Teer guichelheil is in Nederland zeer zeldzaam.
Je vindt haar op de waddeneilanden, vooral op Texel,
en langs de kust vooral op Voorne, en in Noordbrabant.
De plant heeft bovengronds kruipende stengels die onbehaard zijn.
De bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar,
zijn rond tot eivormig en hebben een gave rand.
Vanaf juni tot augustus zijn de gesteelde
en alleenstaande bloemen te zien.
Ze zijn klokvormig tot stervormig
en hebben 5 kroonbladen die vergroeid zijn.
Deze zijn wittig tot blauw van kleur met een overlangse rode streping.
In het midden van de bloem bevinden zich 5 meeldraden en 1 stamper.
Teer guichelheil houdt van natte duinvalleien
en open, drassige plekken zoals greppels.
Ze groeit op standplaatsen met een wisselend waterpeil.
In de zomer is de bodem drassig tot vochtig,
in de winter staat de standplaats onder water.
Dit is van groot belang omdat deze meerjarige
in de winter anders zal bevriezen en dat overleeft ze niet.
Ze kan zelfs in ondiep water groeien.
Door ontwatering ten behoeve van ontginning
en voor de drinkwatervoorziening is Teer guichelheil
flink in aantal achteruit gegaan.
Daarnaast is door bemesting haar standplaats vaak dichtgegroeid.
Waarschijnlijk kunnen groeiplaatsen door verandering
van het watergebruik weer worden hersteld.
Terug naar: