Rode schijnspurrie groeit in Nederland vooral op de voedselarme,
oude zandgronden in het oosten en zuiden van het land.
Met name staat ze in bermen en op stenige plaatsen
maar soms is ze ook te vinden op zandige plekken
in gazons of tussen stoeptegels.
Het is een plant van de volle zon.
De opstijgende of bovengronds liggende stengels zijn rond van vorm
en kunnen met klierharen bezet zijn.
De priemvormige bladeren staan tegenover elkaar.
Ze hebben een gave rand en een stompe of stekelpuntige top.
De bloemen zijn te zien vanaf mei tot aan de eerste vorst.
Ze hebben 5 roze gekleurde kroonbladen
die stervormig uit elkaar staan,
maar die zich na de middag al weer sluiten.
In het hart bevinden zich 10 meeldraden en 3 stampers.
Na de bloei worden er doosvruchten gevormd.
Terug naar: