De reschopstaande stengels van Ruig hertshooi zijn,
zoals ook bij vele andere hertshooisoorten,
hard en doen wat houtig aan.
Ze zijn rond van vorm en hebben een behaard oppervlak.
De langwerpige bladeren staan kruisgewijs
tegenover elkaar en hebben een gave rand.
Ook het bladoppervlak is zacht behaard.
Langs de bladrand bevinden zich klieren
die de plant kenmerkend maken.
De gesteelde en alleenstaande bloemen zijn te zien
van juli tot september.
De 5 kroonbladen zijn geel van kleur.
In hun midden bevinden zich 11 of meer meeldraden en 3 stampers.
In Zuid-Limburg is Ruig hertshooi plaatselijk vrij algemeen.
Ze staat op lichte, droge tot matig vochtige plaatsen
op een kalkrijke of lemige bosgrond.
Het meest komt ze voor op plaatsen waar gekapt is of langs bosranden.
Ook is ze te vinden in ruige, verwilderde graslanden
op plaatsen waar eerst bos was.
Terug naar: