Oorsilene heeft rechtopstaande stengels met een behaard oppervlak.
De enkelvoudige bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar.
Ze zijn lancetvormig of spatelvormig
met een spitse top en een gave rand.
De bloemen zijn geel tot groen van kleur.
Samen vormen ze een bundel aan de top van de stengel.
De bloemen hebben 5 kroonbladen die klein en onopvallend zijn,
met in hun midden 10 meeldraden en 3 stampers.
Vooral 's nachts verspreiden de bloemen een zoete geur
die vooral nachtvlinders en muggen aanlokt.
Deze zorgen dan voor de bestuiving.
Na de bloei worden de doosvruchten gevormd.
Oorsilene is van oorsprong een steppeplant
en in Nederland neemt ze genoegen met open, zonnige duinen.
Ze is vrij zeldzaam te vinden op Schiermonnikoog
en tussen Bergen en Den Haag.
Bij voorkeur groeit ze bij oude zeedorpen, waar ze
op droge grasvelden en bermen met een open grasmat staat.
Terug naar: