Verspreid langs de rechtopstaande stengel
zitten de lancetvormige bladeren.
Deze hebben een spitse top en een gave tot getande rand.
Het is aan de schermvormige bloeiwijze
dat de plant haar nederlandse naam dankt.
De lintbloemen, die samen de hoofdjes vormen,
staan wijd uitgespreid.
Ze zijn geel van kleur en bevatten elk 5 meeldraden en een stamper.
In Nederland is de plant vooral te vinden
in licht beschaduwde wegbermen, langs spoorwegen,
op de arme zandgronden en in de duinen.
Opvallend is dat de soort in een warmer klimaat
vaak op noordhellingen groeit.
Terug naar: