten, en is er dan ook heel zuinig mee.
Zo hebben de onderwaterbladen geen huidmondjes
en wordt zuurstof uitgescheiden door de wortels.
Hierdoor komt in de bodem meer kooldioxide vrij
als bron voor koolstof.
Zowel de bladeren als de wortels kunnen kooldioxide opnemen
en het is hiervoor dat ze een groot wortelstelsel heeft.
Terug naar: