De paarsrode stengels van Zwart tandzaad
zijn rond van vorm en hebben een onbehaard oppervlak.
De bladeren zijn handvormig samengesteld en bestaan uit
3 deelblaadjes die een spitse top en een gezaagde rand hebben.
Ze zitten tegenover elkaar aan de stengels.
Augustus en september vormen de bloeimaanden
van deze éénjarige plant.
De gele hoofdjes bestaan uit alleen buisbloemen
die elk 5 meeldraden en 1 stamper hebben.
In Nederland is Zwart tandzaad plaatselijk algemeen
in het zoetwatergetijdengebied in Zuid-Holland en Noord-Brabant
en ze breidt zich daar nog steeds in aantal uit.
Op andere plaatsen echter is ze zeer zeldzaam
en op de wadden komt ze helemaal niet voor.
De plant vestigt zich op een natte, zeer voedselrijke bodem
waarbij zout wordt gemeden.
Ze groeit langs waterkanten waarbij ze graag gebruik maakt
van aangespoeld materiaal.
Terug naar: